Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar per 2022 gebeurt dit op basis van de oppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Als er niet wordt overgegaan op oppervlakten ontstaan er problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de oppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG. De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de Samenhangende objectenregistratie (SOR).  

Het ministerie van BZK is gestart met Doorontwikkeling in Samenhang van de GEO-basisregistraties (DisGeo). Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren in de Geo informatie Infrastructuur. Onderdeel is de doorontwikkeling van enkele bestaande geo basisregistraties tot een Samenhangende Objectenregistratie. Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. Er wordt nu gewerkt door het Ministerie aan een roadmap voor de vervolgstappen. Het betreft een intensief traject en zal de komende jaren verder ingevuld worden. Ook de BGT en de BRK gaan onderdeel uitmaken van de SOR.

Omgevingswet
De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. De invoeringsdatum van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) is al diverse keren uitgesteld. De Eerste Kamer stemde op 14 maart in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Hiermee is er duidelijkheid gekomen over de invoeringsdatum en ook geborgd dat gemeenten voldoende voorbereidingstijd hebben. In OWO verband gaan we daarom onverminderd door met de voorbereiding voor de invoering van de omgevingswet, de Wet kwaliteitsborging (Wkb) en de hiermee samenhangende aangepaste legesverordening. In het tweede kwartaal 2023 wordt hierover een themabijeenkomst voor de OWO raden georganiseerd. 

Bij de implementatie van de Omgevingswet werkt het team BVI nauw samen met andere vakafdelingen. Het team draagt zorg voor de actualiteit, betrouwbaarheid en compleetheid van de gegevens in de basisregistraties BAG en BGT en stelt overige ruimtelijke Geo data beschikbaar die via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt ontsloten. Daarnaast leveren de Adviseur Geo-informatie en de Gis-medewerker ieder vanuit hun een eigen rol een bijdrage in de projectgroep 'pilot Omgevingsplan gemeente Ooststellingwerf’.

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
De hoogte van de OZB is een percentage van de WOZ-waarde van een pand. Het percentage wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen (bedrijfspanden voornamelijk) betalen OZB. De opbrengst OZB is voor een gemeente vrij te besteden. 

Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen, zodat hiermee door de gemeenten ten aanzien van de keuzes omtrent de ontwikkeling van de lokale lasten rekening gehouden kan worden. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.



Rioolheffing
Eigenaren en gebruikers van woningen en niet-woningen (voornamelijk bedrijfspanden) die aangesloten zijn op het riool betalen rioolheffing. Met de opbrengsten hiervan betalen we het beheer en onderhoud van de riolering, drainage, een aantal sloten binnen de bebouwde kom en andere zaken die nodig zijn voor de inzameling en het transport van afval-, grond- en regenwater. 

In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024.

Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Het gaat bijvoorbeeld om bouwvergunningen en paspoorten. De leges zijn in 2022 conform het algemeen uitgangspunt verhoogd met het bij de kaderbrief vastgestelde inflatiecijfer. Daar waar sprake is van een maximum- of wettelijk tarief vindt geen correctie plaats.

De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een paar keer uitgesteld, maar staat nu gepland op 1 januari 2024. Hier wordt waarschijnlijk begin maart 2023 over gestemd door de Eerste Kamer. Gelijktijdig met het invoeren van de wet, moet ook de legesverordening worden aangepast om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving. Tot op heden zitten er aanzienlijke verschillen in activiteiten en tarieven tussen de legesverordeningen van de OWO gemeenten, die door de afdeling OWO-VTH worden uitgevoerd (omgevingsvergunningen en APV-gerelateerde onderwerpen). Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om zowel beleidsinhoudelijk als qua financiën (zoveel mogelijk) in te zetten op harmonisatie binnen de OWO gemeenten. Voor de bouwactiviteiten wijzigt er door de Wkb veel doordat voor bouwwerken in gevolgklasse I de vergunningsplicht voor het bouwtechnische deel vervalt en er daardoor ook legesinkomsten wegvallen. 

Toeristenbelasting
In de raadsvergadering van 30 maart 2021 is besloten om een tariefdifferentiatie toe te passen op de toeristenbelasting. Dit betekent dat het tarief 2022 per persoon per overnachting voor overnachtingen in kampeermiddelen op kampeerterreinen en in kampeerboerderijen € 1,10 was en vanaf 2022 het tarief per persoon per overnachting voor overnachtingen in andere verblijfsaccommodaties € 1,50 was. Vanaf 2020 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 4 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting.

Het onderzoek naar de forfaitaire berekening van standplaatsen op campings is afgerond. In het tweede kwartaal 2023 informeren wij u over de uitkomsten en doen wij een voorstel voor het vervolg.

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting vanaf 2020 tot en met 2023 jaarlijks te verhogen met € 15.000.

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Om het vaste tarief afvalstoffenheffing voor 2022 op een laag niveau te houden is een onttrekking uit de reserve Lastenverlichting nodig. Vanaf 2021 wordt het vastrecht vermeld op de belastingaanslag met daarbij het aantal ledigingen over het hele voorafgaande jaar.  

Reclamebelasting
Met de invoering van de BIZ (Bedrijven Investeringszone) is deze belasting komen te vervallen.

BIZ (Bedrijven Investeringszone)
Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde toets om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. Vanaf 1 januari 2023 is de vermogensgrens voor mensen met een AOW opgehoogd, vastgesteld in de kwijtscheldingsverordening in december 2022. Hierdoor is kwijtschelding voor meer mensen mogelijk. 

De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2021 Begroting Begroting 2022
lokale heffingen 10.593 9.117 8.900 8.974 74 V
leges 1.012 842 992 945 - 47 N
Totaal 11.605 9.959 9.892 9.919 28 V

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2021 Begroting Begroting 2022
3.1 Thema Economische ontwikk.
Toeristenbelasting 358 319 319 322 2 V
Bedrijven investeringszone - 66 66 63 - 3 N
3.3 Thema Milieu
Rioolheffing (gecombineerd) 2.556 2.826 2.826 2.858 32 V
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.444 2.630 2.500 2.593 93 V
6.3 Thema Financiën
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.757 2.874 2.811 2.777 - 34 N
Precariobelasting 2.128 - - - -
Onroerende zaakbelasting gebruikers 250 281 256 245 - 11 N
Forensenbelasting 100 122 122 117 - 4 N
Totaal 10.593 9.117 8.900 8.974 74 V

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2021 Begroting Begroting 2022
1.1 Thema Meedoen
Overige voorzieningen WMO materieel - 5 5 - - 5 N
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 52 27 27 17 - 10 N
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 41 30 30 19 - 11 N
6.2 Thema Dienstverlening
Omgevingsvergunningen, baten 633 500 600 568 - 32 N
Burgerlijke stand / huwelijk 11 13 13 17 4 V
Burgerzakenleges 265 252 302 306 3 V
Overige leges 7 15 15 13 - 2 N
6.3 Thema Financiën
Afdeling buitendienst - - - 1 1 V
IP Bedrijfsvoering algemeen 4 - - 2 2 V
IP Buitendienst acc. Nanningawerf - - - 3 3 V
Totaal 1.012 842 992 945 - 47 N

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (57%) en van de binnendienst (79%). Een deel van de begrote opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. Hieruit blijkt dat per titel van de algemene legesverordening de heffingen onder de 100% kostendekkendheid blijven. Bij de netto lasten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de dienstverlening. Bij directe kosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met bijvoorbeeld de afdracht aan het Rijk voor rijbewijzen en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. We hanteren een opslag van 79% voor overhead over de directe loonkosten. De begrote totale kostendekkendheid van de Algemene Legesverordening komt uit op 71%.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead voor taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Realisatie Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing Realisatie Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.2) (taakveld 7.3) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.112 2.188 2.874 2.904
Baten -57 -39 -617 -715
Netto lasten taakveld 2.055 2.149 2.257 2.189
Toe te rekenen lasten
Overhead 296 315 111 122
Kwijtschelding 49 46 90 92
Rente -1 -1
Dubieuze debiteuren 7 7 10 10
Watergangen 140 138
BTW 279 202 163 163
Totaal toe te rekenen lasten 771 708 373 386
Totale lasten 2.826 2.857 2.630 2.575
Opbrengst heffingen -2.826 -2.858 -2.630 -2.592
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 101%

 

 

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting titel 1 Algemene dienstverlening Begroting titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunningen Begroting titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal begroting Realisatie titel 1 Algemene dienstverlening Realisatie titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunningen Realisatie- titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal realisatie
Lasten
Lasten 325 393 41 759 358 409 41 808
Baten 0 0 0 0 0 0 0 0
Netto lasten 325 393 41 759 358 409 41 808
Toe te rekenen lasten
Overhead 162 242 24 428 162 242 24 428
Totaal toe te rekenen lasten 162 242 24 428 162 242 24 428
Totale lasten 487 635 65 1.187 520 651 65 1.236
Opbrengst heffingen -297 -530 -15 -842 -345 -587 -13 -945
Dekkingspercentage 61% 83% 23% 71% 66% 90% 20% 76%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 1 januari 2022 € 26,982 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 23,791 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 3,191 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 7,819 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Kapitaallasten € 2,568 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 2,060 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 2,627 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 26,982 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er ruim voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Deze risico's nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

 

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg);
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening);
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits);
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Begroting 2023 € 40.000 hoger. Dit heeft voornamelijk de volgende oorzaken:

  • Een iets hogere Algemene Uitkering dan begroot (+ € 24.000)
  • Hogere ingeschatte kosten t.a.v. de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures (+ € 16.000)
Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1 Risico: vangnet-uitkering wordt niet toegekend 1 - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Voor 2023 is dit risico nihil omdat we verwachten dat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
2 Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 177.503
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. Het risico gaat over dit mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
3 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 978.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. In augustus 2022 is bekend geworden dat we de verwachte jeugdmiddelen vanaf 2024 voor 100% mogen ramen. Dit was 75%. Daarnaast is in het regeerakkoord een besparing van € 500 miljoen afgesproken op de jeugdzorg. Het rijk is verantwoordelijk voor de invoering. In de gemeentelijke begroting kunnen we dan een lagere raming opnemen voor de uitgaven. Dat hebben we in deze begroting verwerkt. Omdat nog steeds niet zeker is of we de 100% vergoeding structureel mogen ramen, nemen we een risico op. Het bedrag dat we in 2024 hebben opgenomen is € 1.856,000 aan baten en 100.000 aan lagere lasten. Het totale risico komt daarmee op € 1.956.000.
Beheersmaatregel: nb
4 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 5 € 576.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
5 Risico: extra lasten door invoering WMO abonnementstarief 3 - PM
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. Gemeenten moeten volledig worden gecompenseerd voor de effecten van de invoering van het abonnementstarief. Niet volledig compenseren zal er aan bijdragen dat gemeenten, gezien de grote tekorten in het sociaal domein, verder moeten bezuinigingen en zij de Wmo niet kunnen blijven uitvoeren zoals beoogd. Vanaf 1 januari 2025 komt een aanpassing in de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp via de Wmo, waarbij meer rekening wordt gehouden met de draagkracht van huishoudens. Wie meer dan 185 procent van het sociaal minimum verdient, betaalt een hogere eigen bijdrage. Voor huishoudens met een inkomen boven 185 procent van het sociaal minimum stijgt de eigen bijdrage geleidelijk naarmate het inkomen hoger wordt. Voor een huishouden met een inkomen van duizend euro boven dat grensbedrag zal de maandelijkse eigen bijdrage ongeveer 6,70 euro hoger zijn. Vanaf een inkomen van ongeveer 66.000 gaat een maximum van de eigen bijdrage gelden, van 255 euro per maand.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'. De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
6 Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restant schuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
7 Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 is het 'meetekenen' met nieuwe leningen vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
8 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
9 Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
10 Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. De leegstand is in 2022 gelijk gebleven. Hier is in de begroting rekening mee gehouden. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand wat gedeeltelijk is opgevuld door het inhuizen van kinderopvang. Desondanks is de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Haulerwijk. De Stichting heeft het beheer & de exploitatie per 2023 teruggeven aan de gemeente. De financiële gevolgen hiervan worden verwerkt bij de voorjaarsrapportage 2023. MFA Oosterwolde Zuid heeft ook een normatief overschot aan bruto vloeroppervlak wat vooralsnog opgevangen wordt door afname van extra bruto vloeroppervlak door één van de vaste gebruikers. Door deze extra afname en een andere wijze van dekking van investeringen is de exploitatie vooralsnog redelijk in evenwicht.
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden vervangen door de Omgevingsvisie.
11 Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 98.308
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
12 Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
13 Risico: invoering omgevingswet 5 - PM
Toelichting risico: Invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging (Wkb) brengt onzekerheden met zich mee aangaande de invoeringskosten en de financiële gevolgen. In 2022 hebben we compensatie gekregen voor de invoeringskosten. Ook voor 2023 tot en met 2025 is compensatie aangekondigd. Daarnaast is een stelselevaluatie aangekondigd.
Beheersmaatregel: kosten invoering wetgeving en de financiële gevolgen worden gemonitord, zodat we de raad hierover kunnen informeren en input hebben voor de stelselevaluatie.
14 Risico: SPUK 3 - PM
Toelichting risico: In 2019 is de SPUK regeling in werking getreden waarbij middels een jaarlijkse SiSa verantwoording van BTW plaatsvindt. Dit bedrag is gemaximeerd waardoor het risico aanwezig is dat de daadwerkelijke vaststelling lager kan zijn dan de aanvraag.
15 Risico: Fraude 5 - PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aan bod in een separate bespreking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
16 Verduurzaming gemeentelijk onroerend goed 5 - PM
Toelichting risico: Er is een sectorale routekaart vastgesteld om invulling te geven aan het landelijke beleid en de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. In de kern gaat het om 49% CO2-reductie in 2030 en 95% CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990. In de themaraad van 8 februari 2022 is dit besproken. Hierin is aangegeven dat de indicatieve investering € 38 miljoen bedraagt en de indicatieve structurele toename van de kapitaallasten tussen de € 1,3 en € 1,6 miljoen bedraagt. Indicatieve kapitaallasten en investering zijn gebaseerd op het verduurzamen van zowel de gebouwen in juridische eigendom gemeente, onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht.
Beheersmaatregel: het onderwerp ligt op tafel en is bij iedereen top-of-mind. Op 13 december 2022 is een thema avond aan het onderwerp gewijd. Uiteindelijke investering en kapitaallasten zijn afhankelijk van diverse factoren zoals het eventueel slimmer inzetten van accommodaties, verdeling verantwoordelijkheden investering onderwijsgebouwen en gebouwen economisch claimrecht en bijdrages rijksoverheid. Voor de investering in het verduurzamen van (sport)accommodaties zijn geen middelen beschikbaar.
17 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 - PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
18 Risico: Verbonden partijen 2 - PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor Friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiele impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
19 Risico: OWO bedrijfsvoering 1 - PM
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiele impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
20 Risico: afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 581.731
Toelichting risico: Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om m.i.v. 2022 de bedrijfsgebouwen i.p.v. 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
TOTAAL € 2.626.542

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Prijsstijgingen
De prijsstijgingen zijn enorm, ook voor onze gemeente. De index die we bij de begroting hebben gehanteerd zal naar alle waarschijnlijkheid niet voldoende zijn. We komen hier in de Kaderbrief 2024 en de voorjaarsrapportage 2023 bij u op terug.

Financieel perspectief na 2026
Het financieel perspectief na 2026 is onzeker. De omvang van het gemeentefonds neemt dan aanzienlijk af. Het rijk heeft nog geen duidelijkheid geboden over oplossingen. 

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. Er is ook een geprognosticeerde balans opgenomen in de begroting. De kengetallen komen voort uit deze balans.

Kengetallen Rekening 2021 Rekening 2022
Netto schuldquote 30% 20%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 24% 14%
Solvabiliteitsratio 41% 46%
Structurele exploitatieruimte 4% 6%
Grondexploitatie 3% 1%
Belastingcapaciteit 90% 89%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) 1.388 8.126

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen. Onze netto schuldquote is normaal. 

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit gemiddeld is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Onze structurele exploitatieruime is 6%. 


Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 1% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons laag is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 89% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2022 is positief.

 .

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties

 

 

x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2021 Begroting Begroting 2022
1. Samenleven
Welzijn- en sportaccommodaties -1.093 -1.124 -1.217 -1.148 69
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs -1.335 -1.198 -1.198 -926 271 V
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Verhardingen -1.877 -3.317 -4.037 -1.126 2.911 V
Bruggen en oevervoorzieningen -66 -63 -63 -65 - 3 N
Verkeersvoorzieningen -246 -255 -255 -235 20 V
Openbaar Groen -688 -623 -765 -751 13 V
Rioleringen -1.647 -1.601 -1.601 -1.668 - 67 N
Rioolheffing 2.508 2.765 2.765 2.805 40 V
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering -1.183 -1.370 -1.404 -1.362 42 V
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -5.626 -6.784 -7.773 -4.477 3.296

Wegen, kunstwerken en verlichting

Terug naar navigatie - Wegen, kunstwerken en verlichting

Wegen
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de 'Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A.' De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. In 2018 is besloten om de traditionele lichtpunten versneld te vervangen door led lichtpunten. Hiervoor heeft u een investeringskrediet beschikbaar gesteld waar ook voor 2022 investeringen zijn gedaan.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Groen, riolering en gebouwen

Terug naar navigatie - Groen, riolering en gebouwen

Groen
Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten.

Het Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, (vastgesteld in april 2021) is de basis voor de uitvoering van het groenbeheer. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een beheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen (IMAG-normen) te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Het onderhoud van bomen vindt plaats op basis van de in 2020 door de Raad vastgestelde notitie 'Het behoud van veilige bomen'. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Riolering
Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020 - 2024 (GRP) is medio 2020 vastgesteld. In het GRP is vastgesteld dat:

  • a. alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • b. er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2 neutraal maken van de gemeente.
  • c. er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • d. er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen
Beleidskader
De instandhouding van gymnastieklokalen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het onderhoud aan de gymlokalen is een voorziening gevormd. In 2019 is een nieuwe MOP 2019-2048 opgesteld voor gymnastieklokalen. Deze MOP is de basis voor aanwendingen en dotaties aan deze voorziening.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden zijn binnen de financiële kaders uitgevoerd. In 2023 wordt een nieuwe MOP opgesteld.

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten, woningen en MFS de Boekebeam. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden zijn binnen de financiële kaders uitgevoerd.

Sport en ICT

Terug naar navigatie - Sport en ICT

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 gold een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Per 2022 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van sportcomplex Boekhorst met dezelfde exploitant voor een periode van vijf jaar. Voor het beheer en de exploitatie van sporthal de Bongerd is een exploitatieovereenkomst voor vijf jaar overeengekomen met Stichting Sporthal De Bongerd in vervolg op het burgerinitiatief 'Doarpsskûte Haulerwijk'.

S.V. Haulerwijk 
Het nieuwe energie neutrale clubgebouw is in 2022 opgeleverd en in gebruik genomen.

S.V. Oosterwolde 
De ruilovereenkomst tussen de gemeente en s.v. Oosterwolde is getekend (= gemeente eigenaar van het perceel met opstal van voormalig v.v. Griffioen en s.v. Oosterwolde eigenaar van een stuk grond voor de uitbreiding); de vernieuwbouw inclusief uitbreiding van de was- en kleedaccommodatie is in uitvoering en wordt begin 2023 opgeleverd. S.V. Oosterwolde maakt gebruik van het voormalig korfbalveld. K.V. Dio is gehuisvest in het clubgebouw van voormalig v.v. Griffioen en maakt gebruik van het voormalig hoofdveld. Op dit veld is in opdracht van k.v. DIO een lichtinstallatie gerealiseerd met behulp van Fonds Ooststellingwerf en andere fondsen.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In 2019 is een nieuwe MOP opgesteld voor de 3 B's voor de periode 2019 tot en met 2033. Op basis daarvan ontstaat een tekort vanaf 2026. Bij de jaarrekening 2019/2020 heeft u daarom besloten om vanaf 2021 € 35.000 per jaar te doteren aan de voorziening, zodat deze tot en met 2028 toereikend is voor het geplande onderhoud. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor de Steegdenhal bedraagt met ingang van 2017 € 15.500. De basis hiervoor is de MOP 2017-2026. In 2022 zijn nieuwe MOP's opgesteld omdat de huidige niet meer voldoen.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Voor een aantal exploitanten was niet duidelijk of zij als winstbeogende exploitanten worden aangemerkt. Voorzichtigheidshalve hebben wij voor 2019 en 2020 een SPUK aanvraag ingediend. Vanaf 2021 is er door aanpassing van de afspraken duidelijkheid omtrent de winstbeogendheid van deze exploitanten en wordt de btw op het planmatig onderhoud van het betreffende onroerend goed gecompenseerd via het btw-aangifte. 

Sportterreinen

Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetra-veld uit te breiden en het bestaande (halve) trainingsveld uit te breiden naar een volledig oefenveld; deze uitbreiding is in 2021 gerealiseerd. Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2020 en 2021 is voor de jaren 2020 tot en met 2023 per jaar € 100.000 beschikbaar gesteld om de sportvelden te voorzien van automatische beregening.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. In 2022 is het planmatig onderhoud, inclusief het jaarlijks renoveren van de toplaag van 1 veld, Europees aanbesteed voor een periode van 4 jaar met de mogelijkheid om het twee keer met 1 jaar te verlengen. 

Conform planning is er een toplaag vervangen zijn 9 velden voorzien van automatische beregening.

ICT
Zie OWO paragraaf.

Overzicht beheerplannen

Terug naar navigatie - Overzicht beheerplannen
Naam beheerplan Vastgesteld in de raad Looptijd Lasten Is er achterstallig onderhoud?
Wegen MOP wegen 21-9-2021 MadR 2022 t/m 2026 1.156.000 Nee
Kunstwerken MOP Civieltechnische Kunstwerken 2018-2022 tkn maart 2022 2023 t/m 2027 69.000 Nee
Gebouwen MOP gemeentelijke vastgoed 2016 t/m 2025 176.500 Nee
Water N.v.t. nvt
Riolering Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 1-7-2020 2020 t/m 2024 2.919.000 Nee
Openbare verlichting MOP OV 2018-2022 tkn maart 2018 2018 t/m 2022 235.956 Nee

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2022 is door u op 20 december 2022 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm. 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2022 bedraagt € 6,65 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2022 van afgerond € 78,3 miljoen). Uit de onderstaande tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2022 niet is overschreden.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen afgezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2023-2025 naar verwachting niet wordt overschreden.

x € 1.000
Kasgeldlimiet Rekening
2022
Kasgeldlimiet aanvang begrotingsjaar -6.655
Omvang netto vlottend schuld
1e kwartaal 5.107
2e kwartaal 7.323
3e kwartaal 9.065
4e kwartaal 10.101
x € 1.000
Rente risiconorm Rekening Begroting 2023 Mjb 2024 Mjb 2025
2022
Rente risiconorm 15.660 15.507 15.285 14.942
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 3.569 1.300 3.800 5.000
Geldleningen met renteherzieningen -
Totaal Aflossingen en renteherzieningen 3.569 1.300 3.800 5.000
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 12.091 14.207 11.485 9.942

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Rente Bedrag Rente
Stand per 1 januari 27.600 0,59% 2.507 4,38%
Nieuwe leningen -
Reguliere aflossingen -3.500 -69
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 24.100 0,54% 2.437 4,43%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2022 is als volgt berekend: rente 2022 / stand 1-1-2022. Het gemiddelde rentepercentage eind 2022: rente 2023 / stand per 31-12-2022. In 2022 zijn geen nieuwe leningen aangetrokken.

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningbouwcorporaties 2.437
MFC Oldeberkoop 218
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 578
Dorpshuizen 10
Vereniging Toeristisch Recreatie Belang 20
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 700
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 31 december 2021 4.943

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen. Zie de tabel in de bijlage voor het overzicht schatkistbankieren.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Elk jaar moet bij de jaarrekening de werkelijke doorbelaste rentelasten worden vergeleken met de voorgecalculeerde doorbelaste rentelasten. Als de afwijking meer dan 25% is dan moeten we overgaan tot correctie. 

x € 1.000
Renteschema werkelijk 2022 Bedrag
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 277
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 176
Saldo rentelasten en rentebaten 102
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 15
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 110
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering) 111
14
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 88
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen -
d2. Werkelijke rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 88
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 123
Verschil -35

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf wil met lef en passie werken aan duurzame en toekomstbestendige initiatieven. Groot en klein, van binnen en van buiten de organisatie. Met een mentaliteit die gebaseerd is op daadkracht, op 'meer doen, minder praten'. Vertrouwen in de kracht van medewerkers én inwoners is de basis onder het (samen)werken. We willen meer faciliteren dan regisseren, initiatief van buitenaf omarmen en zo het woon- werk-, en leefklimaat in Ooststellingwerf op continue basis verbeteren.

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

Via het IBT houdt de provincie toezicht op correcte uitvoering van de medebewindstaken. Dit zijn: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Friese taal, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie. In samenspraak met de gemeente wordt een toezichtsplan opgesteld over de prioritering en beheersing van risico’s.

Human Resource Management

Terug naar navigatie - Human Resource Management

In 2022 is gestart met de aanpassing van de kantoren aan hybride werken. De proeftuin die gepland stond voor dit jaar is helaas vertraagd als gevolg van de aanbesteding - en levertijd van meubilair. Om tijd te winnen zijn andere onderdelen van het plan naar voren gehaald. Dit project loopt en zal nog geruime tijd in beslag nemen. Medewerkers worden op allerlei manieren betrokken bij het project via kennisspellen en creatieve sessies.

Het vervallen van de taakstelling op de formatie die onderdeel was van het heroverwegingsproces betekende een positief signaal richting medewerkers. 

De afgelopen periode zijn de acties uit de organisatiescan Fit voor de Toekomst opgepakt die voor 2022 gepland stonden. Zo zijn de missie en visie vernieuwd en gedeeld met college, leidinggevenden en medewerkers. Dit en andere adviezen uit de organisatiescan vormen de basis voor de vernieuwing van het strategisch personeelsbeleid die de komende tijd zijn beslag gaat krijgen. Hierbij staat de medewerker centraal omdat hij/zij het verschil maakt als het gaat om de kwaliteit van de dienstverlening.

Belangrijk is dat in 2022 de weg vrij is gemaakt voor de start van de OWO-trainees. Zo zetten we werken bij de OWO-gemeenten op de kaart.

Het besluit om per 2023 een vergoeding van de reiskosten woonwerk-verkeer in te voeren voor medewerkers is in dit moeilijke jaar de kers op de taart, het wordt zeer gewaardeerd en verstevigt ook onze positie op de (krappe)arbeidsmarkt.

Tenslotte zijn in 2022 voorbereidingen getroffen voor een nieuwe meting van het Medewerkertevredenheidsonderzoek en is het OWO onlineleerplatform OLGA in gevoerd met een keur aan online trainingen die medewerkers in hun eigen tijd kunnen volgen. Een belangrijke stap als het gaat om flexibel leren. 

Financiën, Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control

De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. In 2022 zijn we gestart met het organiseren voor trainingen voor de commissie P&C en de auditcommissie. Hierna komt binnen de auditcommissie de indeling van de programmabegroting, en ook mogelijk andere onderwerpen, aan de orde. 

Continuïteit

Terug naar navigatie - Continuïteit

Financien
Financieel gezien stond de gemeente er in het jaar 2022 goed voor. Ook voor de komende jaren sluit de begroting. Financieel gezien is de continuïteit van onze gemeente gewaarborgd. 

ICT 

De complexiteit en kwetsbaarheid van systemen, netwerken en applicatielandschap zijn verder toegenomen. In 2022 is dit nog eens gesignaleerd. Vanaf 2023 komen er aanzienlijk meer middelen vrij om dit het hoofd te bieden en daarmee de bedrijfscontinuïteit van de OWO gemeenten verder te borgen. In 2022 zijn er een aantal storingen geweest, maar bij geen van deze is de bedrijfscontinuïteit in het geding geweest. De grootste storing viel in de kerstperiode. Ook zijn er geen veiligheidsrisico’s met een impact op de continuïteit geweest. Aan verdere bewustwording op dit vlak is in 2022 ingezet.

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)

Terug naar navigatie - Juridische kwaliteitszorg (JKZ)

Het MT stelt jaarlijks de JKZ-jaarplanning voor vast. Met juridische kwaliteitszorg kunnen we de juridische kwaliteit van het handelen van de gemeente verbeteren. We investeren in kennis en vaardigheden door bijvoorbeeld juridische informatie te delen, standaardbrieven op te stellen, opleidingen en trainingen te verzorgen. Daarnaast zetten we in op het in een vroeg stadium betrekken van de juridisch adviseurs van het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken bij dossiers.

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Betrouwbaarheid en rechtmatig handelen binnen wet- en regelgeving is een belangrijk punt voor de gemeente. Jaarlijks leggen we in het Interne Controle plan de uitvoering van de verbijzonderde interne rechtmatigheidscontrole vast. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden. In 2022 zijn er al acties ondernomen vooruitlopend op de aankomende wijziging van de wetgeving met betrekking tot de accountantscontrole en het opnemen van een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening.

Fraude

Terug naar navigatie - Fraude

Jaarlijks stellen we vast of we binnen onze algehele bedrijfsvoering in voldoende mate effectieve technische en organisatorische maatregelen hebben getroffen om misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude te voorkomen, dan wel op te sporen. Hierbij houden we ook rekening met invloeden van buiten de organisatie, zoals corruptie, omkoping, bedreiging en cybercrime. In 2022 hebben we geen fraude geconstateerd. 

Informatiebeveiliging en privacy

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging en privacy

Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. In 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) in werking getreden, waarmee er één normenkader is ontstaan voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Ons informatiebeveiligingsbeleid is in 2022 geactualiseerd en continu gebaseerd op het treffen van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van dit normenkader.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vragen continu aandacht en investeringen. De gemeente heeft diverse instrumenten ingezet om de informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren. De gemeente heeft in 2022 zichtbaar voldaan aan de normen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van onze dienstverlening via DigiD en aan de specifiek normen welke gelden voor de BRP en de waardedocumenten, Suwinet, BAG, BGT, WOZ en BRO.

Burgers hebben op grond van de AVG het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en de eisen waaraan persoonsgegevens moeten voldoen zijn verscherpt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. In 2022 is het privacybeleid van de gemeente geactualiseerd en hebben we zichtbaar gewerkt aan de verdere inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform deze privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels.

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

We zetten communicatie op verschillende manieren in om inwoners, ondernemers en stakeholders te informeren en te betrekken bij ons beleid en diensten. We gebruiken daarvoor offline en online kanalen. Voor de herkenbaarheid en betrokkenheid interviewen we inwoners over hun verhaal. Deze verhalen delen we via de gemeentepagina in de krant en onze online kanalen. We monitoren onze website en sociale media. Op basis van die data kunnen we onze kanalen en middelen zo effectief mogelijk inzetten en zo veel mogelijk mensen bereiken. Daarnaast is onze gemeentegids vernieuwd naar een gemeentemagazine, waarin ook verhalen centraal staan. Onze wekelijke gemeentepagina blijft, naast de online kanalen, een belangrijke communicatiekanaal. We versturen diverse nieuwsbrieven, zoals de dorpennieuwsbrief en de ondernemersnieuwsbrief. 

Naast uitvoerende communicatieactiviteiten richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en -vaardigheden te vergroten. Want communiceren doen we allemaal. We adviseren bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers zoals in de programma’s Omgevingswet, Samenleven, Duurzaamheid en Dienstverlening.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor


We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2022 is begroot op € 113.000. Op dit moment is de afrekening nog niet bekend.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Resultaat x € 1.000 € 0
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF wordt samengewerkt aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo worden (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperkt en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevordert.
Financieel belang Bijdrage 2022 € 2.726.316:
1. Gezondheid € 196.240
2. Jeugdgezondheidszorg € 943.190
3. Veiligheid € 103.686
4. Brandweer € 1.553.200
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 6.075 1-1-2021 € 72.001
31-12-2021 € 9.753 31-12-2021 € 87.724
Resultaat x € 1.000 € 2.985(2021)
Risico's Als de VRF zich niet houdt aan afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. sociale werkvoorziening drachten. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Nijboer
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Financieel belang Onze exploitatiebijdrage voor de GR SW Fryslân voor 2021 bedraagt € 0
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2021 € 0 01-01-2021 € 7.172
31-12-2021 € 0 31-12-2021 € 6.386
Resultaat x € 1.000 € 0 (2021)
Risico's Als gemeente lopen we het risico dat het subsidietekort oploopt in de komende jaren. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap
Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur: wethouder Jan van Weperen
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2022: € 80.895
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 1.387 1-1-2021 € 813
31-12-2021 € 1.161 31-12-2021 € 1.073
Resultaat x € 1.000 € 1 (2021)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door: wethouder Gerben But
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2022 € 467.027
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 1.626 1-1-2021 € 5.572
31-12-2021 € 1.422 31-12-2021 € 5.280
Resultaat x € 1.000 € 121 (2021)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. In de ontwerpbegroting 2022 is melding gemaakt van een belangrijke verandering ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is dat deze ontwerpbegroting is opgesteld volgens de nieuwe sturings- en financieringssystematiek. Kern hiervan was dat de kosten voor de deelnemers eerlijk worden verdeeld; elke deelnemer betaalt voor de producten/diensten die worden afgenomen. Voor Ooststellingwerf betekende dat een toename van de bijdrage van ongeveer € 100.000. We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door: wethouder Jelke Nijboer
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 350 1-1-2021 € 81
31-12-2021 € 455 31-12-2021 € 136
Resultaat x € 1.000 € 96 (2021)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het teruglopen van de bouwactiviteiten in relatie tot de financiële crisis zoals we die in de afgelopen jaren hebben ervaren. Dit risico kunnen we verminderen door in te spelen en actief te reageren op ontwikkelingen en toekomstprognoses in de begroting. Zo kunnen we daar waar nodig bijsturen of zelfs maatregelen afdwingen om de leges kostendekkend te maken voor de komende jaren. Dit alles conform de eisen en voorschriften zoals die zijn gesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Hûs en Hiem. Gezien de huidige ontwikkelingen in de woningmarkt, zullen inkomsten naar verwachting de komende periode toenemen.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Gerben But
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2021 bedraagt € 60.077 (Afvalsturing) en € 57.858 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2021 € 61.055 1-1-2021 € 132.770
31-12-2021 € 64.757 31-12-2021 € 128.437
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2021 € 9.426 1-1-2021 € 20.912
31-12-2021 € 11.485 31-12-2021 € 25.406
Resultaat x € 1.000 a. € 4.936 (2021)
b. € 2.834 (2021)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2021 is € 42.682
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 5.097.000 1-1-2021 € 155.262.000
31-12-2021 € 5.062.000 31-12-2021 € 143.995.000
Resultaat x € 1.000 € 236.000 (2021)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO

 

 

Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 71 1-1-2021 € 1.058
31-12-2021 € 68 31-12-2021 € 1.029
Resultaat x € 1.000 € -2 (2021)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

De druk op de woningmarkt is hoog gebleven. De gemeente voert weer actief regie op (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. Daarnaast benutten we ook de woningbouwinitiatieven van derden. Om hier nader inhoud en vorm aan te geven is de ambtelijk Taskforce Wonen druk bezig versnelling te brengen in de realisatie van woningbouw. Verder is het grondbeleid gericht op, en voldoet aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook staat het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken gericht op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs. Het grondbeleid dient sturing te geven aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich. 

Actief grondbeleid betekent het op- en inrichten van nieuwe grondexploitaties waarbij de uitgifte van de grond als ook het bouw- en woonrijp maken door de gemeente gedaan wordt. Maar het kan eveneens voorkomen dat woningbouwontwikkelingen volledig door private ontwikkelaars worden uitgevoerd of waarbij de gemeente regie voert op het gewenste woningbouwprogramma en de ontwikkeling/realisatie hiervan door een private partij laat uitvoeren. In die gevallen faciliteren wij dan door het uitvoeren van onze wettelijke taken, zoals het maken van een nieuw bestemmingsplan. Maar we kunnen ook faciliteren door het treffen van voorzieningen in de openbare ruimte of het aanleggen van nutsvoorzieningen. De kosten hiervan moeten we vervolgens op de ontwikkelende partij verhalen (Hfd 6.4 Wro). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst. Met de komst van de Didam-uitspraak is ook de uitgifte van bouwgrond, waaronder de kaveluitgifte, nader gereguleerd. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid 2022. De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. De Nota grondprijzen geeft aan wat de grondprijzen zijn, welke manier van berekenen kan worden gehanteerd en wat de bijbehorende parameters zijn.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Een belangrijke rechterlijke uitspraak is het Didam-arrest. Door deze uitspraak is de verkoop van onroerend goed door een overheid onlosmakelijk verbonden met de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Wij hebben in de Nota Grondbeleid 2022 en ons Uitgifteprotocol de vereiste aanpassingen gedaan. 

Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de Woon(zorg)visie 2022-2026.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt grondzaken zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro.
  • Voldoet grondzaken aan de recente relevante jurisprudentie (Didam-uitspraak)
  • Voldoet grondzaken aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft grondzaken een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is grondzaken robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is grondzaken financieel transparant en gezond (inzet op maximale terugverdiencapaciteit).
  • Heeft grondzaken nieuwe dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet is de Nota Grondbeleid 2022 vastgesteld. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht, onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder wordt de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd. De Didam-uitspraak reguleert de uitgifte van bouwgrond en bouwkavels, hiervoor hebben we in "het Uitgifteprotocol voor bouwkavels in de gemeente Ooststellingwerf" de werkwijze beschreven.

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
De Woon(zorg)visie 2022-2026 is op 25 januari 2022 vastgesteld door de raad. Als input hiervoor is onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad.

Nieuwbouw
De druk op de woningvoorraad is groot en vraagt om creatief denken en handelen om de voorraad te vergroten. De gebouwen en panden worden herbestemd tot woningen. Daarnaast zorgt de Taskforce Wonen voor een versnelling van nieuwbouw, zowel door de uitgifte van gemeentelijke bouwgrond als het faciliteren van initiatieven van derden. Hiervoor blijven we in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij aandacht voor innovatieve woningbouw. Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen.

Complexen grondexploitatie
Woningbouw in Exploitatie Genomen Gronden (IEGG)

  • Langedijke: 1 kavel resteert
  • Elsloo: de laatste kavel is in 2022 verkocht
  • Donkerbroek-West: de laatste 2 kavels zijn in 2022 verkocht
  • De Kromten Waskemeer: fase 1 afgesloten 2018; fase 2 zal bestaan uit drie (3) kavels, de grondexploitatie hiervoor is op 29 november 2022 vastgesteld door de raad. De uitgifte van deze kavels staat beschreven in de verkoopbrochure en zal begin 2023 plaatsvinden.


Woningbouw niet in Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG)

  • Aan de Boekhorsterweg in Oosterwolde is ruimte gecreëerd voor in totaal 6 rijwoningen, type drie-onder-één-kap, start bouw wordt in 2023 verwacht. De grondexploitatie zal hiervoor in 2023 worden geactiveerd.


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: prognose € 270.000 per jaar aan verkopen. Resterende looptijd 2025.
    Haulerwijk De Turfsteker: uitgifte prognose: 1 kavel per jaar, resterende looptijd 2023.

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen hoog risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion).

Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) is de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. Tot dusver hebben we nog geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen, maar bij nieuwe en re-activering van grondexploitaties verwachten we dat we in de sfeer van de VPB terecht gaan komen.

Algemene reserve grondexploitatie (ARG)
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen ten gevolge van een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben de regels van het BBV de POC-methodiek toegepast. Er wordt nu gekeken naar het 'percentage of completion'. De stand van de reserve is per 1-1-2023 € 2.060.000. Naast een bedrag van € 1.479.000 als ARG, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 581.000 beschikbaar. 

Eerdere jaren is de hoogte van de reserve (ex onderdeel Masterplan Oosterwolde) gekoppeld aan het berekende minimale niveau. Voor 2022 is dit niveau berekend op € 204.000. Bij de Nota Reserves en voorzieningen per 2022 stellen wij u voor deze koppeling voor nu los te laten. In de nabije toekomst zullen er nieuwe exploitatieplannen worden vastgesteld. Om eventuele verliezen te kunnen opvangen is een betere reservepositie noodzakelijk.

 

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot een bedrag van € 1.000.000 per jaar. De voorwaarden om het krediet aan te mogen spreken staan in de ‘Nota Grondbeleid 2022’. (zie financiële verordening 2022 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid).

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

PAS en PFAS

Terug naar navigatie - PAS en PFAS

PAS
Het kabinet heeft als doel geformuleerd om voor het jaar 2030 de hoeveelheid stikstof op minimaal de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen, tot een voor de natuur veilig niveau. Tot op heden zijn er in onze gemeente geen bouwprojecten als gevolg van de PAS komen te vervallen, wat niet wegneemt dat we de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.

PFAS
Sinds 2021 voldoen we aan de wettelijke verplichting om een recente bodemkwaliteitskaart inclusief PFAS voor het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf te hebben. Deze bodemkwaliteitskaart dient als toetsingskader dienen bij grondverzet.

Verschillende lidstaten, met Nederland als koploper, willen dat alle schadelijke PFAS-stoffen worden verboden. Er is hiervoor een Europese verordening in voorbereiding die in de komende 5 jaar van kracht zou moeten worden. Wat de impact van het verbod op onder andere de bouw heeft wordt uitgezocht door de Europese wetenschappelijke comités.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw
Onder meer:

  • Aan de Meester van Ekstraat in Haulerwijk zijn 7 rijwoningen gerealiseerd in de koopsector.
  • In Oosterwolde is op het terrein waar voorheen de coöperatieve zuivelindustrie “De Zuid-Oost-Hoek” was gelegen, het woningbouwproject De Wrongel in ontwikkeling. Er komen vrijstaande, half vrijstaande, rijwoningen en ook zorgappartementen voor ouderen. Van deze ontwikkeling moet alleen 'de kop' van het plan nog worden gerealiseerd.
  • Het plan aan de Dertien Aprilstraat in Oosterwolde is onherroepelijk. Daar zullen 55 appartementen gerealiseerd worden.
  • Er wordt een bestemmingsplanprocedure doorlopen voor een woon(zorg)complex aan het Oost 60 in Oosterwolde. Het gaat om een plan met 6 koopappartementen die geschikt zijn voor wonen met zorg.
  • Aan de Vaart ZZ 41 in Appelscha wordt een ruimtelijke procedure doorlopen voor de realisatie van 12 woningen (een 2^1 kap woning en een appartementengebouw)
  • Wolvegasterweg 10 (Willinghe prinsstraat) in Oldeberkoop. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor 6 appartementen en twee vrijstaande woningen (8 in totaal), hiervan is de eerste vrijstaande woning gebouwd en in gebruik.


Particuliere ontwikkeling niet-woningbouw

  • Oosterwolde Venekoten Noord; In 2020 heeft een grote brand een groot terrein verwoest in de kop Venekoten-Noord. Dit particuliere terrein zal heringericht worden.
  • Oosterwolde Ecomunity: dit is een particulier initiatief, gericht op de realisatie van een hoogwaardig duurzaam bedrijvenpark met een kenniscentrum.


Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 | Duurzaamheid

In september 2017 heeft u de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vastgesteld. Voor de periode 2021 – 2025 zijn de ambities van de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vertaald in het Programma Duurzaam Ooststellingwerf 2021 - 2025. Met dit programma gaan we verder met de lijn die we hebben ingezet met de Versnellingsagenda duurzaam Ooststellingwerf 2030 en het Uitvoeringsprogramma Biobased Economy 2016 – 2020. De focus ligt op drie thema’s:

  1. Energietransitie
  2. Klimaatadaptatie
  3. Circulaire economie


Voor de opgaven binnen deze thema’s hebben we de samenleving nodig. Door middel van participatie betrekken we onze inwoners en geven we ze een grote rol in het bedenken en uitvoeren van projecten en acties die bijdragen aan de opgaven. Hiervoor willen we aansluiten bij wat er leeft en speelt in de wijken en dorpen in onze gemeente. De uitvoeringsagenda van het Programma Duurzaamheid bevat concrete projecten en een financiële onderbouwing die aan is voorgelegd ter besluitvorming. De voortgang wordt gerapporteerd via de P&C-cyclus.

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Doel: Ooststellingwerf energieneutraal in 2030
Opgaven:

  • Energiebesparing
  • Duurzame energieopwekking
  • Duurzame mobiliteit


Om energieneutraal te zijn mogen we in 2030 niet meer energie gebruiken dan we zelf duurzaam opwekken. Om dit te bereiken gebruiken we zo weinig mogelijk energie door energiebesparing. Als we energie gebruiken doen we dat zo efficiënt mogelijk. Het opwekken van energie doen we duurzaam en met zo laag mogelijke uitstoot van CO2. Hiervoor stellen we onder andere in 2021 een Warmtetransitieplan op. Daarnaast zetten we in op duurzame vormen van mobiliteit.

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Doel: klimaatbestendig Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Vergroten klimaatbestendigheid
  • Verbeteren van bodemgezondheid
  • Vergroten van de biodiversiteit

Door de klimaatverandering is er meer kans op weersextremen met wateroverlast, hitte en droogte. Eén van de risico’s hiervan is een afname van de biodiversiteit. We zetten in op het afkoppelen van hemelwaterafvoer van het riool en het verminderen van de hoeveelheid verhard oppervlakte. We willen het regenwater langer vasthouden zodat het de tijd krijgt om te infiltreren in de bodem. Dit komt ten goede aan het grondwater en daarmee aan de watervoorraad voor de natuur, de biodiversiteit en de landbouw.

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Circulaire economie

Doel: meer gesloten kringlopen in Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Biobased produceren
  • Afvalstoffen en grondstoffen
  • Kringlooplandbouw en voedsel

In een circulaire economie zetten we in op hergebruik van: allereerst producten, vervolgens materialen en ten slotte grondstoffen. In een circulaire economie worden producten zo gemaakt dat ze gemakkelijk zijn te hergebruiken en de samenstelling van producten zoveel mogelijk biologisch afbreekbaar is.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën

 

 

x € 1.000
Financiën paragraaf 9 Duurzaamheid
Incidentele middelen
Thema Energietransitie
Reductie Regeling Energiegebruik Woningen (RREW) 341
Transitievisie warmte 9
Thema Klimaatadaptatie
Leer- en onderzoekscentrum Bodem 530
Roekenbeheer 26
Thema Circulaire economie
BBE 6
Structurele middelen (beschikbaar voor alle thema's)
Milieubeleid 62
Uitvoeringsbudget programma duurzaamheid 97

Paragraaf 10 | OWO-Samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed en ook intensief OWO jaar. Een jaar waarin het elkaar live opzoeken weer normaal is geworden. Na de gemeentelijke verkiezingen, zijn nieuwe samenstellingen van de raden en colleges ontstaan, die zich opnieuw dienden te verhouden tot de OWO samenwerking. Tijdens de twee besprekingen in 2021 over de in datzelfde jaar vastgestelde OWO visie, is door de drie raden verzocht om een klankbordgroep OWO raden op te richten. Bedoeld om de voortgang van de samenwerking in brede zin te kunnen bespreken, daar waar de raden via de P&C cyclus op hooflijnen worden geïnformeerd en indien wenselijk via speciale themabijeenkomst over speciale gezamenlijke samenwerkingsonderwerpen. In december 2022 is deze klankbordgroep OWO raden voor het eerst bijeen gekomen. De OWO-colleges hebben hun eerste bijeenkomst in de nieuwe samenstelling in oktober 2022 gehad en er hebben al themabijeenkomsten plaatsgevonden voor de OWO raden. Het OWO Directie en Managementoverleg (DMO) heeft meerdere besprekingen gehad over de doorontwikkeling van de OWO samenwerking en hoe deze het beste kan aansluiten bij wat onze omgeving van ons vraagt.

Er zijn in september 2022 zes OWO-trainees gestart, twee per gemeente. Zij doorlopen een traineetraject van twee jaar, waarbij ze na elk half jaar hun opdracht afronden en een nieuwe starten. Daarnaast doen ze mee aan het gehele aanbod aan trainingen dat in OWO verband wordt gegeven. Er is gestart met het opstellen van een OWO HR agenda, waarvan de inzet is om na vaststelling ervan, de uitwerking vanaf 2023 start.

Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. Voor wat betreft de omgevingswet zijn in 2022 de interne opleidingen opgepakt en is verder gewerkt aan de minimaal noodzakelijke acties voor de invoering. Er is hard gewerkt aan de voorbereiding van het laatste te nemen raadsbesluit in dit kader, namelijk een legesverordening die Omgevingswet-proof is. Inmiddels is de invoeringsdatum weer uitgesteld naar 1 januari 2024.

In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld. De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden. Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO beleidstafel duurzaamheid.

Onderstaande informatie is een inhoudelijke verantwoording over het jaar 2022 en is afkomstig van de drie OWO afdelingen (Beheer en Registratie, Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO-afdelingen en/of OWO-gemeenten, in deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Hybride werken
De afgelopen paar jaren is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Het als gevolg van Covid-19 in 2021 ontstane hybride werken, heeft zijn effecten op de kantoorwerkplek inrichting, zowel thuis als op kantoor. Op elke gemeentelijke locatie is/wordt gewerkt aan het inrichten van flexibele werkplekken en werkruimten, zoals centrale werkcafés.

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder dan ooit. Rekening houdend met toekomstige ontwikkelingen en de wettelijk verplichtingen in alle inhoudelijke gemeentelijke domeinen, maar ook kijkend naar een efficiëntere procesvoering, zijn veranderingen in de processen nodig. Dit vraagt andere competenties van de medewerkers. Efficiëntie en dus de veranderende procesvoering, helpt ook bij vraagstukken van de teams voor de toekomst, als het gaat over de invulling van functies n.a.v. natuurlijke verlopen, zoals bijvoorbeeld pensionering.

Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies.

Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel. Wij sluiten hierbij graag aan bij hetgeen hierover gezamenlijk wordt opgepakt vanuit HRM in de drie organisaties in het kader van vinden, boeien en binden.

Aanbestedingen
De aanbesteding van ICT-applicaties is begin 2022 afgerond. In de periode 2022 - 2026 wordt het ICT applicatielandschap gefaseerd geïmplementeerd. In 2022 zijn de voorbereidingen gestart. Vanwege onder andere migratie naar de Cloud en een Multitenant omgeving (met één user in drie verschillende omgevingen kunnen werken), vraagt de implementatie de nodige voorbereiding qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen, ingerichte beheerorganisatie et cetera.

Topprioriteiten

Terug naar navigatie - Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en doorontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. De vraag is of deze 10 topprioriteiten nog actueel genoeg zijn. Hierover wordt in 2023 verder gesproken op zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau.

1a. OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
In 2022 is gestart met een analyse van de afdeling OWO BV, wat heeft geleid tot een verbeterplan dat is vastgesteld en waarvoor de drie gemeenteraden middelen beschikbaar hebben gesteld. Het doel is ‘de basis op orde’ richting een toekomstbestendige afdeling OWO BV, oftewel voldoen aan de minimale eisen die ons werk stelt aan digitale informatievoorziening en archivering, personeels-, salaris- en financiële administratie en centraal en verantwoord inkopen en aanbesteden. Eind 2022 hebben zowel de OWO-colleges als de klankbordgroep OWO raden gevraagd om een dergelijke analyse óók uit te voeren voor de OWO afdelingen VTH en B&R. Dit zal in 2023 worden opgestart.

1b. OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie in 2021 is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande. 

2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
Het richting geven aan de OWO ambities en het dienstverleningsconcept is een continu proces dat we zijn opgestart na vaststelling van de herijkte visie in 2021. 

3. Door ontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In het in 2022 opgestarte ontwikkeltraject van OWO BV is het inkoop- en aanbestedingsbeleid een integraal onderdeel. Het team inkoop is verder versterkt met een tweetal trainees.

4. Datagedreven werken
In 2021 en 2022 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens is onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten. In september 2022 zijn twee voorstellen voorgelegd aan de OWO-directie, de eerste ging over het opstellen van een uitvoeringsplan voor het datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten en het tweede was het advies om voor een jaar aan te sluiten bij DataFryslân. De kosten voor het datagedreven werken en aansluiten bij DataFryslân zijn vanaf begrotingsjaar 2022 al structureel opgenomen in de programmabegrotingen van de gemeenten. De directie heeft ingestemd met beide voorstellen Deelname aan de coöperatie DataFryslân vraagt om formele besluitvorming door de drie colleges. Daarbij krijgen de drie gemeenteraden gelegenheid hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Deze definitieve besluitvorming vindt plaats in 2023. 

Eind 2022 is het uitvoeringsplan opgesteld en in januari 2023 wordt deze getoetst door een extern bureau. Na deze toetsing wordt het uitvoeringsplan ter vaststelling aangeboden aan de OWO-directie.

5. Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6. Harmonisatie APV
De invoeringsdatum voor de Omgevingswet is ook in 2022 weer opgeschoven. Reden om de herziening van de APV op te schuiven naar 2023. Daarmee wordt de APV Omgevingswetproof en kijken we ook naar verdergaande harmonisatie.

7. Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. In 2022 is op basis van de college en coalitieakkoorden van de OWO-gemeenten gekeken of de doelstellingen uit het VTH-beleidsplan nog aansluiten bij de bestuurlijke wensen. Hierbij springen de Omgevingswet en Ondermijning eruit. Verder zij verwezen naar wat er staat onder 1a.

8a. Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Onder regie van OWO-VTH zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Van 1 juli 2022 naar 1 januari 2023 en via 1 juli 2023 recentelijk naar 1 januari 2024.  Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen. Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

8b. Ondermijning
Het thema ondermijning heeft meer bestuurlijke prioriteit gekregen en in 2022 zijn er meerdere dagen geweest waarop gemeente, politie en andere organisaties brancheonderzoek hebben gedaan om ondermijning onder de aandacht te brengen en/of op te sporen. Er wordt ook ingezet op smart-solutions op dit vlak. Denk daarbij aan de inzet van een drone en data-onderzoek Dit beleid en deze acties worden in 2023 voortgezet.

9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit zijn een steeds groter risico geworden. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. In het formatieplan voor 2023 is hierin verder voorzien. Daarop vooruitlopend is al in 2022 een verschuiving van taken naar systeem- en netwerkbeveiliging doorgevoerd. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom  onze ICT omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. 

10. Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en –behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers. Voorbeelden zijn het digitaliseren van archieven en poststromen en het digitaliseren van facturering e.d.

Paragraaf 11 | Wet Open Overheid

Paragraaf Wet Open overheid

Terug naar navigatie - Paragraaf Wet Open overheid

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) inwerking getreden. De wet is bedoeld om overheidsorganisaties transparanter te maken. De wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar en uitwisselbaar is. De Woo vervangt de Wob (Wet openbaarheid van bestuur) en kent drie doelstellingen:

  1. Actieve openbaarmaking. Hieronder valt het actief openbaar maken van informatie. Dit zal via een landelijke voorziening (PLOOI) verlopen, deze treedt medio 2023 in werking. Daarnaast bevat de Woo een inspanningsverplichting, waarbij overheidsorganisaties gevraagd worden om meer openbaar te maken dan de verplichte categorieën.
  2. Passieve openbaarmaking. De Woo volgt de Wob op en daarmee is de reactietermijn van overheden op Woo-verzoeken verkort van 4 naar 2 weken. Feitelijk betekent dit dat Woo-verzoeken binnen 6 weken afgehandeld moeten worden in plaats van 8 weken.
  3. Duurzame informatiehuishouding. Overheidsorganisaties dragen de zorgplicht om maatregelen te treffen voor het duurzaam toegankelijk maken van digitale documenten en het daarmee verbeteren van hun informatiehuishouding. De Woo heeft daardoor impact op de organisatieprocessen en de werkwijzen van de medewerkers. Medewerkers moeten zich bewust zijn van het feit dat in beginsel alle informatie die zij creëren openbaar is. Dit vraagt om een gedragsverandering binnen de OWO-gemeenten.

Wat hebben we gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we gedaan?

De voorbereiding op de Wet open overheid heeft in 2022 geresulteerd in het aanstellen van een projectleider. De website is aangepast met informatie over deze wet. Een impactanalyse en nulmeting zijn gestart in 2022. Met de impactanalyse brengen we op het niveau van de organisatie in kaart wat de gevolgen zijn van de invoering van de Woo. Vervolgens bepalen we wat er nodig is om te voldoen aan de wettelijke minimale eisen van de Woo en achterhalen we in gesprekken met de professionals van de gemeenten wat dit betekent voor de organisatie, de processen, de mensen en de middelen. Met een nulmeting wordt inzicht gecreëerd in waar de organisatie staat als het gaat om de mate waarin medewerkers zich de doelstelling van de wet eigen hebben gemaakt, de bekwaamheid van de medewerkers in relatie tot de actieve openbaarmaking en de staat van de informatiehuishouding vanuit het perspectief van de medewerkers en de managers. 

De resultaten van de impactanalyse en de nulmeting komen in 2023 beschikbaar.

Ook is er anonimiseringssoftware aangeschaft. Met deze software worden documenten of hele dossiers automatisch geanonimiseerd. Deze software helpt ons op een snellere manier te werken in het proces van anonimiseren bij openbaarmaking. Wij zitten samen met andere gemeentes in een “koplopers groep” waarin wij samen met de leverancier de software verder te ontwikkelen.  

Op dit moment zijn er al diverse kanalen waar informatie openbaar gemaakt wordt:

  • Vergunningen via officiële bekendmakingen.
  • Ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen via ruimtelijkeplannen.nl.
  • Raadsstukken en door het college aan de gemeenteraad gestuurde stukken. Deze zijn te vinden in het raadsinformatiesysteem.
  • Beleid en regelgeving via overheid.nl.
  • Informatie over perceelgrenzen, woningwaardes, akten en eigendomsgegevens van woningen en gebouwen via het Kadaster.
  • Informatie over bedrijven via de Kamer van Koophandel.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

In 2022 hebben we een aantal stappen gezet die de Woo van gemeenten vraagt. We voldoen daarmee aan de wettelijke verplichtingen.

Paragraaf 12 | Corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In 2020 zijn we wereldwijd getroffen door het coronavirus. Deze pandemie heeft de afgelopen jaren een enorme impact op ieders leven gehad. Ook de gemeente Ooststellingwerf kreeg hier uiteraard mee te maken. Gelukkig verbeterde de situatie in 2022. De coronamaatregelen werden langzaam versoepeld na een harde lockdown. Uiteindelijk vervielen de laatste maatregelen in maart 2022. In deze paragraaf geven wij een overzicht van de financiële effecten die corona in 2022 nog voor Ooststellingwerf heeft gehad en geven we verantwoording over de ontvangen coronamiddelen.

Vanuit de ontvangen corona middelen is bij de jaarrekening 2021 besloten een bedrag van € 596.000 te reserveren in de algemene voor diverse corona gerelateerde onderwerpen, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Van deze middelen is in 2022 in totaal € 362.000 uitgegeven:

  • Gezondheid € 99.000 (programma1)
  • Vervoer (o.a. ANW AutoMaatje), € 43.000 (programma 1)
  • Noodsteun verenigingsleven, € 44.000 (programma 1)
  • Bijdrage Caparis, € 82.000 (programma 1)
  • Verkiezingen, € 77.000 (programma 6)
  • Overig, € 17.000 


In 2022 is in totaal via de circulaires nog € 260.000 ontvangen voor corona gerelateerde zaken. Per saldo resteert er in 2022 een bedrag van € 494.000. In het initiatiefvoorstel deel B is in de raadsvergadering van 20 december 2022 besloten vanuit deze beschikbare coronamiddelen € 400.000 in te zetten om geen OZB te heffen voor gebruikers niet-woningen (€ 265.000) voor belastingjaar 2023 en om het tarief rioolheffing Gebruikersdeel niet-Woningen 0 tot en met 200m3 waterverbruik per jaar (€ 135.000) voor het belastingjaar 2023 te verlagen naar € 0.

Het restant van de coronamiddelen valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Er is geen specifiek coronagerelateerd budget meer beschikbaar voor 2023.

 

x € 1.000
Reservering coronagerelateerde lasten 2022
Activiteit Bedrag Toelichting
ANWB AutoMaatje (2022) -24 College voorstel 1 juni 2021
Huisbezoek ouderen/overbelaste mantelzorgers -15 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Stimulans positieve gezondheid -216 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Actieve benadering van zelfstandig ondernemers -5 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Kwijtschelding huur i.v.m. geen gebruik Boekhorst/Bongerd -14 Noodsteun, raadsmededeling #971
Wijk- en dorpsbudgetten 2022 -16 Amendement #183
Medipoint 2022 -3 Overleg college 23-11-2021
Bijdrage toegang voor testen Oosterwolde -3 Overleg college 23-11-2021
Noodsteun verenigingsleven -300 Noodsteun, raadsmededeling #1064
Totale reservering 2021 -596
5e coronacompensatiepakket 2022 (septembercirculaire 2021) -141 Diverse
6e coronacompensatiepakket 2022 (decembercirculaire 2021) -54 Verkiezingen
overige compensatie -65 wsw, inkomstenderving en continuïteit van zorg
Totale ruimte 2022 -856
gerealiseerde lasten vanuit reservering compensatie 2022 362 o.a. verkiezingen en bijdrage Caparis
Restant over 2022 -494