Door de verplichte toepassing de nieuwe regels van het BBV moeten we met een omslagpercentage van de rente rekenen. In de riolering hebben we de afgelopen 10-15 jaar veel investeringen gedaan. Per investering rekenden we de rente toe tegen de geldende dagrente van de BNG op het moment van activering van de investering. Deze rente was vele malen hoger dan de huidige berekening van het renteomslagpercentage. De wijziging in het BBV zorgt ervoor dat we ongeveer € 900.000 minder aan rente mogen toerekenen aan de riolering. Tegelijkertijd stijgen de afschrijvingslasten met ongeveer € 300.000 omdat de annuïteit verandert (de afschrijving wordt in de eerste jaren hoger). Per saldo zijn de lasten in de riolering jaarlijks € 600.000 lager. We mogen maximaal 100% kostendekkend zijn met de rioolheffing.
Scenario’s lastenverlichting rioolheffing op hoofdlijnen:
Mogelijkheid 1 (gevolg rente)
De rioolheffing verlagen met ongeveer € 600.000 (structureel). Dit komt neer op een korting op de tarieven van 20% (op het gebruikers- en eigenarendeel van de rioolheffing). Het gereserveerde deel van de oorspronkelijke lastenverlichting rioolheffing van € 368.000 (€ 490.000 minus € 122.000 lastenverlichting gebruikersdeel rioolheffing 2017) gebruiken we niet voor lastenverlichting. Dit bedrag kan worden ingezet voor lastenverlichting afvalstoffenheffing.
Mogelijkheid 2 (gevolg rente)
Een combinatie van (structureel) verlagen van de tarieven en het verhogen van de lasten binnen het taakveld/product riolering door jaarlijks een dotatie te doen aan het spaardeel van de voorziening Riolering.
Voor het verlagen van de tarieven kunnen we vanaf 2018 minimaal een korting geven tussen de 7½% en 10%. Dit als uitgangspunt. In de Programmabegroting 2017-2020 zijn we uitgegaan van 7½ %. Dit ligt ruwweg tussen de € 200.000 en € 300.000 aan lastenverlichting. Dit geldt dan zowel voor het gebruikersdeel als het eigenarendeel (de eerdere lastenverlichting voor 2017 gold alleen voor het gebruikersdeel) en is dan structureel.
In het huidige kostendekkingsoverzicht van het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP 2015-2019) wordt de rioleringsvoorziening in 2027 negatief. Vanaf 2029 staan hoge (miljoenen) investeringen in de riolering gepland. Voor deze investeringen is op dit moment nog geen dekking. De verlaging van de rentelasten in de riolering biedt de mogelijkheid om nu alvast te sparen voor deze toekomstige grote investeringen, waardoor het niet/minder nodig is om over een aantal jaren het tarief (meer dan trendmatig) te laten stijgen. Het kostendekkingsoverzicht van het GRP moet hiervoor opnieuw doorgerekend worden. Dit betekent dat we later dit jaar met een update komen van het kostendekkingsoverzicht, waarin we specificeren welk deel van de lagere lasten toegevoegd wordt aan de voorziening en welk deel ingezet wordt voor tariefsverlaging.
Het gereserveerde deel van de oorspronkelijke lastenverlichting rioolheffing van € 368.000 ( € 490.000 minus € 122.000 lastenverlichting gebruikersdeel rioolheffing 2017) gebruiken we niet voor lastenverlichting. Dit bedrag kan worden ingezet voor lastenverlichting afvalstoffenheffing.
Samenvatting van mogelijkheid 2:
- het tarief rioolheffing voor eigenaar en gebruiker kunnen we met ingang van 2018 verlagen met 7½% - 10%, een behoorlijke structurele lastenverlichting;
- de overige uitgangspunten van het GRP 2015-2019 veranderen niet;
- voor forse toekomstige investeringen (vanaf 2029) kan vanaf 2018 jaarlijks een bijdrage in de voorziening Riolering gestort worden;
- het gereserveerde deel van de oorspronkelijke lastenverlichting rioolheffing van € 368.000 kan ingezet worden voor lastenverlichting afvalstoffenheffing.