In de Programmabegroting 2017-2020 zijn de beleidskaders uit het Coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen Voortbouwen’ voor de planperiode 2015 tot en met 2018 vastgelegd. Het jaar 2017 is het laatste volledige begrotingsjaar van deze coalitie.
Het kabinet wijzigt de precariobelasting op nutsbedrijven per 1 juli 2017. Dit besluit heeft verstrekkende gevolgen voor het begrotingsperspectief vanaf 2022. We stellen een jaarlijkse stapsgewijze afbouw voor vanaf 2017 van de structurele opbrengst van € 1,232 miljoen. Vanaf 2022 ramen we geen opbrengst precariobelasting meer.
Met ingang van de begroting 2018 moeten gemeenten volgens het BBV de rente omslaan over de taakvelden. We hebben te maken met een fors nadelig resultaatseffect van € 1,3 miljoen. We kunnen dit voor een groot deel opvangen door een structureel voordeel van € 526.000 naar aanleiding van de uitkomsten van de Jaarstukken 2016 in te zetten. Voor het verder afbouwen van onze leningenportefeuille is een structureel bedrag van € 788.000 beschikbaar. Dit bedrag is niet meer nodig.
Bij de Programmabegroting 2017-2020 is besloten in 2017 verschillende scenario’s ‘verlaging lokale lastendruk’ met u door te nemen. Dit combineren we met de budgettaire gevolgen als gevolg van de invoering notitie Rente (BBV) per 2018. In deze kaderbrief is een voorstel opgenomen voor meerjarige lokale lastenverlichting 2017-2021 voor rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Het fonds Ooststellingwerf is succesvol. Gezien het succes en enthousiasme van de inwoners van onze gemeente stellen we voor het fonds Ooststellingwerf te continueren voor de periode 2018-2021. We wachten eerst de evaluatie af alvorens we komen met een voorstel.
Afgelopen jaren hebben we veel ervaring opgedaan met vormen van burgerparticipatie. Inmiddels willen we nog een stap verder gaan door actief in te zetten op overheidsparticipatie.
De begrotingsruimte is tot en met 2020 structureel positief. Echter vanaf jaarschijf 2020 komt de begrotingsruimte onder druk te staan. Vanuit dit begrotingsperspectief bezien stellen we voor het (financiële) uitgangspunt voor deze kaderbrief en Programmabegroting 2018-2021 ten opzichte van de Programmabegroting 2017-2020 niet bij te stellen. De jaarschijven 2018 en 2019 moeten structureel en reëel in evenwicht zijn. Het is gewenst dat de jaarschijven 2020 en 2021 ook structureel en reëel in evenwicht zijn.
Het bestaande en breed gedragen behoedzame financiële beleid is ook de komende jaren ons uitgangspunt. We blijven ons inzetten om een solide financiële koers vast te houden.