Algemeen

Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten

Terug naar navigatie - Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten

Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten 2019

x € 1.000
Saldo jaarrekening Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2018 Begroting Begroting 2019
Saldo van baten en lasten
Lasten -69.265 -68.360 -76.895 -73.052 3.842 V
Baten 70.138 67.852 72.909 70.460 - 2.449 N
Saldo van baten en lasten 874 -508 -3.986 -2.593 1.393 V
Mutatie reserves
Toevoegingen -3.625 -1.232 -2.157 -1.260 897 V
Onttrekkingen 3.692 2.098 6.410 4.226 - 2.184 N
Mutatie reserves 67 867 4.252 2.966 - 1.286 N
Resultaat 940 359 266 373 107 V
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) -908 -386 -1.659 -1.664 - 5 N
Structureel resultaat 32 -27 -1.393 -1.291 102

Mutaties geraamd resultaat 
In onderstaand overzicht zijn de mutaties in het begrotingssaldo (geraamd resultaat) in kaart gebracht. 

x € 1.000
Mutaties geraamd resultaat 2019
Resultaat begroting primitief 359
Nieuw beleid -347
Eindtotaal begroting 2019-2012 november 2018 12
Gevolgen septembercirculaire 2018 -194
Dekkingsvoorstel septembercirculaire 196
Voorjaarrapportage 2019 -65
Najaarsrapportage 2019 inclusief gevolgen meicirculaire 317
Geraamd resultaat 266

De jaarrekening 2019 sluit met een positief saldo van € 373.000. Op het totale budget van € 79 miljoen (totaal begrote lasten inclusief toevoeging reserves) van 2019 betekent dit een afwijking van 0,5%. Wij stellen u voor de genoemde overschrijdingen te autoriseren bij de vaststelling van de jaarrekening 2019. 

Hierna beschrijven we het gerealiseerde resultaat op hoofdlijnen. Bij de programma's geven we per programma een nadere specificatie van de verschillenanalyse. 

Analyse gerealiseerd resultaat

Terug naar navigatie - Analyse gerealiseerd resultaat

Analyse gerealiseerd resultaat 2019 op hoofdlijnen
In onderstaand overzicht treft u een analyse op hoofdlijnen aan van de belangrijkste financiële verschillen tussen de begroting 2019 na wijziging en de jaarrekening 2019. We geven verschillen aan die groter zijn dan € 100.000 en die bijdragen aan het resultaat. Het is in dit onderdeel nadrukkelijk niet de bedoeling een limitatieve opsomming te geven die per programma aansluit op onderstaand overzicht. In de programmaonderdelen, bij de 4e W-vraag ‘Wat heeft het gekost?’, treft u een nadere gedetailleerde specificatie aan, waar we per programma de realisatie vergelijken met het geraamde resultaat.

x € 1.000
Analyse gerealiseerd resultaat Actuele Rekening Verschil
Begroting 2019
1. Sociale Domein -18.816 -18.689 127 V
2. Welzijn & educatie -6.177 -6.064 112 V
3. Ruimtelijke & economische ontwikk. 102 -550 - 652 N
5. Openbare orde en veiligheid -1.707 -1.676 31 V
6. Bestuur & Dienstverlening 26.864 27.353 489 V
Resultaat 266 373 107 V

Programma 1

  • Nadeel van € 360.000 op de Jeugdhulp. Dit komt hoofdzakelijk doordat we een hoger voorschot voor Crisis Jeugdhulp moesten betalen dan waar rekening mee was gehouden en we hebben een afrekening van Crisis Jeugdhulp over eerdere jaren ontvangen. Daarnaast kwamen er nog een aantal facturen over 2016 en 2017 binnen en zijn de lasten voor de trajecten Jeugdhulp hoger geweest. 
  • WMO hulp bij het huishouden, nadeel € 106.000. Bij de begroting 2019 is het budget voor hulp bij het huishouden verhoogd van € 1,4 miljoen naar € 1,9 miljoen doordat de loonkosten toenemen doordat alfahulpen in dienst komen bij de instellingen. Bij de najaarsrapportage 2019 is het budget verlaagd met € 150.000 op basis van de realisatie tot en met dat moment. Achteraf was dat te optimistisch. In het tweede halfjaar van 2019 zijn de aantallen gestegen waarschijnlijk als gevolg van het vaste abonnementstarief (2018 gemiddeld 507 cliënten, 2019 548 cliënten, bron CAK).
  • Per 31-12-2019 is de herstructurering van Caparis afgerond. Vanuit de verkoop van onze aandelen Caparis N.V. en de verrekening van de fair deal hebben wij een bedrag ontvangen van € 517.000.

Programma 2
Programma 2 bevat geen grote afwijkingen.

Programma 3

  • Er is vervuilde bodem op de locaties van de buitendienst geconstateerd bij het onderzoek voor de vernieuwbouw locatie buitendienst eind 2019. De kosten voor bodemsanering moeten behandeld worden als een verlies, onafhankelijk of de kosten verbonden zijn aan investeringen (nieuwe bouwlocatie) of aan bestaande activa (vervuiling onder gemeentelijke gebouwen) met een economisch nut of een maatschappelijk nut. Bij het constateren van vervuilde bodem zijn we op grond van de voorschriften verplicht om hiervoor een voorziening te vormen. De dotatie aan de nieuwe voorziening bodemsanering zorgt voor een nadeel van € 475.000.
  • Na de veiling van het perceel Slotemaker de Bruïneweg te Haulerwijk bleek er onduidelijkheid te zijn over de juiste kadastrale grenzen. Hierdoor is de verkoop in 2019 niet geëffectueerd. In 2020 zal de verkoop (met een lager aantal m2) doorgaan. Over het betwiste aantal meters loopt een juridische procedure. Nadeel € 130.000.
  • Vrijval van de reserve grondexploitatie, voordeel € 339.000. Elk jaar wordt de reserve geactualiseerd op basis van de toekomstige verkopen en huidige boekwaarden van de complexen. De omvang van de reserve is per ultimo 2019 te hoog en het verschil valt vrij.


Programma 5
Programma 5 bevat geen grote afwijkingen.

Programma 6

  • Hogere dotatie aan de voorzieningen lopende pensioenverplichtingen bestuurders en pensioenverplichting voormalige- en huidige wethouders, nadeel € 616.000. Dit is het gevolg van de lage rekenrente die we moeten hanteren.
  • Een voordeel bij de algemene uitkering van € 219.000.  Hoofdzakelijk zijn dit de gevolgen van de decembercirculaire 2019.
  • Geen dotatie aan de voorziening omgevingsvergunningen, voordeel € 500.000. Het project Haerenkwartier wordt in fasen uitgevoerd, hiermee wordt ook de leges in fasen ontvangen.
  • Een voordeel bij de organisatorische kostenplaatsen van € 292.000. Dit betreft het Gebiedsteam. Het voordeel op de materiële kosten Gebiedsteam is € 76.000, dit komt door dat er geen grote Sociale Recherche-zaken waren in 2019. Het aantal zaken varieert enorm per jaar. En de beschikbare middelen voor herinrichting zijn niet besteed (€ 60.000), dit zorgt voor een lagere onttrekking aan de reserve sociaal domein. Het budget is nodig in 2020 als gevolg van de vaststelling van de Visie op Samenleven en doorontwikkeling gebiedsteam. Bij de personeelsgerelateerde kosten is er een voordeel van € 216.000. Een groot deel (€ 208.000) heeft betrekking op beschikbare middelen voor de bouw en uitvoeringscapaciteit van het Gebiedsteam uit eerdere jaren. De bouw van het team is voltooid, de middelen zijn niet meer nodig. 

Bestemming gerealiseerd resultaat

Terug naar navigatie - Bestemming gerealiseerd resultaat

Meerjarig beslag
Het bepaalde bodembedrag van de algemene reserve is € 3 miljoen. In de paragraaf weerstandsvermogen is berekend dat de benodigde weerstandscapaciteit 1,039 miljoen bedraagt. Er wordt een netto meerjarig beslag (2020-2023) gelegd op de algemene reserve van in totaal € 3,513 miljoen. Het meerjarig beslag bestaat uit de volgende onttrekkingen:

  • Ondersteuning zorgeconomie € 110.918 (2020)
  • Tekort Jeugd € 400.000 (2020)
  • Project Mader € 58.057 (2020)
  • Het Fonds € 23.552 (2020)
  • Uitbreiding sportcomplex Waskemeer € 240.000 (2020)
  • Uitvoeringsprogramma Biobased Economy € 374.012 (2020 en 2021)
  • MOP-wegen € 250.000 (2020)
  • Vooraanzicht gemeentehuis € 25.000 (2020)
  • Uitvoeringsagenda woonvisie € 168.486 (2020)
  • Omgevingswet € 388.987 (2020)
  • Biodiversiteit € 10.241 (2020)
  • Aula Oosterwolde € 251.500 (2020)
  • Pilot maairobot € 4.600 (2020)
  • Biosintrum € 1.000.000 (2020)
  • Ondersteuning werkgelegenheid en leefbaarheid € 113.127 (2020)
  • Samenwerking OWO € 45.000 (2020)
  • Onderzoek (subsidioloog/accommodatiebeleid/openbare ruimte) € 50.000 (2020)

Een uitgebreide specificatie van het meerjarig beslag vindt u in de nota reserves en voorzieningen. 

Minimale niveau algemene reserve
Het minimale niveau van de algemene reserve voor de komende jaren is € 7,6 miljoen. De stand van de algemene reserve bedraagt per ultimo 2019 € 16,4 miljoen. Na toevoeging van het gerealiseerde resultaat over 2019 (zie tabel voorstel bestemming gerealiseerd resultaat), stijgt de algemene reserve naar € 16,7 miljoen. 

x € 1.000
Minimale niveau Algemene reserve Rekening
2019
Bodembedrag 3.000
Benodigde weerstandscapaciteit 1.039
Meerjarig beslag 3.513
Minimale niveau algemene reserve 7.552
Algemene reserve per ultimo 2019 16.374
Afwijking t.o.v. minimale niveau 8.821
x € 1.000
Voorstel bestemming gerealiseerd resultaat Rekening
2019
Toevoeging algemene reserve 373
Totaal voorstel resultaatbestemming 373

Actualisatie reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Actualisatie reserves en voorzieningen

Op basis van artikel 4 en 9 van de verordening ex. Artikel 212 (financiële verordening) is uitgesproken dat het College een nota reserves en voorzieningen opstelt in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Volgens de financiële verordening wordt het beleid ten aanzien van de reserves en voorzieningen jaarlijks herzien, daarbij worden onder meer het doel, de heroverwegingen en de bestedingen van de gevormde reserves en voorzieningen opnieuw beoordeeld. In de nota reserves en voorzieningen zijn alle reserves en voorzieningen opgenomen. Hieronder volgt een samenvatting van de beoordeling van de reserves en voorzieningen ultimo 2019.

Als uitgangspunt voor de beoordeling reserves en voorzieningen jaarrekening 2019 is de eindstand van de reserves en voorzieningen in de jaarrekening 2018 genomen. De beoordeling 2019 heeft de volgende resultaten opgeleverd: In 2019 is de buffer van de algemene reserve grondexploitatie € 339.487 te hoog, dit bedrag valt daarom vrij en is toegevoegd aan het exploitatieresultaat. 
 
Verder heeft de beoordeling van de reserves en voorzieningen de volgende instellingen/opheffingen voor de reserves, voorzieningen en schulden tot gevolg: het vormen van 1 reserve (reserve ambitiefonds) en het vormen van 2 voorzieningen (voorziening bodemsanering en voorziening kostendekking leges).

Daarnaast is de dotatie aan 4 voorzieningen vanaf 2020 aangepast:

  • Voorziening onderhoud gymlokalen verlaging € 10.000
  • Voorziening onderhoudsgelden Kompaan verhoging € 4.000
  • Voorziening onderhoud sportaccommodaties 3B’s verhoging € 30.000
  • Voorziening onderhoud gebouwen verhoging van € 10.000

Per saldo is dit een verhoging van € 34.000 structureel.

U heeft de bevoegdheid om onttrekkingen en toevoegingen tot en met 31 december van het betreffende boekjaar met tijdige begrotingswijzigingen te autoriseren. Na 31 december van het boekjaar kunnen onrechtmatige onttrekkingen niet meer teniet gedaan worden. Voor een verdere toelichting verwijzen we naar de ‘Nota reserves en voorzieningen’.