2. Financieel perspectief

Financieel perspectief

Terug naar navigatie - Financieel perspectief

Bij het presenteren van het financieel perspectief gaan we uit van structurele budgettaire ruimte. Daarom zijn de incidentele baten en lasten gecorrigeerd. Structurele lasten moeten gedekt worden door structurele baten, dan is er sprake van structureel evenwicht. Het uitgangspunt is de stand na de decembercirculaire 2023. Jaarschijf 2028 is hieraan toegevoegd. Bij het opstellen van de programmabegroting 2025-2028 wordt jaarschijf 2028 opnieuw volledig doorgerekend (net als de andere jaarschijven).

Uit de huidige stand van zaken blijkt dat we voor alle komende jaren een negatief financieel perspectief hebben. Hieronder staat toegelicht waar dit uit bestaat. 

2.1 Onvermijdelijke budgettaire effecten en nieuw financieel perspectief

Terug naar navigatie - 2.1 Onvermijdelijke budgettaire effecten en nieuw financieel perspectief

Om een reëel beeld te geven van de ruimte in het perspectief verwerken we in de kaderbrief de onvermijdelijke structurele budgettaire effecten (voor zover die nu bekend zijn). Op hoofdlijnen zijn deze onder de tabel toegelicht. Daarnaast zijn er nog diverse risico’s en ontwikkelingen die invloed gaan hebben op het perspectief (zie hoofdstuk 4). 

x1000
Structureel begrotingsperspectief 2025-2028 2025 2026 2027 2028
Structureel perspectief begroting 2024 primitief 2.935 - 1.304 - 1.648
Nieuw beleid (incl. amendementen) structureel - 715 - 15 - 15
Vastgesteld structureel begrotingsperspectief november 2023 2.220 - 1.319 - 1.663 - 1.998
Structureel gevolg septembercirculaire 2023 681 596 1.694 2.408
Structureel gevolg decembercirculaire 2023 11 68 83 84
Structureel begrotingsperspectief na decembercirculaire 2023 2.912 - 655 114 494
a. Voorjaarsnota 2024 van het Rijk (eerste doorrekening) - 455 1.744 1.687 1.662
b. Gevolgen voorjaarsrapportage 2024 - 3.111 - 3.100 - 3.094 - 3.094
Onvermijdelijke budgettaire consequenties
c. Kaderbrief 2025 VRF - 353 - 353 - 353 - 353
d. Fumo - 148 - 148 - 148 - 148
e. Hervormingsagenda jeugd - 700 - 700 - 600 - 600
f. Maatregelen jeugdhulp 414 794 1.212 1.212
g. Investering rijdend materieel - 48 - 37 - 90 - 82
h. Vervangingen tractie onder de investeringsgrens van € 25.000 - 35 - 35 - 35 - 35
i. Oevervoorzieningen vaarwegen (kapitaallasten en onderhoudslast) - 16 - 19 - 40 - 45
Nieuw structureel begrotingsperspectief na onvermijdelijke effecten - 1.540 - 2.509 - 1.348 989
Voorgesteld nieuw beleid structureel (zie 3.1 t/m 3.4) - 591 - 597 - 758 - 865
Voorgestelde dekking (zie 3.5) 2.131 2.470 2.106 1.854
Totaal nieuw structureel begrotingsperspectief Kaderbrief 2025 - 0 - 635 0 - 0

b. Structurele gevolgen voorjaarsrapportage 2024

Terug naar navigatie - b. Structurele gevolgen voorjaarsrapportage 2024

De gevolgen van de voorjaarsrapportage 2024 zijn gemiddeld € 3,1 miljoen negatief. Dit komt hoofdzakelijk door:

  • Hogere lasten jeugdhulp, zie ook hieronder bij ‘e’ (nadeel € 2,3 miljoen).
  • Hogere prijsindexatie Wmo (nadeel € 300.000)
  • Het definitief worden van de cao gemeenten in december 2023. De werkelijke stijging is hoger dan waar wij in de begroting rekening mee hadden gehouden (nadeel € 230.000).
  • Diverse hogere indexaties

c. Veiligheidsregio Fryslân

Terug naar navigatie - c. Veiligheidsregio Fryslân

De gevolgen van de Kaderbrief 2025 van Veiligheidsregio Fryslân zijn € 353.000 negatief. Zoals ook opgenomen in het raadsvoorstel ‘Kaderbrief 2025-2028 van Veiligheidsregio Fryslân’ die behandeld is in de raadsvergadering 30 januari 2024. 

e. Hervormingsagenda jeugd

Terug naar navigatie - e. Hervormingsagenda jeugd

De Hervormingsagenda Jeugd bevat een omvangrijk pakket afspraken met als doel de jeugdzorg te verbeteren en financieel gezond te maken. Dit vraagt inzet van en samenwerking tussen alle betrokken partijen. Dit moet zorgen voor een besparing op de jeugdhulplasten, deels gerealiseerd door gemeenten en deels door het Rijk. Dit is op een centrale post verwerkt als een lagere last in onze begroting. Omdat wij vrijwel alle onderdelen uit de hervormingsagenda al hebben ingevoerd, verwachten wij de besparing niet meer in die mate te kunnen realiseren. Dit zorgt voor een nadeel van € 700.000 in 2025 en 2026, en € 600.000 vanaf 2027. 

f. Maatregelen jeugdhulp

Terug naar navigatie - f. Maatregelen jeugdhulp

Naar aanleiding van het tekort op de jeugdhulp bij de jaarrekening 2023 hebben we aangegeven dat de begroting ook voor de volgende jaren moet worden aangepast. Met behulp van een externe partij is een nieuwe prognose gemaakt van de jeugdhulplasten. Het totale tekort (ten opzichte van de begroting) komt uit op € 2,3 miljoen als de ontwikkeling zich zo doorzet als in de afgelopen jaren. Met de maatregelen die zijn geformuleerd verwachten we een besparing te kunnen realiseren oplopend naar € 1,2 miljoen in 2027. Deze besparing is gebaseerd op een aantal uitgangspunten en is gericht op een andere manier van werken, en vraagt daarom tijd om ze goed te implementeren. De komende periode monitoren we deze maatregelen en bijbehorende besparing. In bovenstaande prognose en maatregelen is nog geen rekening gehouden met de nieuwe inkoopsystematiek van de jeugdhulp. Deze inkoop maakt vergelijken met eerdere jaren erg lastig, en is daardoor een onzekerheid. De komende tijd monitoren we de ontwikkelingen met betrekking tot nieuwe inkoop. 

g/h. Investering rijdend materieel en tractie onder € 25.000

Terug naar navigatie - g/h. Investering rijdend materieel en tractie onder € 25.000

g/h. Investering rijdend materieel en tractie onder € 25.000
Er is een inventarisatie en doorrekening gemaakt van al het rijdend materieel (ook wel tractie genoemd) en de planning van de vervanging is geactualiseerd. Het materieel wordt ingezet voor het onderhouden van de openbare ruimte en voor de gladheidsbestrijding. Voor de continuïteit is het van essentieel belang dat het materieel goed op orde is. Door de toegenomen prijzen is het huidige krediet en budget niet toereikend. Voor de periode 2024-2028 is aanvullend krediet nodig van € 820.000. Dit zorgt voor een extra kapitaallast oplopend naar € 82.000 in 2028. Zie voor de investeringsplanning bijlage 2. Daarnaast schrijven wij activa met economisch nut met een verkrijgingsprijs onder de € 25.000 in 1 keer af via de exploitatie. Op basis van de planning van vervangingsinvesteringen is jaarlijks een gemiddeld bedrag nodig van € 35.000 voor vervanging van dit ‘kleine materieel’. 

i. Oevervoorzieningen vaarwegen

Terug naar navigatie - i. Oevervoorzieningen vaarwegen

Provincie Fryslân heeft in 2023 de oevers inclusief de oevervoorziening van de vaarwegen toegewezen aan een beheerder. De basis hiervoor is de Waterwet die in 2009 is ingevoerd. In 2016 is een start gemaakt met de toebedeling van de oevers en de daarbij behorende oevervoorzieningen. We hebben u hierover via de voorgaande P&C documenten geïnformeerd. De afspraken hielden in grote lijnen in dat de gemeente aansprakelijk is voor het onderhoud van de oevervoorzieningen binnen de bebouwde kom en de provincie voor de oevervoorzieningen buiten de bebouwde kom. Door de toewijzing is nu helder wie voor welk deel van de oevervoorziening verantwoordelijk is.

De oevervoorzieningen die onder het beheer en onderhoud van de gemeente vallen zijn in 2023 geïnspecteerd en de resultaten hiervan zijn verwerkt in een vervangingsprogramma. Het krediet dat nodig is voor de vervanging voor de periode 2025 t/m 2028 is € 1,2 miljoen. De kapitaallasten die hieruit voortkomen lopen op naar € 29.000 in 2028. In 2034 zijn de kapitaallasten € 41.000 en lopen daarna op. Er wordt afgeschreven in 80 jaar. Zie ook bijlage 3.

Daarnaast zijn er jaarlijkse onderhoudslasten van € 16.000 structureel.