Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

Precariobelasting
Het Kabinet heeft de precariobelasting voor nutsbedrijven per 1 juli 2017 gewijzigd (het deel voor kabels en leidingen voor de nutsbedrijven gaat onder de vrijstellingen vallen). Voor gemeenten die op 10 februari 2016 een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Dat geldt ook voor Ooststellingwerf. De opbrengst precariobelasting is tot en met 2021 geraamd in de begroting. 

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar per 2022 gebeurt dit op basis van de oppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Als er niet wordt overgegaan op oppervlakten ontstaan er problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de oppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG.  De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de Samenhangende objectenregistratie (SOR).  

Het ministerie van BZK is gestart met Doorontwikkeling in Samenhang van de GEO-basisregistraties (DisGeo). Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren  in de Geo informatie Infrastructuur.  Onderdeel is de doorontwikkeling van enkele bestaande geo basisregistraties tot een Samenhangende Objectenregistratie.  Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. Er wordt nu gewerkt door het Ministerie aan een roadmap voor de vervolgstappen. Het betreft een intensief traject en zal de komende jaren verder ingevuld worden. Ook de BGT en de BRK gaan onderdeel uitmaken van de SOR.



Afvalstoffenheffing
Diftar+ is ingegaan per 1 januari 2019. Dit heeft alles te maken met de VANG doelstelling opgelegd vanuit het Rijk. Deze doelstelling betekent een afname van het aantal kg's per inwoner per jaar. De VANG doelstelling 2020 (100 kg te verbranden restafval / per inwoner) is nog niet gehaald. Covid-19 en de daarvoor gestelde RIVM maatregelen zijn daar oorzaken voor. De resultaten Diftar+ 2020 worden met onze inwoners gedeeld in een Themapagina Afvalinzameling in de Nieuwe Ooststellingwerver. Deze pagina wordt verder gevuld met tips om nog beter afval te scheiden om zo samen de VANG doelstelling van 100 kilo te halen.

Hierover heeft de raad op 18 mei 2021 een mededeling (ID 883) ontvangen met als onderwerp "Afvalinzameling: Diftar+ en Vang-cijfer 2020".

Omgevingswet
De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. Onlangs is de invoeringsdatum van de Omgevingswet uitgesteld naar 1 juli 2022.
Bij de implementatie van de Omgevingswet werkt het team BVI nauw samen met andere vakafdelingen. Het team draagt zorg voor de actualiteit, betrouwbaarheid en compleetheid van de gegevens in de basisregistraties BAG en BGT en stelt overige ruimtelijke Geo data beschikbaar die via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt ontsloten. Daarnaast leveren de Adviseur Geo-informatie en de Gis-medewerker ieder vanuit hun een eigen rol een bijdrage in de projectgroep ‘’pilot Omgevingsplan gemeente Ooststellingwerf’’.

 

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen, zodat hiermee door de gemeenten ten aanzien van de keuzes omtrent de ontwikkeling van de lokale lasten rekening gehouden kan worden. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

WOZ
De Waarderingskamer heeft besloten dat uiterlijk per 2022 de WOZ-taxaties van woningen gebaseerd zijn op de gebruiksoppervlakte. De woningen werden tot en met belastingjaar 2021 op de inhoud getaxeerd. Aangezien landelijk er verschillen zijn in methodiek heeft de Waarderingskamer besloten dat alle gemeenten hun woningbestanden moeten omzetten van inhoud naar oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, CBS etc. De afnemers gaan allemaal over op de gebruiksoppervlakte waardoor het niet overgaan op de oppervlakte problemen gaat geven bij de verplichte uitleveringen naar de afnemers. Afgelopen 3 jaar is er gewerkt om het woningbestand om te zetten van inhoud naar oppervlakten. 

Rioolheffing
In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024.

Leges
De leges zijn conform het algemeen uitgangspunt verhoogd met het hiervoor weergegeven inflatiecijfer (loonindex) van 1,5%. Daar waar sprake is van een maximum- of wettelijk tarief vindt geen correctie plaats.

Wij hebben u toegezegd om in 2021 een volledig geactualiseerde nota leges voor 2022 voor te leggen. We hebben de afgelopen periode veel voorbereidingen getroffen voor deze nota leges. Door uitstel van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging is het echter niet mogelijk om de nota leges 2022 volledig te herzien. Middels een mededeling aan u wordt u na de zomer geïnformeerd omtrent het proces (waar staan we, wat gaan we nog doen, planning).

Toeristenbelasting
U heeft bij de programmabegroting 2020-2024 ingestemd met een verhoging van de toeristenbelasting naar € 1,40 per persoon per nacht vanaf 2021 en een jaarlijkse indexatie van € 0,05. Aanvullend heeft u op 30 maart 2021 besloten dat er een afwijkend tarief geldt van € 1,10 per persoon per nacht voor kampeerboerderijen met tenminste 50 slaapplaatsen en voor kampeermiddelen op kampeerterreinen.

Vanaf 2020 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 4 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting.

 

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting vanaf 2020 tot en met 2023 jaarlijks te verhogen met € 15.000.

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Om het vaste tarief afvalstoffenheffing voor 2022 op een laag niveau te houden is een onttrekking uit de reserve Lastenverlichting nodig.
Met ingang van 2021 wordt het vastrecht vermeld op de belastingaanslag met daarbij het aantal ledigingen over het hele voorafgaande jaar.  

 

Reclamebelasting
Met de invoering van de BIZ (Bedrijven Investeringszone) is deze belasting komen te vervallen.

 

BIZ (Bedrijven Investeringszone)
Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

 

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde toets om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

 

 

bedragen x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
lokale heffingen 10.437 10.382 9.052 9.309 9.370 9.495
leges 1.349 1.063 842 709 894 908
Totaal 11.786 11.445 9.893 10.018 10.263 10.403

Lokale heffingen

 

 

bedragen x € 1.000
Lokale heffingen Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
3.1 Thema Economische ontwikk.
Reclamebelasting 41 - - - - -
Toeristenbelasting 243 308 319 319 319 319
Totaal 3.1 Thema Economische ontwikk. 284 308 319 319 319 319
3.3 Thema Milieu
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.206 2.305 2.630 2.784 2.757 2.795
Rioolheffing (gecombineerd) 2.758 2.565 2.826 2.826 2.825 2.826
Totaal 3.3 Thema Milieu 4.964 4.870 5.456 5.610 5.582 5.621
6.3 Thema Financiën
Forensenbelasting 89 107 122 137 137 137
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.733 2.752 2.874 2.937 3.000 3.062
Onroerende zaakbelasting gebruikers 249 249 281 306 332 357
Precariobelasting 2.118 2.096 - - - -
Totaal 6.3 Thema Financiën 5.189 5.204 3.276 3.380 3.468 3.556
Totaal Lokale heffingen 10.437 10.382 9.052 9.309 9.370 9.495

Leges

 

 

bedragen x € 1.000
Leges Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
1.1 Thema Meedoen
Overige voorzieningen WMO materieel - 5 5 5 5 5
Totaal 1.1 Thema Meedoen - 5 5 5 5 5
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 8 4 27 27 27 27
Totaal 3.2 Thema Openbare ruimte 8 4 27 27 27 27
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 32 30 30 30 30 30
Totaal 3.4 Thema Bouwen en wonen 32 30 30 30 30 30
6.2 Thema Dienstverlening
Omgevingsvergunningen, baten 1.061 720 500 400 400 400
Burgerlijke stand / huwelijk 11 13 13 13 13 13
Burgerzakenleges 229 277 252 219 404 418
Overige leges 6 15 15 15 15 15
Totaal 6.2 Thema Dienstverlening 1.307 1.025 780 647 832 846
6.3 Thema Financiën
IP Huisvesting en werkplek - - - - - -
IP Bedrijfsvoering algemeen 2 - - - - -
Totaal 6.3 Thema Financiën 2 - - - - -
Totaal leges 1.349 1.063 842 709 894 908

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (57%) en van de binnendienst (79%). Een deel van de opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. Hieruit blijkt dat per titel van de algemene legesverordening de heffingen onder de 100% kostendekkendheid blijven. Bij de netto lasten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de dienstverlening. Bij directe kosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met bijvoorbeeld de afdracht aan het Rijk voor rijbewijzen en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. We hanteren een opslag van 79% voor overhead over de directe loonkosten. De totale kostendekkendheid van de Algemene Legesverordening komt uit op 71%.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead voor taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

bedragen x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.112 2.874
Baten -57 -617
Netto lasten taakveld 2.055 2.257
Toe te rekenen lasten
Overhead 296 111
Kwijtschelding 49 90
Rente -1
Dubieuze debiteuren 7 10
Watergangen 25
Slootonderhoud en straatreiniging 115
BTW 279 163
Totaal toe te rekenen lasten 771 373
Totale lasten 2.826 2.630
Opbrengst heffingen -2.826 -2.630
Dekkingspercentage 100% 100%
bedragen x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting titel 1 Algemene dienstverlening Begroting titel 2 Fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen Begroting titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal
Lasten
Lasten 325 393 41 759
Baten 0 0 0
Netto lasten 325 393 41 759
Toe te rekenen lasten
Overhead 162 242 24 428
Totaal toe te rekenen lasten 162 242 24 428
Totale lasten 487 635 65 1.187
Opbrengst heffingen -297 -530 -15 -842
Dekkingspercentage 61% 83% 23% 71%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 1 januari 2022 € 21,009 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 18,335 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 2,674 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 6,065 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Sociaal Domein € 0,175 miljoen, de reserve Kapitaallasten € 1,009 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 2,207 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 3,068 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 21,009 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Onder de tabel met risico’s staat een aparte toelichting hierover. Het risico in het kader van de WWB nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit (risico nummer 1).

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

 

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg);
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening);
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits);
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Jaarstukken 2020 € 2.050.000 hoger.  Dit komt voornamelijk door de volgende oorzaken:

  • Risico 1b 'WWB budgetten I-deel budgetten' is aangepast (+ € 68.000)
  • Risico 1c 'Rijksmiddel jeugd structureel geraamd' is aangepast (+€ 705.000)
  • Risico 7 'herverdeling gemeentefonds' betreft een nieuw risico en is toegevoegd  (+ € 700.000)
  • Risico 17 'Verhoging afschrijvingen van 50% naar 60% van de WOZ waarde' betreft een nieuw risico en is toegevoegd (+ € 581.731)

Er is geen risico eikenprocessierups meer opgenomen in het weerstandsvermogen omdat er voor de jaren 2022 tot en met 2024 incidenteel geld is opgenomen. 

Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1a. Risico: vangnet-uitkering wordt niet toegekend - - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Voor 2022 is dit risico nihil omdat we verwachten dat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
1b. Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 184.392
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. In de begroting is al rekening gehouden met een tekort van 3,2%. Het risico gaat over het resterende mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
1c. Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 846.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. Over de jaren vanaf 2023 zijn nog geen afspraken gemaakt, daar gaat een nieuw kabinet over. Omdat gemeenten wel graag willen weten hoeveel ze in de meerjarenraming kunnen opnemen hebben het Rijk, de VNG en de provinciaal toezichthouders onderling afgesproken dat 75% structureel geraamd mag worden van de bedragen waar de arbitragecommissie van uit gaat. Wij hebben deze bate structureel verwerkt in de begroting. Vanaf 2023 geldt hierdoor een risico, omdat de er nog geen besluitvorming over is. Het bedrag dat we in 2023 hebben opgenomen is € 1.242.000. Daarnaast hadden we bij de begroting 2020 al een bate van € 450.000 structureel verwerkt. Het totale risico komt daarmee op € 1.692.000.
Beheersmaatregel: Dit is meegenomen als risico in het heroverwegingsprocse
1d. Risico: extra lasten door toename jongeren met zorgbehoefte obv invoering woonplaatsbeginsel. 5 - PM
Toelichting risico: Per 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugdwet van kracht. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Dit moet leiden tot meer duidelijkheid en lagere uitvoeringslasten. Daarnaast sluit het nieuwe woonplaatsbeginsel beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet. De oorspronkelijke gemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie.
Beheersmaatregel: De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
1d. Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 4 € 480.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
1e. Risico: extra lasten door invoering WMO abonnementstarief 3 - PM
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. Gemeenten moeten volledig worden gecompenseerd voor de effecten van de invoering van het abonnementstarief. Niet volledig compenseren zal er aan bijdragen dat gemeenten, gezien de grote tekorten in het sociaal domein, verder moeten bezuinigingen en zij de Wmo niet kunnen blijven uitvoeren zoals beoogd.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'. De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
2. Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restandschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
3. Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 komt het 'meetekenen' met nieuwe leningen te vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
4. Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
5. Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
6. Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. Naar verwachting zal per 2022 de leegstand grotendeels zijn opgevuld. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand wat gedeeltelijk is opgevuld door het inhuizen van kinderopvang. Desondanks is de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Haulerwijk. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt. MFA Oosterwolde Zuid heeft ook een normatief overschot aan bruto vloeroppervlak wat een aantal is gebruik door één van de vaste gebruikers, maar dat houdt in 2022 op. Ook de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid is niet meer in staat de accommodatie kostendekkend te exploiteren. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt.
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden in 2021 vervangen door de Omgevingsvisie.
7. Risico: minder middelen vanuit het gemeentefonds 1 5 € 700.000
Toelichting risico: De invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds staat gepland voor 2023. Het risico bestaat dat door de herverdeling wij minder middelen ontvangen vanuit het gemeentefonds.
Beheersmaatregel: Geen. Op basis van de laatste informatie wordt het nadeel voor onze gemeente €28 per inwoner, dus in totaal €700K.
8. Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 61.423
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
9. Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
10. Risico: invoering omgevingswet 5 3 PM
Toelichting risico: Invoering van de Omgevingswet brengt (veel) onzekerheden met zich mee aangaande de implementatie hiervan. Dit kan leiden tot aanvullende investeringen om kosten te dekken. Risico: het vast te stellen krediet blijkt onvoldoende, er is aanvullend krediet nodig.
Beheersmaatregel: implementatie wordt jaarlijks gemonitord. Indien de verwachting is dat een aanvulling nodig is zal de raad hierover worden geïnformeerd en of een aanvullend krediet worden aangevraagd.
11. Risico: SPUK 3 2 PM
Toelichting risico: In 2019 is de SPUK regeling in werking getreden waarbij middels een jaarlijkse SiSa verantwoording van BTW plaatsvindt. Dit bedrag is gemaximeerd waardoor het risico aanwezig is dat de daadwerkelijke vaststelling lager kan zijn dan de aanvraag. Daarnaast vindt er overleg met de belastingdienst plaats voor verrekening van BTW voor een aantal afspraken met derden. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.
12. Risico: Fraude 5 3 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aanbod in een separate besrpeking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
13. Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 2 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
14. Risico: Verbonden partijen PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiele impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
15. Risico: OWO bedrijfsvoering PM
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiele impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
16. Risico: Verhoging afschrijvingen van 50 naar 60% van de WOZ waarde 1 5 € 581.731
Toelichting risico:Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om miv 2022 de bedrijfsgebouwen ipv 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Dit risico is (deels) op te vangen door het treffen van een voorziening. Daarbij ligt het percentage in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
TOTAAL € 3.068.546

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Sociaal Domein
Binnen het Sociaal Domein zijn diverse risico’s, hieronder staan de belangrijkste risico’s.

  • In 2022 wordt een wijziging op de Jeugdwet van kracht betreffende het woonplaatsbeginsel. Op dit moment vallen jeugdigen, waarvoor geldt dat zij onder voogdij zijn gesteld of ouder zijn dan 18 jaar én in een jeugdhulpinstelling of pleeggezin verblijven, financieel onder de gemeente waar de jeugdige verblijft. Na de wetswijziging vallen deze jeugdigen financieel onder de gemeente waar zij woonden voordat zij verhuisden naar een jeugdhulpinstelling of pleeggezin. Dit zou kunnen leiden tot meerkosten voor onze gemeente, maar het verdeelmodel van de jeugdhulpgelden wordt ook aangepast. Hoeveel kinderen uit onze gemeente dit betreft, is bij ons nog niet bekend. Het ministerie zal in eind 2021 inzicht verschaffen in de financiële effecten van de wetswijziging.
    Ingeschat risico: PM
  • Het Rijk heeft samen met gemeenten een traject gestart om de verdeelsystematiek van het Sociaal Domein aan te passen. Dit heeft gevolgen voor de verdeling per 2022.
    Ingeschat risico: PM
  • Het werkelijke inzicht in de lasten voor met name regionale Jeugdhulp is nog niet goed in beeld. Wij zijn als gemeente afhankelijk van derden van wie we de afrekeningen ontvangen.
    Ingeschat risico: PM
  • Per 2019 is het abonnementstarief Wmo ingevoerd. Iedereen die een eigen bijdrage in de Wmo betaalt, gaat een vast maandbedrag van € 19 betalen (2020). Het risico is dat dit tarief een aanzuigende werking gaat hebben op de zorgvraag.
    Ingeschat risico: PM


Coronacrisis
Deze Programmabegroting is opgesteld op basis van bestaand beleid. Dat betekent dat de (structurele) gevolgen van de Coronacrisis niet financieel zijn verwerkt. Het is op dit moment nog niet goed in te schatten of en  wat de gevolgen voor 2022 zullen zijn. De gevolgen van de crisis hebben we waar mogelijk bij het heroverwegingsproces betrokken. Er zullen effecten zijn die pas later zichtbaar worden. Als het Rijk door de Coronacrisis moet bezuinigen, zal dit effect hebben op de omvang van het gemeentefonds en daarmee op de hoogte van de algemene uitkering die wij ontvangen.


Herverdeling gemeentefonds
Onze belangrijkste bron van inkomsten is het gemeentefonds. In de afgelopen jaren is gebleken dat sommige gemeenten te weinig geld uit het gemeentefonds ontvangen in relatie tot hun lasten. Vanuit het Rijk is besloten om te onderzoeken hoe de gegroeide scheefheid van de afgelopen decennia weer recht te trekken is, en vanaf 2022 een herverdeling in te voeren. Dat de kleine gemeenten te maken krijgen met een nadeel is wel duidelijk. Op dit moment weten we niet waarmee we rekening moeten houden. Gemeentefondsspecialisten schatten in dat het wel minimaal 28 euro per inwoner is. Voor Ooststellingwerf zou dit uitkomen op € 700.000. Het is overigens wel gebruikelijk dat er een overgangstermijn (in het verleden was dat drie jaar) wordt afgesproken, zodat gemeenten dan de tijd hebben om de tegenvaller op te vangen.

Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. Er is ook een geprognosticeerde balans opgenomen in de begroting. De kengetallen komen voort uit deze balans.

 

Kengetallen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2020 2021 2022 2022 2023 2024
Netto schuldquote 34% 46% 47% 50% 48% 48%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 28% 50% 42% 45% 42% 42%
Solvabiliteitsratio 36% 27% 32% 31% 32% 33%
Structurele exploitatieruimte 3% 0% 2% 2% 2% 3%
Grondexploitatie 3% 4% 6% 8% 8% 8%
Belastingcapaciteit 91% 91% 84% 84% 84% 84%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) -836 -1.799 4.928 -735 1.721 63

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit gemiddeld is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.


Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 8% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons niet hoog is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 84% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2022 is positief, er is sprake van een vorderingsoverschot.

Geprognosticeerde balans
De geprognosticeerde balans biedt inzicht op hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente voor de komende jaren. De balans is opgesteld op basis van bestaand beleid.

Bedragen x € 1.000
Activa 31 dec 2020 31 dec 2021 31 dec 2022 31 dec 2023 31 dec 2024 31 dec 2025
Vaste Activa
Immateriele Vaste Activa 1.473 1.431 1.389 1.347 1.305 1.263
Materiele Vaste activa 60.690 63.792 63.222 61.499 59.360 59.522
Financiele vaste activa 18.667 4.868 4.793 4.698 4.331 4.252
Totaal Vaste activa 80.830 70.091 69.404 67.544 64.996 65.037
Vlottende activa
Voorraden 2.749 2.649 4.283 5.817 5.891 5.970
Vordering 4.406 7.664 4.406 4.406 4.406 4.406
Liquide middelen 476 498 476 476 476 476
Overlopende activa 1.530 956 1.530 1.530 1.530 1.530
Totaal Vlottende activa 9.161 11.767 10.695 12.229 12.303 12.382
Totaal Activa 89.991 81.858 80.099 79.773 77.299 77.419
Passiva 31 dec 2020 31 dec 2021 31 dec 2022 31 dec 2023 31 dec 2024 31 dec 2025
Vaste passiva
Eigen vermogen 32.074 22.177 25.810 24.860 24.786 25.258
Voorzieningen 10.827 8.985 11.302 11.286 10.974 10.764
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 38.874 30.107 34.037 34.667 33.794 30.720
Totaal Vaste passiva 81.775 61.269 71.149 70.813 69.554 66.742
Vlottende passiva
Vaste schulden met een rentetypische looptijd tot 1 jaar of korter 1.171 18.564 1.906 1.916 701 3.633
Overlopende passiva 7.044 2.026 7.044 7.044 7.044 7.044
Totaal Vlottende passiva 8.215 20.590 8.950 8.960 7.745 10.677
Totaal Passiva 89.990 81.859 80.099 79.773 77.299 77.419

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties
bedragen x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs - 1.460 - 1.352 - 1.198 - 980 - 1.001 - 999
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Bruggen en oevervoorzieningen - 68 - 63 - 63 - 63 - 63 - 63
Openbaar Groen - 662 - 562 - 623 - 632 - 657 - 561
Rioleringen - 1.542 - 1.437 - 1.601 - 1.606 - 1.606 - 1.576
Rioolheffing 2.703 2.505 2.765 2.765 2.764 2.765
Verhardingen - 977 - 2.680 - 3.317 - 1.356 - 1.355 - 1.353
Verkeersvoorzieningen - 225 - 253 - 255 - 272 - 272 - 272
Welzijn- en sportaccommodaties
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering - 1.154 - 1.154 - 1.370 - 1.370 - 1.368 - 1.368
Totaal onderhoud kapitaalgoederen - 3.386 - 4.996 - 5.660 - 3.513 - 3.558 - 3.427

Wegen, kunstwerken en verlichting

Terug naar navigatie - Wegen, kunstwerken en verlichting

Wegen
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. In 2018 is besloten om de traditionele lichtpunten versneld te vervangen door led lichtpunten. Hiervoor heeft u een investeringskrediet beschikbaar gesteld waar ook voor 2022 investeringen worden gedaan.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Groen, riolering en gebouwen

Terug naar navigatie - Groen, riolering en gebouwen

Groen
Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten. Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een groenbeheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen (IMAG-normen) te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Er is een nieuw Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, opgesteld en vastgesteld in april 2021. Het Biodiversiteitsplan vervangt de Notitie Groenbeleid 2011.

In 2020 heeft u de notitie “Het behoud van veilige bomen" vastgesteld. Uitvoering hiervan zullen we continueren in 2022.  In 2021 is amendement 131 Herplanten bomen aangenomen echter is deze bij de heroverweging doorgestreept. Wij komen later bij u terug met een voorstel van alternatieven. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Riolering
Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020 - 2024 (GRP) is medio 2020 vastgesteld.  In het GRP is vastgesteld dat:

  • a. alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • b. er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2 neutraal maken van de gemeente.
  • c. er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • d. er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de begroting
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen
Beleidskader
De instandhouding van gymnastieklokalen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het onderhoud aan de gymlokalen is een voorziening gevormd. In 2019 is een nieuwe MOP 2019-2048 opgesteld voor gymnastieklokalen. Deze MOP is de basis voor aanwendingen en dotaties aan deze voorziening.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden worden binnen de financiële kaders uitgevoerd.

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten, woningen en MFS de Boekebeam. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Sport en ICT

Terug naar navigatie - Sport en ICT

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Per 2022 geldt een nieuwe termijn van 5 jaar voor de exploitatie van de 2 B's. Daarvoor zijn in 2021 per B (= sportaccommodatie) exploitatieovereenkomsten gesloten met elk een eigen exploitant. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Financiële gevolgen voor de begroting
In 2019 is een nieuwe MOP opgesteld voor de 3 B's voor de periode 2019 tot en met 2033. Op basis daarvan ontstaat een tekort vanaf 2026. Bij de jaarrekening 2019/2020 heeft u daarom besloten om vanaf 2021 € 35.000 per jaar te doteren aan de voorziening, zodat deze tot en met 2028 toereikend is voor het geplande onderhoud. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor de Steegdenhal bedraagt met ingang van 2017 € 15.500. De basis hiervoor is de MOP 2017-2026.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Voor een aantal exploitanten was niet duidelijk of zij als winstbeogende exploitanten worden aangemerkt. Voorzichtigheidshalve hebben wij voor 2019 en 2020 een SPUK aanvraag ingediend. Vanaf 2021 is er door aanpassing van de afspraken duidelijkheid omtrent de winstbeogendheid van deze exploitanten en wordt de btw op het planmatig onderhoud van het betreffende onroerend goed gecompenseerd via het btw-aangifte. Er vindt overleg plaats met de belastingdienst voor verrekening BTW in 2019 en 2020 voor een aantal afspraken met een tweetal exploitanten. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.

Sportterreinen

Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetra-veld uit te breiden en het bestaande (halve) trainingsveld uit te breiden naar een volledig oefenveld.

Financiële gevolgen voor de begroting
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De kosten voor de uitbreiding van het sportcomplex Waskemeer zijn voor rekening van de gemeente.

De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. De omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het trainingsveld en de aanleg van het wetra-veld‘ van het sportcomplex in Waskemeer zijn eind mei 2020 door de gemeente verleend. In augustus 2020 was een voorlopige voorziening door de rechter afgewezen.  Uiteindelijk zijn de bezwaarmakers niet in het gelijk gesteld en hebben geen verdere stappen ondernomen. De uitbreiding van het sportcomplex is in 2021 gerealiseerd en opgeleverd.

Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2020 en 2021 heeft u voor de jaren 2020 t/m 2023 per jaar € 100.000 beschikbaar gesteld om de sportvelden te voorzien van automatische beregening.

ICT

Beleidskader
Het lopende OWO informatie beleidsplan 2017-2020 wordt vanaf 2021/2022 opgevolgd door de OWO I-visie.

De nieuwe I-visie gaat de koers bepalen voor de investeringen die de komende jaren worden gedaan om deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden. Naast dit beleidskader wordt jaarlijks het Informatisering jaarplan opgesteld. Jaarlijks worden in de OWO-samenwerking de prioriteiten bepaald op projecten die er toe bijdragen om de in het beleidsplan gestelde doelen te halen. Op deze planning vindt driemaal per jaar een heroriëntatie plaats, waardoor invliegers vanuit wetgeving of onvoorziene nieuwe ontwikkelingen alsnog een plaats kunnen krijgen.

Om deze uitdagingen te kunnen waarborgen op financieel gebied, zijn in het meerjarig investeringsplan ICT/Dienstverlening onder andere de vervangingsinvesteringen opgenomen. Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland hanteren zo veel mogelijk eenzelfde vervanging schema om zodoende harmonisatie van applicaties te stimuleren en inkoopvoordelen te kunnen behalen.

Digitalisering
De wereld om ons heen verandert snel. Innovaties gaan steeds sneller, mensen adopteren deze steeds sneller en verwachten van de overheid dat deze toepasbaar zijn in de aangeboden dienstverlening.

De Covid-19 pandemie zal naar verwachting ook in 2022 nog actueel zijn. De versnelling in het hybride werken als gevolg van deze epidemie wordt het nieuwe ‘normaal’. De uitwerking stelt andere eisen aan de technische inrichting van de infrastructuur, ICT en de veiligheid waarmee dit gepaard gaat.

Onze inwoners verwachten dat we ook online en digitaal beschikbaar zijn.
We sturen op basis van kwalitatief goede gegevens. Wij willen onze inwoners, bedrijven en medewerkers een gebruiksvriendelijke, betrouwbare ICT-omgeving bieden, waarin veiligheid en privacy wordt gewaarborgd.

Datagedreven werken
Op basis van ervaringen van andere gemeenten en de publicaties die in opdracht van de VNG realisatie zijn uitgevoerd, starten de OWO-gemeenten bescheiden met datagedreven werken. Het motto is; ‘Denk groot maar begin klein’. Door middel van het opstarten van praktische en concrete pilots in 2022 doen de OWO-gemeenten hun eerste ervaringen op.

Financiële gevolgen voor de begroting
De ICT-projecten zijn afgestemd op de beschikbare middelen. De exploitatiekosten zullen door de informatiemaatschappij die toenemende digitalisering en beveiliging vereist blijven stijgen. Ondanks uitstel van de invoering van de Omgevingswet is inmiddels duidelijk welke applicaties geschikt zijn deze processen en de koppeling met het DSO (Landelijke Voorziening) te ondersteunen. In de begroting is vooralsnog geen rekening gehouden met structurele kosten.

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2020 is door u op 16 december 2020 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2022 bedraagt € 6,65 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2022 van afgerond € 78,3 miljoen).

Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2022-2025 naar verwachting niet wordt overschreden.

 

bedragen x € 1.000
Rente risiconorm Begroting 2022 MJB 2023 MJB 2024 MJB 2025
Renterisiconorm
Lasten begroting 78.336 72.539 71.953 71.094
Percentage renterisiconorm 20% 20% 20% 20%
Totaal renterisiconorm 15.667 14.508 14.391 14.219
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 3.500 1.300 3.800 5.000
Geldleningen met renteherzieningen - - - -
Totaal aflossingen en renteherzieningen 3.500 1.300 3.800 5.000
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 12.167 13.208 10.591 9.219

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

bedragen x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Gemidd. rente Bedrag Gemidd. rente
Stand per 1 januari 2022 27.600 0,59% 2.507 4,38%
Nieuwe leningen - -
Reguliere aflossingen - 3.500 - 69
Vervroegde aflossingen - -
Stand per 31 december 2022 24.100 0,54% 2.438 4,43%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2022 is als volgt berekend: rente 2022 / stand 1-1-2022. Het gemiddelde rentepercentage eind 2022: rente 2023 / stand per 31-12-2022. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering.In de begroting is rekening gehouden met op te nemen (her)financieringen voor de komende periode 2022-2025 ter hoogte van totaal € 15,5 miljoen. De rentelasten (aanname 1%) zijn meegenomen. In bovenstaande tabel zijn de financieringen niet meegenomen.

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

bedragen x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningcorporaties 2.506
MFC Oldeberkoop 228
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 2
Dorpshuizen 15
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 700
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 1 januari 2022 4.430

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen.

bedragen x € 1.000
Renteschema 2022 Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 348
b. De externe rentebaten (idem) - 132
Saldo rentelasten en rentebaten 216
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend - 5
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden - 110
toegerekend
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor 111
is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden
toegerekend
- 4
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 212
d1. Rente over eigen vermogen -
d2. Rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 212
e. De aan taakvelden toegerekende rente (rente-omslag) - 396
Renteresultaat op het taakveld Treasury - 184

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf wil met lef en passie werken aan duurzame en toekomstbestendige initiatieven. Groot en klein, van binnen en van buiten de organisatie. Met een mentaliteit die gebaseerd is op daadkracht, op 'meer doen, minder praten'. Vertrouwen in de kracht van medewerkers én inwoners is de basis onder het (samen)werken. We willen meer faciliteren dan regisseren, initiatief van buitenaf omarmen en zo het woon- werk-, en leefklimaat in Ooststellingwerf op continue basis verbeteren.

Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Interbestuurlijk toezicht
We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie.  In samenspraak met de gemeente wordt per domein een toezichtsplan opgesteld.

Human Resource Management

Het jaar 2021 verliep anders dan gepland als gevolg van corona. Toch heeft het ook heel veel nieuws opgeleverd dat als vertrekpunt kan dienen voor organisatieontwikkeling. Op een aantal punten heeft het de ontwikkeling die toch al gaande was versterkt bijv. als het gaat om flexibel- oftewel hybride werken.

Op basis van de nieuwe ontwikkelingen in 2021 zoals het heroverwegingsproces, de organisatiescan en de versnelde ontwikkeling  naar hybride werken passen we het strategisch personeelsbeleid "Jouw initiatief telt"  zo aan dat het de nieuwe doelen van de organisatie en medewerkers zo goed mogelijk ondersteunt. Wat dat precies gaat inhouden is op dit moment nog niet duidelijk omdat de besluitvorming nog niet is afgerond. Helder is wel dat flexibel werken, programmamanagement en de lerende organisatie  belangrijke onderdelen zullen zijn.  Ook houden we bij de verdere ontwikkeling van het strategisch personeelsbeleid vast aan het uitgangspunt dat de medewerker centraal staat omdat hij of zij het verschil maakt als het gaat om de kwaliteit van de gemeentelijk dienstverlening.

Daarnaast zal 2022 in praktische zin voor een deel  in het teken staan van achterstallig onderhoud wat betreft trainingen die alleen live gegeven kunnen worden bijv. voor Rake voorstellen en arbo.

Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Financiën, Planning & Control
De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. De komende jaren staan in het teken van het structureel op orde brengen van de begroting. In 2021 maken we een start met het bespreken van de indeling van de Programmabegroting voor de nieuwe raadsperiode, zodat er begin 2022 een voorstel ligt. Daarnaast evalueren we begin 2022 de pilot 'twee financiële vergaderingen per jaar'. 

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)
De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridisch advies. Juridische control is de taak van BJZ.

We investeren in kennis en kunde (door beschikbaar stellen van informatie en standaardformats, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We stimuleren de “informele aanpak”: eerst het goede gesprek (premediation).

Zoals gebruikelijk stelt het MT de JKZ-jaarplanning voor 2022 in dit najaar vast.



Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Rechtmatigheid
In 2022 wijzigt de wetgeving met betrekking tot de accountantscontrole van gemeenten en zal er een rechtmatigheidsverantwoording moeten worden opgenomen in de jaarrekening. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de mate waarin de gemeente de wet- en regelgeving naleeft, voor zover dit financiële gevolgen heeft. Om verantwoording af te kunnen leggen vormt de verbijzonderde interne controle een belangrijke basis. Jaarlijks leggen we de uitvoering hiervan vast in het Interne Controleplan. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden.

Inkoop
Op het terrein van het inkoop- en aanbestedingsbeleid zal in 2022 het bestaande beleidskader worden gehanteerd en in toepassing worden gestimuleerd. Wij faciliteren, motiveren en sturen daarbij op onze beleidsdoelen: lokaal- en regionale inkoop daar waar dat kan. Het actieplan Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) wordt verder uitgerold waarin het ambitiedocument circulaire economie Fryslân deel van uit maakt.

Informatiebeveiliging en privacy

Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik.

Ons informatiebeveiligingsbeleid dient volledig gebaseerd te zijn op het treffen van passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader geldend voor de gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Jaarlijks leggen we volgens dit normenkader verantwoording af aan de gemeenteraad en verschillende toezichthouders.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Jaarlijks toetsen we door middel van zelfevaluatie en externe audits de specifieke maatregelen voor de BRP en de waardedocumenten, de BAG, BGT, BRO, DigiD en Suwinet. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vraagt continu aandacht en investeringen. De gemeente zet diverse instrumenten in om het informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren.

Burgers hebben op grond van de AVG het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en de eisen waaraan persoonsgegevens moeten voldoen zijn verscherpt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. In 2022 zullen we verder werken aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform de privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen.



Communicatie en ICT

Terug naar navigatie - Communicatie en ICT

Communicatie

We spelen in op belangrijke trends en zorgen voor een eenduidige profilering van de gemeente. We zetten communicatie op verschillende manieren in om inwoners, ondernemers en stakeholders te informeren over beleid en diensten en om hen te betrekken bij het maken van beleid (participatie).
We gebruiken daarvoor offline en online kanalen.

Online ontwikkelen we continu door. Zo monitoren we het gebruik van onze website en social media, om op basis van die data deze kanalen zo effectief mogelijk in te zetten en zo veel mogelijk mensen te bereiken.

Naast uitvoerende communicatieactiviteiten richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en –vaardigheden te vergroten. Want communiceren doen we allemaal.

We adviseren bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers zoals in de programma’s Omgevingswet, Samenleven, Duurzaamheid en Dienstverlening.

Informatie- en communicatietechnologie

De informatievoorziening draagt bij aan een toekomstbestendige, wendbare lokale overheid. Dichtbij voor inwoners, bedrijven en recreanten. We creëren hiermee randvoorwaarden voor een efficiënte bedrijfsvoering en een klantgerichte en effectieve dienstverlening aan inwoners en bedrijven. Voor 2022 hebben we een structureel budget van € 150.000 per OWO-gemeente voor de verdere doorontwikkeling van de informatievoorziening.

In 2021 en 2022 worden een aantal ICT kern-applicaties Europees aanbesteed in OWO-verband. In 2021 was dat al het geval voor de financiële applicatie van de gemeente. Daarna volgen nog een aantal belangrijke applicaties.

In 2021 en 2022 merken we nog steeds de gevolgen voor de informatie- en communicatietechnologie van de covid-19 pandemie. Het hybride werken is (versneld) uitgerold en dat heeft impact op het netwerk, de randapparatuur, software en
werk- en vergaderruimtes.

In het najaar van 2021 wordt het huidige informatiebeleidsplan dat een looptijd had tot 2020 vervangen door de OWO I-visie. De OWO I-visie helpt onze doelstellingen te realiseren en geeft een kader voor de toekomst.

Harmonisatie op alle proces ondersteunende applicaties was al een speerpunt en daar wordt ook in 2022 op gestuurd. Het informatie uitvoeringsplan is hiervoor een belangrijk middel.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling in het portefeuillehouders overleg.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2021 bedraagt € 113.000.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester S.E. Korthuis);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester S.E. Korthuis);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie pfh’s);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken. En het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen
Financieel belang Bijdrage 2022 € 2.726.316:
1. Gezondheid € 1.069.430
2. Veiligheid € 103.686
3. Brandweer € 1.553.200
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 3.874 1-1-2022 € 70.200
31-12-2022 € 3.913 31-12-2022 € 79.028
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's Als de VRF zich niet houdt aan afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Bos
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR gering.
Financieel belang Vanaf 2020 is sprake van een geringe exploitatiebijdrage.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2022 € 0 01-01-2022 € 4.254
31-12-2022 € 0 31-12-2022 € 4.024
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap
Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Hijlkema
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2022: € 80.895
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 822 1-1-2022 € 810
31-12-2022 € 829 31-12-2022 € 805
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De bijdrage is beperkt en de regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2022 € 467.027
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2022 € 1.300 1-1-2022 € 3.000
31-12-2022 € 1.300 31-12-2022 € 3.000
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek betekent voor de gemeente een forse verhoging van de bijdrage voor het jaar 2022.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 334 1-1-2020 € 82
31-12-2020 € 350 31-12-2020 € 80
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2022)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het teruglopen van de bouwactiviteiten in relatie tot de financiële crisis zoals we die in de afgelopen jaren hebben ervaren. Dit risico kunnen we verminderen door in te spelen en actief te reageren op ontwikkelingen en toekomstprognoses in de begroting. Zo kunnen we daar waar nodig bijsturen of zelfs maatregelen afdwingen om de kosten dekkend te maken voor de komende jaren. Dit alles conform de eisen en voorschriften zoals die zijn gesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Hûs en Hiem.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2019 bedraagt € 35.030 (Afvalsturing) en € 8.264 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 * a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2020 € 57.000 1-1-2020 € 142.008
31-12-2020 € 61.055 31-12-2020 € 132.770
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2020 € 8.286 1-1-2020 € 17.289
31-12-2020 € 9.426 31-12-2020 € 20.976
Resultaat x € 1.000 * a. € 5.176 (2020)
b. € 1.348 (2020)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het uitbetaalde dividend over 2019 was € 23.774. In 2020 is obv ECB richtlijnen geen dividend uitgekeerd vanwege de onzekerheden mbt Covid-19.
Vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 4.887.000 1-1-2020 € 144.802.000
31-12-2020 € 5.097.000 31-12-2020 € 155.262.000
Resultaat x € 1.000 * € 221.000 (2020)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

Nu de druk op de woningmarkt zeer hoog is gaat de gemeente weer actief regie voeren op, en beleid maken over, (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. Om hier nader inhoud en vorm aan te geven is ambtelijk de Taskforce Wonen in het leven geroepen. Verder zal het grondbeleid gericht zijn, en voldoen aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook zal het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken staan op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs. Het grondbeleid dient sturing te geven aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich. 

Actief grondbeleid betekent het op- en inrichten van nieuwe grondexploitaties waarbij de uitgifte van de grond als ook het bouw- en woonrijp maken door de gemeente gedaan wordt, maar het kan eveneens betekenen dat woningbouwontwikkelingen volledig door private ontwikkelaars worden uitgevoerd of waarbij de gemeente regie voert op het gewenste woningbouwprogramma en de ontwikkeling/realisatie hiervan door een private partij laten uitvoeren. In die gevallen faciliteren wij dan door het uitvoeren van onze wettelijke taken, zoals het maken van een nieuw bestemmingsplan. Maar we kunnen ook faciliteren door het treffen van voorzieningen in de openbare ruimte of het aanleggen van nutsvoorzieningen. De kosten hiervan moeten we vervolgens op de ontwikkelende partij verhalen (Hfd 6.4 Wro). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst. Als dat niet lukt dient er een exploitatieplan opgesteld te worden.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de nieuw op te stellen Nota Grondbeleid: De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. U stelt jaarlijks een notitie vast waarin de grondprijzen en de parameters staan.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe woonvisie. Hierbij gaan we onze strategische grondposities, welke niet zijn ingevuld met zonnepaneelvelden,  heroverwegen.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt het grondbedrijf zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro.
  • Voldoet het grondbedrijf aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft het grondbedrijf een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is het grondbedrijf robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is het grondbedrijf financieel transparant en gezond (inzet op maximale terugverdiencapaciteit).
  • Heeft het grondbedrijf nieuwe dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet (beoogde inwerkingtredingdatum 1 juli 2022) moet de nota grondbeleid worden aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht, onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder wordt de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd.

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
In 2021 is gewerkt aan een nieuwe woonvisie. Deze visie wordt begin 2022 voorgelegd aan de raad. Als input hiervoor in onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad.

Nieuwbouw
De druk op de woningvoorraad is groot en vraagt om creatief denken en handelen om de voorraad (tijdelijk) te vergroten. Er wordt al volop gebouwd en panden worden herbestemd tot woningen, maar er mag een versnelling bij. We blijven in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij aandacht voor innovatieve woningbouw. Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen.



Complexen grondexploitatie

Woningbouw

  • Langedijke: alle kavels zijn verkocht
  • Elsloo: de laatste 2 kavels zijn in optie, beoogde looptijd: 2022
  • Donkerbroek-West: de laatste 2 kavels zijn onder voorbehoud verkocht, de verwachting is dat deze eind 2021 dan wel begin 2022 kunnen worden geleverd, beoogde looptijd is dus 2022
  • De Kromten Waskemeer: fase 1 afgesloten 2018; fase 2 zal bestaan uit drie (3) kavels, looptijd 10 jaar na start exploitatie en vastgesteld bestemmingsplan fase 2.


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: prognose € 270.000 per jaar aan verkopen. Resterende looptijd 2035.
  • Haulerwijk De Turfsteker: uitgifte prognose: 1 kavel per jaar, resterende looptijd 2023.

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen hoog risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion).

Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) is de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. Tot dusver hebben we nog geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen. 

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen ten gevolge van een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. Er wordt nu gekeken naar het "percentage of completion". De stand van de reserve is per 1-1-2021 € 1.055.000. Naast een bedrag van € 474.000 als ARG, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 581.000 beschikbaar.

 

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot een bedrag van € 1.000.000 per jaar. De voorwaarden om het krediet aan te mogen spreken staan in de ‘Nota Grondbeleid’. (zie financiële verordening 2020 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid).

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

PAS en PFAS

Terug naar navigatie - PAS en PFAS

PAS
Het kabinet heeft als doel geformuleerd om voor het jaar 2030 de hoeveelheid stikstof op minimaal de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen, tot een voor de natuur veilig niveau. Hiervoor is een wetsvoorstel ingediend. Tot op heden zijn er in onze gemeente geen bouwprojecten als gevolg van de PAS komen te vervallen, wat niet wegneemt dat we de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.

PFAS
De gemeente Ooststellingwerf heeft zich inmiddels aangesloten bij de tijdelijke PFAS regeling (1 juli 2020). Hierdoor kunnen bouwprojecten getoetst worden aan de tijdelijke regeling.

In 2021 voldoen we aan de wettelijke verplichting om een recente bodemkwaliteitskaart inclusief PFAS voor het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf te hebben. Deze bodemkwaliteitskaart zal dan als toetsingskader dienen bij grondverzet.

Verschillende lidstaten, met Nederland als koploper, willen dat alle schadelijke PFAS-stoffen worden verboden. Er is hiervoor een Europese verordening in voorbereiding die in de komende 5 jaar van kracht zou moeten worden. Wat de impact van het verbod op onder andere de bouw heeft wordt uitgezocht door de Europese wetenschappelijke comités.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw

Onder meer:

  • Aan de Meester van Ekstraat in Haulerwijk is halverwege 2021 gestart met de bouw van 7 rijwoningen  in de koopsector.
  • In Oosterwolde is op het terrein waar voorheen de coöperatieve zuivelindustrie “De Zuid-Oost-Hoek” was gelegen, het woningbouwproject De Wrongel in ontwikkeling. Er komen vrijstaande, half
    vrijstaande, rijwoningen en ook zorgappartementen voor ouderen. Het zorgcomplex op een gedeelte van het plangebied is in ontwikkeling.
  • Het plan aan de Dertien Aprilstraat in Oosterwolde is onherroepelijk. Daar zullen 55 appartementen gerealiseerd worden.
  • Er wordt een bestemmingsplanprocedure doorlopen voor een woon(zorg)complex aan het Oost 60 in Oosterwolde. Het gaat om een plan met 6 koopappartementen die geschikt zijn voor wonen met zorg.
  • Aan de Vaart ZZ 41 in Appelscha wordt een ruimtelijke procedure doorlopen voor de realisatie van 12 woningen (een 2^1 kap woning en een appartementengebouw)
  • Wolvegasterweg 10 (Willinghe prinsstraat) in Oldeberkoop.  Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor 6 appartementen en twee vrijstaande woningen (8 in totaal), hiervan is de eerste vrijstaande woning reeds in aanbouw.
  • Aan de Boekhorsterweg in Oosterwolde worden in totaal 6 rijwoningen, type drie-onder-één-kap, gerealiseerd


Particuliere ontwikkeling niet-woningbouw

  • Oosterwolde Venekoten Noord; In 2020 heeft een grote brand een groot terrein verwoest in de kop Venekoten-Noord. Dit particuliere terrein zal heringericht worden.
  • Oosterwolde Ecomunity: dit is een particulier initiatief, gericht op de realisatie van een hoogwaardig duurzaam bedrijvenpark met een kenniscentrum.

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 | Duurzaamheid

In september 2017 heeft u de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vastgesteld. Voor de periode 2021 – 2025 zijn de ambities van de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vertaald in het Programma Duurzaam Ooststellingwerf 2021 - 2025. Met dit programma gaan we verder met de lijn die we hebben ingezet met de Versnellingsagenda duurzaam Ooststellingwerf 2030 en het Uitvoeringsprogramma Biobased Economy 2016 – 2020. De focus ligt op drie thema’s:

  1. Energietransitie
  2. Klimaatadaptatie
  3. Circulaire economie

Voor de opgaven binnen deze thema’s hebben we de samenleving nodig. Door middel van participatie betrekken we onze inwoners en geven we ze een grote rol geven in het bedenken en uitvoeren van projecten en acties die bijdragen aan de opgaven. Hiervoor willen we aansluiten bij wat er leeft en speelt in de wijken en dorpen in onze gemeente. De uitvoeringsagenda van het Programma Duurzaamheid bevat concrete projecten en een financiële onderbouwing die aan is voorgelegd ter besluitvorming. De voortgang wordt gerapporteerd via de P&C-cyclus.

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Doel: Ooststellingwerf energieneutraal in 2030
Opgaven:

  • Energiebesparing
  • Duurzame energieopwekking
  • Duurzame mobiliteit

Om energieneutraal te zijn mogen we in 2030 niet meer energie gebruiken dan we zelf duurzaam opwekken. Om dit te bereiken gebruiken we zo weinig mogelijk energie door energiebesparing. Als we energie gebruiken doen we dat zo efficiënt mogelijk. Het opwekken van energie doen we duurzaam en met zo laag mogelijk uitstoot van CO2. Hiervoor stellen we onder andere in 2021 een Warmtetransitieplan op. Daarnaast zetten we in op duurzame vormen van mobiliteit.

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Doel: klimaatbestendig Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Vergroten klimaatbestendigheid
  • Verbeteren van bodemgezondheid
  • Vergroten van de biodiversiteit

Door de klimaatverandering is er meer kans op weersextremen met wateroverlast, hitte en droogte. Eén van de risico’s hiervan is een afname van de biodiversiteit. We zetten in op het afkoppelen van hemelwaterafvoer van het riool en het verminderen van de hoeveelheid verhard oppervlakte. We willen het regenwater langer vasthouden zodat het de tijd krijgt om te infiltreren in de bodem. Dit komt ten goede aan het grondwater en daarmee aan de watervoorraad voor de natuur, de biodiversiteit en de landbouw.

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Circulaire economie

Doel: meer gesloten kringlopen in Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Biobased produceren
  • Afvalstoffen en grondstoffen
  • Kringlooplandbouw en voedsel

In een circulaire economie zetten we in op hergebruik van: allereerst producten, vervolgens materialen en ten slotte grondstoffen. In een circulaire economie worden producten zo gemaakt dat ze gemakkelijk zijn te hergebruiken en de samenstelling van producten zoveel mogelijk biologisch afbreekbaar is.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën
x € 1.000
Financiën paragraaf 9 Duurzaamheid
Incidentele middelen
Thema Energietransitie
Resterend budget Reductie Regeling Energiegebruik Woningen (RREW) n.t.b.
Resterend budget transitievisie warmte n.t.b.
Thema Klimaatadaptatie
Resterend budget Leer- en onderzoekscentrum Bodem (rijksbijdrage Regio Deal t/m 2023) n.t.b.
Roekenbeheer (2022 t/m 2024) 64
Thema Circulaire economie
Resterend budget BBE n.t.b.
Structurele middelen (beschikbaar voor alle thema's)
Budget milieubeleid 70
Uitvoeringsbudget programma duurzaamheid 100

Paragraaf 10 | OWO-Samenwerking

Bestuursovereenkomst

Terug naar navigatie - Bestuursovereenkomst

De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de drie OWO-afdelingen bereikt. Na de bouwfase verkeren de OWO-afdelingen nu in de fase van continue verdere ontwikkeling en professionalisering en dat verloopt naar wens. Het OWO-jaarplan, dat is samengesteld uit de jaarplannen van de drie OWO-afdelingen, is de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland. Nieuwe plannen of beleidsopgaven pakken de drie gemeenten, waar mogelijk, gezamenlijk op. Bij actuele of nieuwe (beleids)vraagstukken maken de OWO-gemeenten gebruik van elkaars kennis, kunde en/of capaciteit. Op deze manier lukt het de drie gemeenten om sneller en effectiever in te spelen op landelijke, provinciale of regionale opgaven. Een mooi voorbeeld hiervan is de invoering van de Omgevingswet.

 

OWO-visie
Begin 2021 hebben de drie OWO-gemeenteraden de OWO-visie (“zelfstandig blijven door samenwerking”) zonder wijzigingen vastgesteld. De drie OWO-gemeenten werken samen en voegen weldoordacht bedrijfsonderdelen in één. Met daarbij het belang van de eigen zelfstandigheid voor ogen houdende. De OWO-visie: Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland, drie gemeenten die hun zelfstandigheid behouden door samenwerking!

 

Met het vaststellen van de OWO-visie is ook een aantal moties aangenomen waarin de raden samen met de colleges aan de slag gaan met de (toekomst van de) OWO-samenwerking. In een drietal bijeenkomsten is in 2021 een mooie stap gezet in de samenwerking en in de concretisering op een aantal thema’s.

 

Een groot aantal uitvoerende taken is ondergebracht bij drie afdelingen die gezamenlijk worden aangestuurd. Dit zijn de samengevoegde afdelingen Beheer en Registratie, Bedrijfsvoering en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving. Elke gemeente is gastgemeente van één van deze afdelingen. De onderlinge afspraken zijn ongecompliceerd en helder. Verdere ontwikkeling in de taakvelden van deze afdelingen is een actueel thema. Dat is bijvoorbeeld goed te zien bij de verdere ICT-ontwikkelingen. De gemeenten hebben afgesproken dit gezamenlijk op te pakken omdat dit beter, goedkoper en efficiënter is dan dat zij dit in zelfstandigheid doen.

 

Naast de samengevoegde afdelingen vindt er ook samenwerking plaats op terreinen waar geen samenvoeging heeft plaatsgevonden. Terreinen waarbij het vanzelfsprekend is om gezamenlijk op te trekken of waarbij samenwerking leidt tot een krachtige positie op het regionale of provinciale speelveld. Maar ook om gebruik te maken van elkaars expertise of omdat het kostenefficiënter is om gezamenlijk door te ontwikkelen. Ook dat is de OWO-samenwerking.

 

De OWO-visie is een bevestiging van de huidige samenwerking en de uitgangspunten. Daarnaast bevat het een aantal prioriteiten en opgaven om de samengevoegde OWO-afdelingen verder te ontwikkelen en de samenwerking op (beleids)thema’s nog beter te benutten.

 

Op de volgende vier thema’s werken de drie OWO-gemeenten intensief samen omdat de opgaven groot en de gemeentegrenzen overstijgen, ze een integrale aanpak vergen en ze de mogelijkheid bieden om kennis en kunde die specifiek in de drie huizen aanwezig zijn te bundelen en te benutten. Deze vier thema’s zijn:

• Versterkt platteland
• Omgevingswet
• Duurzaamheid
• Recreatie en toerisme

OWO-afdelingen

Terug naar navigatie - OWO-afdelingen

 

OWO-afdelingen: het fundament van onze samenwerking

 

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer een derde van de medewerkers.

 

Ook buiten onze gemeenten is de OWO-samenwerking een begrip. Een bijzonder en uniek samenwerkingsverband: samen waar het kan én met behoud van eigenheid. Onverminderd zetten de afdelingen zich in voor de vier K’s:

 

1. meer Kwaliteit
2. vergroten Kennis
3. vermindering Kwetsbaarheid
4. minder (meer) Kosten

De OWO-afdelingen dragen bij aan een toekomstbestendige, wendbare en betaalbare lokale overheid, dichtbij burgers, ondernemers en recreanten. We werken nauw samen met ruimte voor eigen identiteit van de individuele gemeenten (moederorganisaties).

 

Met het afronden van de bouwfase eind 2017, begin 2018 is een volgende fase van de OWO-samenwerking ingegaan. De OWO-samenwerking is uniek en er staat een hele mooie basis. Cliché of niet, maar ‘stilstand is achteruitgang’ ligt op de loer. Om dit niet te laten gebeuren is met het aanbreken van de nieuwe fase een dynamische lijst met prioriteiten opgesteld waarmee de OWO-samenwerking, gelet op alle ontwikkelingen buiten en binnen, de komende jaren aan de slag wil. Deze lijst heeft ook als één van de bouwstenen gediend voor de vastgestelde OWO-visie en is daarin dan ook integraal in opgenomen.

 

Deze prioriteiten zijn:

 

1. OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen
OWO 2.0 - zoektocht OWO-identiteit
2. Ambities en inrichting dienstverlening
3. Verdere voortgang inkoop- en aanbestedingsbeleid
4. Datagedreven werken
5. Slimmer verzekeren
6. Harmonisatie en verduidelijking APV
7. Actualiseren VTH-beleidsplan
8. Zorgvuldige invoering Omgevingswet
9. Informatiebeveiliging en privacy
10. Innoveren voor de toekomst

 

In het vervolg van deze OWO-paragraaf wordt vanuit de drie OWO-afdelingen ingegaan op de genoemde prioriteiten en de (bredere) ontwikkelingen voor 2022. De prioriteiten 1 (OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen en - zoektocht OWO-identiteit) en 2 (ambities en inrichting dienstverlening) zijn onderdeel van een continue ontwikkeling van de samenwerking én van de drie OWO-gemeenten. De in 2021 vastgestelde OWO-visie en de concretiseringsslag die in co-creatie met de OWO-raden gemaakt is geven inhoudelijk richting aan de herijking en de zoektocht, zeker op de thema’s waar de OWO-raden voor 2022 en verder op in wil zetten zoals de Omgevingswet, duurzaamheid en versterkt platteland. Dit zijn kaders waardoor ook de OWO-afdelingen weten waarop de focus ligt zodat duidelijk is hoe de ondersteuning daarop georganiseerd en ingericht moet worden. Dit maakt onderdeel uit van de continue ontwikkeling van de OWO-afdelingen in relatie tot de opgaven en ambities én ook in relatie tot de (organisatie)ontwikkelingen in de drie OWO-gemeentehuizen. Om klaar en fit te zijn voor de (nabije) toekomst en flexibel in te kunnen blijven spelen op alles wat op de gemeenten afkomt maakt innoveren (prioriteit 10) onderdeel uit van de continue ontwikkeling van de OWO-afdelingen.

Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) (gemeente Opsterland)

Terug naar navigatie - Afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) (gemeente Opsterland)

Het landschap waarin VTH zich bevindt, is volop in beweging. Vooral de komst van de Omgevingswet zorgt voor een ingrijpend veranderingsproces.

 

Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving (prioriteit 7)
Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de OWO-afdeling VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. Daarnaast zijn energietransitie en ondermijning belangrijke aandachtspunten. De afdeling werkt aan accentverschuivingen in taken en competenties om de beleidsdoelen te kunnen realiseren. Mede ingegeven door een recent rekenkameronderzoek rond het proces van vergunningverlening is monitoring van resultaten nadrukkelijk in de uitvoeringsorganisatie opgenomen.

 

Omgevingswet (prioriteit 8)
De Omgevingswet treedt, na wederom uitstel op 1 juli 2022 in werking. Dit betekent niet dat op deze datum alle doelen uit deze wet gerealiseerd moeten zijn; voor een aantal minimale eisen geldt dat wel, de verdere implementatie loopt tot 2028. De drie OWO-gemeenten en de OWO-afdelingen trekken nauw samen op om op tijd klaar te zijn. Grote klussen zijn er op het gebied van automatisering, het inrichten van werkprocessen en het opleiden van medewerkers. Ook de afstemming met de ketenpartners is van groot belang, vooral met de FUMO. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor de legesopbrengsten: meer vergunningsvrij bouwen leidt tot minder legesinkomsten. Tegelijkertijd treedt de Wet kwaliteitsborging bouwen in werking. Ook deze wet heeft flinke gevolgen voor de te berekenen leges voor Omgevingsvergunningen. Zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging bouwen zorgen voor verschuiving van taken. Het is momenteel nog volstrekt onduidelijk wat de omvang van deze verschuiving is en de gevolgen voor de omvang van de formatie van OWO-VTH.

 

Harmonisatie APV (prioriteit 6)
In het najaar van 2021 is een herziene versie van de APV aan de drie OWO-gemeenteraden aangeboden. Deze is OWO-breed afgestemd en leidt tot meer geharmoniseerde regelgeving binnen de drie OWO-gemeenten. De komst van de Omgevingswet is de volgende aanjager en verwacht wordt dat in 2022 een volgende stap gezet wordt in verdere afstemming van APV regelgeving in OWO-verband.

Afdeling Beheer en Registratie (gemeente Ooststellingwerf)

Terug naar navigatie - Afdeling Beheer en Registratie (gemeente Ooststellingwerf)

Digitalisering
Een rode draad die bij beide teams (Backoffice Sociaal Domein en Belastingen & Vastgoedinformatie) te herkennen is, is de voortschrijdende digitalisering. Dan gaat het onder andere over nieuwe applicaties, koppelingen tussen basisregistraties en digitaal registreren. Daarnaast hebben ook de wijzigingen in wet- en regelgeving grote invloed en ook hierin speelt de digitalisering een prominente rol zoals bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. Ook de aanbesteding ICT moet hierbij worden genoemd omdat hierbij ook rekening is gehouden met voortschrijdende digitalisering en dit is vastgelegd in de eisen en wensen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het maken van nieuwe koppelingen en het digitaliseren van handmatige werkzaamheden.

 

Aanbesteding ICT
Afhankelijk van de uitkomsten van de aanbesteding ICT bestaat de mogelijkheid dat zowel de drie afdelingen Sociaal Domein van de OWO-gemeenten als het team Belastingen & Vastgoedinformatie over gaan naar een nieuwe applicatie. De overgang naar een nieuwe applicatie vraagt de nodige voorbereiding en inzet tijdens de implementatie qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen en/of ingerichte beheerorganisatie.

 

Team Belastingen & Vastgoedinformatie (BVI)

 

Datagedreven werken (prioriteit 4)
In 2021 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens wordt onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten.

 

Invoering Omgevingswet
BVI neemt actief deel aan de werkgroep die de invoering van de Omgevingswet (prioriteit 8) begeleidt. BVI is met name betrokken bij het Digitaal Stelsel Omgevinswet DSO. De capaciteit die hiermee gemoeid is wordt opgevangen binnen de reguliere capaciteit.

WOZ-waarden op basis van oppervlakte
Met ingang van 2022 moeten de woningen getaxeerd worden (voor de WOZ) op basis van de oppervlakte in plaats van inhoud. Dit is een nieuwe wettelijk bepaling. In 2019 is gestart met de voorbereidingen en in 2022 vindt de eerste herwaardering plaats op basis van de oppervlakte. Het jaar 2021 was een testjaar en een jaar waarin de puntjes op de ‘I’ zijn gezet.

 

Backoffice Sociaal Domein
De backoffice beweegt, net zoals de Gebiedsteams van de drie gemeenten, mee met de ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein die zijn weerslag hebben in de uitvoering. Denk hierbij aan digitalisering in de PGB-systematiek en het steeds verder landelijk standaardiseren van processen tussen gemeenten, zorgaanbieders en ondernemers in het kader van de loonkostensubsidie en zeker ook aan de wijze waarop het beschermd wonen binnen de Wmo is vormgegeven en de nieuwe Wet inburgering per 1 januari 2022. Bij dit type veranderingen is het belangrijk rekening te houden met eventueel benodigde formatie binnen de backoffice zoals dat ook met het Gebiedsteam gebeurt.



Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

Terug naar navigatie - Afdeling Bedrijfsvoering (gemeente Weststellingwerf)

De afdeling Bedrijfsvoering levert advisering, ondersteuning en uitvoering van taken op het gebied van informatisering en automatisering, ICT-architectuur en -beveiliging, business intelligence, de documentaire informatievoorziening, de personeels- en salarisadministratie, inkoop en verzekeringen en de financiële administratie en ondersteuning bij de producten in de P&C-cyclus.

 

Het is een feit dat digitalisering en het gebruik van ICT-middelen niet meer weg te denken valt in het hedendaagse functioneren van onze gemeenten, onze interacties met inwoners en bedrijven en onze landelijke ketenpartners. Daarbij zijn de privacywetgeving voor de inrichting van onze processen en systemen belangrijk en de beveiligingsopgaven voor het voorkomen van misbruik en het gijzelen van onze bedrijfssystemen en bedrijfsgegevens groot. Dit schept dan ook verplichtingen voor onze technische inrichting, werkmethoden en investeren in kwaliteit van onze middelen (mens, machine en budgetten). Ook in het achterliggende jaar hebben in de landelijke media wederom de consequenties gezien en gehoord als zaken niet goed op orde zijn en wat daarvan dan de gevolgen zijn. Genoemd worden de datalekken bij onder andere de GGD, veiligheidsregio’s en het Openbaar Ministerie en de nasleep van de hack en gijzeling van systemen en informatie bij de gemeente Hof van Twente.

 

ICT en informatievoorziening kunnen niet meer als bijproduct worden gezien: ze moeten er zijn, ze moeten op orde zijn en ze moeten correct functioneren. Het dient daarmee strategisch als product en dienst het algemeen belang en maakt het dagelijks functioneren van de lokale overheid, onze gemeenten, mogelijk. Verdere ontwikkelen is nodig om te kunnen blijven voldoen aan de grote groei en vraag naar ICT-ondersteuning met als uitdaging daarbij ook de (informatie)veiligheid te waarborgen. De informatievoorziening en ICT-huishouding vereisen ook in 2022 extra middelen.

 

In de OWO-visie zijn in het hoofdstuk ‘Uitbouwen en door ontwikkelen’ de doelen van de OWO-samenwerking aan tien prioritieten gekoppeld. Prioriteit 3 ‘Inkoop en aanbesteding’ en prioriteit 5 ‘Slimmer verzekeren’ zijn sinds 2020 en 2021 al opgepakt en deze zijn grotendeels al uitgewerkt. Hierover is het goed nog te melden dat deze activiteiten net als veel andere werkzaamheden binnen de bestaande budgettaire kaders hebben plaatsgevonden.

 

Nieuwe ontwikkelingen
Onderstaand melden wij thema's waarvan wij voorzien dat zij in 2022 een rol gaan spelen maar waar vooralsnog geen financieel gevolg aan is gegeven in deze begroting. Op het moment dat er op deze thema’s meer bekend is op gevolgen, benodigde acties en financiële middelen wordt dit meegenomen in de eerstvolgende reguliere processtap van de P&C-cyclus. Het vraagt in deze lastige financiële budgettaire tijden durf en visie om proactief te sturen op digitale opgaves. Het gaat nu vooral om nieuwe (wettelijke) ontwikkelingen die in iedere gemeente in de normale exploitatie (bedrijfsvoering) spelen en ook geld kosten. Het in OWO-verband oppakken en uitvoeren betekent dat de kosten lager uitvallen dan wanneer een gemeente dit afzonderlijk vorm moet geven.

 

Wet open overheid (bekostiging via extra middelen Rijk)
Deze wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijkheid maken van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De algemene strekking is duidelijk: actiever, transparanter overheidsinformatie delen. Dit stelt eisen aan de kwaliteit van de informatiehuishouding, waaronder de archivering, de informatiesystemen, de werkprocessen en de digitale publicatiekanalen. Maar ook aan de kennis van medewerkers. Alle gemeenten zijn door het Rijk gecompenseerd voor de invoering van de Wet open overheid (Woo).

 

Informatisering, digitalisering en automatisering
In 2019 is onderzoek gedaan naar de inrichting van een voor de toekomst bestendige informatievoorziening in de OWO-samenwerking. Uit dit onderzoek is een aantal aandachtsgebieden naar voren gekomen. Binnen de financiële en personele mogelijkheden gaan we aan de slag om hier stappen in te zetten.

 

Archiefverplichtingen en werkvoorraad wegwerken DIV
Om de achterstanden en de werkvoorraad weg te werken en de archieven op orde te brengen was in 2021 en is in 2022 én 2023 nog extra inhuurcapaciteit nodig. Het gaat vooral om uitvoeringstaken bij DIV zoals scannen, registreren, archiveren, inventarissen overbrengen en het doen van kwaliteitscontroles. Archieven moeten op orde zijn zoals de Archiefwet voorschrijft. Als dit niet het geval is dan kan er sprake zijn van taakverwaarlozing. De huidige hybride situatie (zowel papier als digitaal archiveren) gekoppeld aan de verschillende werkwijzen in de drie OWO-gemeenten in combinatie met een lastige arbeidsmarkt in dit domein maakt deze opgave veelomvattend en lastig.

 

Belangrijkste speerpunten 2022 per aandachtsgebied van de OWO-afdeling Bedrijfsvoering

 

Informatisering en automatisering (I&A)
In 2022 zullen de veiligheid (prioriteit 9) en de beschikbaarheid van betrouwbare data en het blijven voldoen aan de wetgeving (AVG, BIG, BIO et cetera) belangrijke speerpunten zijn.

 

Afhankelijk van het verloop en de maatregelen rondom Corona zal het hybride werken in combinatie met mobiele werkplekken in de drie gemeenten (onder andere laptops) ook in 2022 vervolg krijgen. Wij zorgen ervoor dat middelen en voorzieningen in 2022 waar nodig of gewenst worden omgevormd of uitgebreid.

 

In 2021 is een groot deel van het bestaande applicatielandschap en de daarbij behorende voorzieningen integraal Europees aanbesteed. De projectvoering is in 2021 voorbereid waarbij met de diverse domeinen in de drie gemeenten het Pakket van Eisen (wensen en opties) is bepaald. Eind 2021 zal naar verwachting bekend zijn op welke manier en met welke leverancier(s) we in 2022 en daarna (fasering meerjarig) voor de toekomst gaan bouwen aan de continuering van onze informatievoorziening, gegevensbeheer, uitwisseling van gegevens en de functionele toepassingen.

 

Documentaire Informatievoorziening (DIV)
De Archiefwet heeft gevolgen door de verkorting van de termijnen voor overbrenging archiefbescheiden. Die gaat van twintig jaar nu (Archiefwet uit 1995) naar tien jaar straks. Die eis gaat hoe dan ook impact hebben. Gelet op het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) vanuit de provincie (jaarverslagen die we opstellen, het OWO-verbeterplan en het binnenkort vast te stellen IBT-uitvoeringsplan) zijn er extra inspanningen nodig om te kunnen voldoen aan de wetgeving van nu en voor later. In het IBT-uitvoeringsplan kunnen we de huidige voorraad met bestaand personeel in maximaal vier jaar wegwerken. Door de provinciale toezichthouder is in het jaarverslag opgenomen dat een nieuwe functie van archivaris nodig is gegeven de schaalgrootte van de OWO-gemeenten. Het is een terugkerend punt uit de beoordelingen die de provincie maakt naar aanleiding van onze jaarlijkse IBT-jaarverslagen voor het archief- en informatievoorzieningsdomein.

 

De nazorg van de invoering van het zaakgericht werken in OWO-verband vraagt aandacht. Zaakgericht werken biedt centraal inzicht in alle lopende zaken en ondersteunt volledige digitale dossiervorming.

 

Vanuit de Archiefwet en de provincie als toezichthouder liggen grote opgaven om te voldoen aan de inrichting en het actueel zijn van de informatievoorziening en archiefvorming. Hiervoor zijn aanvullende middelen ingezet. Dit proces duurt nog zeker tot 2023, net als de extra inzet van personeel om de grote hoeveelheden archief correct te verwerken en vindbaar te houden.

 

Binnen het ruimtelijk domein speelt de naderende invoering van de Omgevingswet (prioriteit 8) een grote rol. Daarbij staat een goede informatievoorziening voor zowel de ambtenaar als de burger centraal. Dit betekent dat we moeten investeren in een goede kwaliteit van onze gegevens.

 

Inkoop (prioriteit 3)
Op het terrein van het inkoop- en aanbestedingsbeleid zal in 2022 het bestaande beleidskader worden gehanteerd en in toepassing worden gestimuleerd. Wij faciliteren, motiveren en sturen daarbij op onze beleidsdoelen: lokale en regionale inkoop daar waar dat kan. Het actieplan Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) wordt verder uitgerold waar het ambitiedocument circulaire economie Fryslân deel van uit maakt. Er zijn verschillende ICT-toepassingen die moeten worden aanbesteed waarvan de voorbereidende werkzaamheden OWO-breed worden opgepakt.

 

Financiële administratie
Het op tijd binnen de gestelde kaders betaalbaar stellen van facturen is een continu proces waarbij de norm is dat minimaal 95 procent van de onbetwiste facturen binnen dertig dagen betaald zijn. Het verwerken, muteren en verantwoorden van onze financiën in combinatie met het ontsluiten van deze informatie is in combinatie met onze ondersteuning voor de reguliere P&C-cyclus een prominente activiteit. In 2021 is de inrichting van het nieuwe financiële applicatie voor de OWO-gemeenten, na gunning aan een nieuwe leverancier, voorbereid en 2022 is het eerste jaar waarin met dit nieuwe pakket de P&C-cyclus en de financiële dienstverlening aan burgers en bedrijven wordt ondersteund.

 

Personeels- en salarisadministratie (PSA)
PSA faciliteert gebruikers met het softwarepakket e-HRM waarmee zij eenvoudig, overal en altijd hun zaken kunnen inzien of regelen, zoals de salarisspecificatie, declaraties, verlofregelingen en secundaire arbeidsvoorwaarden. Leidinggevenden krijgen (digitale) ondersteuning in het werken met digitale personeelsdossiers. Daarnaast ondersteunt PSA de (werving- en selectie)processen en overige vraagstukken van HRM.

 

Verzekeringen (prioriteit 5)
Voor burgers en bedrijven zetten wij het op tijd afhandelen van schadegevallen en schadeclaims voort. Tevens zorgen wij voor het actualiseren van onze verzekeringsportefeuille. Wij hebben in 2021 het OWO-verzekeringsbeleid uitgewerkt. Daarnaast bouwen wij verder aan intensieve afstemming met de diverse vakafdelingen waarbij de adviesfunctie richting de vak afdelingen verder proactief uitgebouwd zal gaan worden.