Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de Belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar vanaf 2022 gebeurt dit op basis van de gebruiksoppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Door de overgang op de gebruiksoppervlakte bij woningen zijn er ook geen problemen bij de verplichte levering aan de afnemers.

De gebruiksoppervlakte van alle niet-woningen zoals winkels, agrarische- en overige bedrijven met een woning, dient nu ook ingemeten te worden. Vanaf november 2024 is een inventariseerder in de gemeente bezig om dit ter plaatse op te meten, verwacht wordt dat dit is afgerond in Q1 2025.

 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de gebruiksoppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG. De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de Samenhangende objectenregistratie (SOR).   

Het ministerie van BZK is gestart met Doorontwikkeling in Samenhang van de GEO-basisregistraties (DisGeo). Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren in de Geo informatie Infrastructuur. Onderdeel is de doorontwikkeling van enkele bestaande GEO-basisregistraties tot een Samenhangende Objectenregistratie (SOR). Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. Er wordt nu gewerkt door het Ministerie aan een roadmap voor de vervolgstappen. Het betreft een intensief traject en zal de komende jaren verder ingevuld worden. De BAG, BGT en de WOZ gaan onderdeel uitmaken van de SOR. Ook zijn er belangrijke raakvlakken met de basisregistratie topografie (BRT) en het Nationaal Wegenbestand.

Omgevingswet
De Omgevingswet (inwerkingtredingdatum 1 januari 2024) bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. 

Bij de implementatie van de Omgevingswet werkt het team BVI nauw samen met andere vakafdelingen. BVI draagt zorg voor de actualiteit, betrouwbaarheid en compleetheid van de gegevens in de basisregistraties BAG en BGT en stelt overige ruimtelijke Geo data beschikbaar die via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt ontsloten. Daarnaast leveren de Adviseur Geo-informatie en de Gis-medewerker ieder vanuit hun een eigen rol een bijdrage in de projectgroep 'pilot Omgevingsplan gemeente Ooststellingwerf' en 'OWO Uitvoeringsprogramma Omgevingswet 2021-2024'.

Legesverordening
De Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) zijn per 2024 ingegaan. Gelijktijdig met het invoeren van de nieuwe wetgeving, moest ook de legesverordening worden aangepast om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving. Via themabijeenkomsten bent u geïnformeerd over de belangrijkste gevolgen van de nieuwe wetgeving.

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
De hoogte van de OZB is een percentage van de WOZ-waarde van een pand. Het percentage wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. Eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen (bedrijfspanden voornamelijk) betalen OZB. De opbrengst OZB is voor een gemeente vrij te besteden. 

Rioolheffing
Met de inkomsten vanuit de rioolheffing worden de kosten gedekt die de gemeente maakt voor de uitvoering van de gemeentelijke watertaken. In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020-2024 is beschreven hoe de gemeente dit uitvoert. Uitgangspunt is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024.

Leges
De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) hebben impact op de legesbaten. De impact van de Omgevingswet is in 2024 nog relatief beperkt, doordat de OWO gemeenten beleidsneutraal overgaan. Tot 2032 krijgen gemeenten de tijd om het omgevingsplan vast te stellen. Hierin zullen gemeentelijk keuzes worden gemaakt of omgevingsplanactiviteiten vergunningsplichtig blijven, meldingsplichtig worden of geen van beide. Deze keuzes kunnen gevolgen hebben voor de legesbaten. 

Door de Wkb wordt de leges voor bouwactiviteiten opgeknipt in een ruimtelijk en een bouwtechnisch deel. De technische bouwkundige toets wordt voor gevolgklasse 1 door kwaliteitsborgers uitgevoerd en niet meer door de gemeente. Hierdoor komt de leges voor het bouwtechnisch deel te vervallen. Gevolgklasse 1 zijn bijvoorbeeld eensgezinswoningen en simpele bedrijfspanden. Circa 90% van alle bouwvergunningen in de OWO gemeenten zit in gevolgklasse 1. Historisch heeft ruim 60% tot 75% van de legesopbrengsten betrekking op bouwvergunningen. De consequenties voor de legesopbrengsten zijn daardoor aanzienlijk. 

De raming van de legesopbrengsten bevat een groot aantal onzekerheden. Die onzekerheden waren er in andere jaren ook, maar zijn door de nieuwe wetgeving nu groter. Door de knip tussen de ruimtelijke en technische vergunning (Wkb) hebben we de kosten voor deze vergunningssoorten opnieuw geraamd. Na invoering van de Wkb moet blijken of deze raming accuraat is. Ook het aantal vergunningsaanvragen varieert jaarlijks. Het eerste jaar waarin we met de nieuwe wetgeving werken is een overgangsjaar, waarin in verband met overgangsrecht ook nog oud recht van toepassing is. Een echt goed beeld van de werkelijke kostendekkendheid ontstaat naar verwachting in 2025. We monitoren de komende jaren de werkelijke kosten en opbrengsten en kunnen tarieven desgewenst bijstellen. 

Toeristenbelasting
Per 1 januari 2024 is de verordening toeristenbelasting gewijzigd. Het forfaitair tarief is uit de verordening geschrapt. Recreatieondernemers kunnen hier geen gebruik meer maken vanaf 2024. Voor de ondernemers die dat wensen is een vaststellingsovereenkomst beschikbaar. In deze vaststellingsovereenkomst wordt met vaste, eenduidige normen het aantal overnachtingen forfaitair vastgelegd.

De tarieven voor de periode 2024-2026 zijn € 1,65 en € 1,20 per persoon per nacht. Het tarief van € 1,20 per persoon per nacht is voor overnachtingen in kampeermiddelen op kampeerterreinen en in kampeerboerderijen. Het tarief van € 1,65 per persoon per nacht is voor verblijf in andere verblijfsaccommodaties. In de raadsvergadering van 27 juni 2023 heeft de raad bij amendement besloten om leeftijd van vrijstelling toeristenbelasting kinderen te verhogen van vier jaar naar 12 jaar.

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). De belasting van caravans of chalets met een standplaats voor meerdere jaren wordt naar een vast bedrag geheven.

Bedrijven Investeringszone (BIZ)
BIZ (Bedrijven Investeringszone): Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

Afvalstoffenheffing
Met de inkomsten vanuit de afvalstoffenheffing worden de kosten gedekt die de gemeente maakt voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval. Dit noemen we Diftar+. 

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde, geautomatiseerde toets vooraf (via het Inlichtingenbureau) om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing. Het aantal aanvragen in 2024 is toegenomen door de lastenstijging en de verhoogde energielasten. 

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening 2023 Primitieve Begroting Actuele Begroting Rekening 2024 Verschil
lokale heffingen 8.817 9.696 9.771 9.791 20 V
leges 749 880 1.195 1.182 - 13 N
Totaal 9.566 10.576 10.966 10.973 8 V

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2023 Begroting Begroting 2024
0.61 OZB Woningen
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.751 2.575 2.613 2629 16 V
0.62 OZB niet-woningen
Onroerende zaakbelasting eigenaren 397 416 406 378 - 28 N
Onroerende zaakbelasting gebruikers -1 277 267 255 - 11 N
0.64 Belastingen Overig
Bedrijven investeringszone 58 60 60 58 - 2 N
3.4 Economische promotie
Toeristenbelasting 347 309 349 384 34 V
Forensenbelasting 145 141 141 145 4 V
7.2 Riolering
Rioolheffing (gecombineerd) 2.799 2.982 2.982 2987 4 V
7.3 Afval
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.321 2.935 2.952 2956 3 V
Totaal 8.817 9.696 9.771 9.791 20 V

Leges

x € 1.000
Leges Rekening 2023 Primitieve Begroting Actuele Begroting Rekening 2024 Verschil
0.2 Burgerzaken
Burgerlijke stand / huwelijk 17 13 13 26 13 V
Burgerzakenleges 269 395 495 506 11 V
Overige leges 8 15 15 8 - 7 N
0.4 Overhead
Gemeentehuis en buitendienst 5 - - 4 4 V
0.8 Overige baten en lasten
Nagekomen/buitengewone posten - 0 - - - -
2.1 Verkeer en vervoer
Verharding 20 27 27 36 9 V
6.6 Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Overige voorzieningen WMO materieel 0 - - - -
8.1 Ruimtelijke ordening
Bestemmingsplannen 13 30 45 20 - 25 N
8.3 Wonen en bouwen
Omgevingsvergunningen, baten 418 400 600 582 - 18 N
Totaal 749 880 1.195 1.182 - 13 N

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (56%) en van de binnendienst (79%). Op basis van de vastgestelde scenario's van kostendekkendheid, wordt voor 2024 kostendekkendheid gerealiseerd en is er sprake van een toevoeging aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabel staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. De totale kostendekkendheid van de legesverordening komt uit op 82%. Tussen de titels van de legesverordening vindt geen kruissubsidiëring plaats. Kostendekkendheid bij leges burgerzaken (hoofdstuk 1) is niet haalbaar, vanwege wettelijke maximumtarieven voor de belangrijkste diensten in dit hoofdstuk. De kostendekkendheid bij leges omgevingsvergunningen (hoofdstuk 2) daalt als gevolg van Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb). De kostendekkendheid van dit hoofdstuk fluctueert bovendien jaarlijks door fluctuaties in de omvang van bouwactiviteiten. De lage kostendekkenheid bij APV gerelateerde onderwerpen (hoofdstuk 3) is een politieke keuze om te stimuleren dat vergunningen voor deze diensten worden aangevraagd. 

De berekening van de tarieven gebeurt extracomptabel. Bij de kosten taakvelden zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de diensten waarvoor leges geheven wordt. Bij directe personeelskosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met de afdracht aan het Rijk voor reisdocumenten en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. De overhead wordt via een opslag op de directe personeelskosten toegerekend. Voor hoofdstuk 1 rekenen we met het integraal uurtarief van Ooststellingwerf. Daarin hanteren we een opslag van 79% voor overhead over de directe loonkosten. Voor hoofdstuk 2 en 3 rekenen we met het integraal uurtarief van VTH. Daarin hanteren we een opslag van 60% voor overhead over de directe loonkosten. Er is voor gekozen om de btw niet als kostenelement mee te wegen, omdat het overgrote deel van de kosten de eigen personele kosten betreft waarvoor geen btw verschuldigd is. De wel toerekenbare btw maakt slechts een klein onderdeel uit van de kosten.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead op salarislasten bij taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Realisatie Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing Realisatie Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.2) (taakveld 7.3) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.095 2.195 2.964 2.975
Baten -25 0 -617 -704
Netto lasten taakveld 2.070 2.195 2.347 2.271
Toe te rekenen lasten
Overhead 418 418 135 135
Kwijtschelding 51 42 90 103
Rente -1 -1
Dubieuze debiteuren 7 7 10 10
Slootonderhoud en straatreiniging 164 158
BTW 273 222 355 355
Totaal toe te rekenen lasten 913 847 589 602
Totale lasten 2.983 3.042 2.936 2.873
Opbrengst heffingen -2.983 -2.987 -2.936 -2.956
Dekkingspercentage 100% 98% 100% 103%
x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Totaal begroting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofstuk 3 Totaal realisatie
Lasten
Lasten 473 389 26 888 552 389 26 967
Baten 0 0 0 0 0
Netto lasten 473 389 26 888 552 389 26 967
Toe te rekenen lasten
Overhead 217 230 16 463 235 230 16 481
Totaal toe te rekenen lasten 217 230 16 463 235 230 16 481
Totale lasten 690 619 42 1.351 787 619 42 1.448
Opbrengst heffingen 435 430 15 880 572 602 8 1.182
Dekkingspercentage 63% 69% 36% 65% 73% 97% 19% 82%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 1 januari 2025 € 29,321 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 27,133 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 5,2 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 2,139 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 8,420 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Kapitaallasten € 4,093 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 2,139 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 4,885 miljoen (zie overzicht bij risico's). Het weerstandsvermogen is ruim voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 29,321 miljoen is er nog de algemene buffer van € 5,2 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. De risico's nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg)
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening)
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits)
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Op het gebied van het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit zijn ten opzichte van voorgaande jaren een aantal aanpassingen gedaan. Het bodembedrag is gewijzigd van een standaard bedrag van € 3,0 miljoen naar een percentage van 5% van de totale lasten. Daarmee wijzigt het bodembedrag naar € 5,2 miljoen. Daarnaast zijn de niet kwantificeerbare risico's gewijzigd naar indeling in de risicoklasse klein, gemiddeld en groot. Hieraan zijn vervolgens vaste bedragen gekoppeld, zodat ook deze risico's voorzien zijn een financiële impact. Het totale risicobedrag stijgt hierdoor naar een totaalbedrag van € 4,885 miljoen.

Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 978.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. In augustus 2022 is bekend geworden dat we de verwachte jeugdmiddelen vanaf 2024 voor 100% mogen ramen. Dit was 75%. Daarnaast is in het regeerakkoord een besparing van € 500 miljoen afgesproken op de jeugdzorg. Het rijk is verantwoordelijk voor de invoering. In de gemeentelijke begroting kunnen we dan een lagere raming opnemen voor de uitgaven. Dat hebben we in deze begroting verwerkt. Omdat nog steeds niet zeker is of we de 100% vergoeding structureel mogen ramen, nemen we een risico op. Het bedrag dat we in 2024 hebben opgenomen is € 1.856,000 aan baten en 100.000 aan lagere lasten. Het totale risico komt daarmee op € 1.956.000.
Beheersmaatregel: Meegenomen als risico in het heroverwegingsproces
2 Risico: afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 734.875
Toelichting risico: Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om miv 2022 de bedrijfsgebouwen ipv 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
3 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 5 € 597.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
4 Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 185.378
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. Het risico gaat over dit mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
5 Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. De leegstand is tot halfweg 2023, daarna ligt er weer de uitdaging deze opgevuld te krijgen. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand wat gedeeltelijk is opgevuld door het inhuizen van kinderopvang. Mede door een dalend aantal leerlingen in 2023 neemt de leegstand toe en is de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Haulerwijk. De Stichting heeft het beheer & de exploitatie in 2022 terug gegeven aan de gemeente. De verwachting is dat de exploitatie van MFS Oosterwolde Zuid uiterlijk 2026 voor rekening van de gemeente komt. In 2025 wordt een nieuwe MJOP opgesteld omdat de bestaande MJOP gedateerd is. Op basis van de nieuwe MJOP van de andere MFA’s, die nog niet door de raad zijn goedgekeurd, mag worden verwacht dat de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren valt voor de Stichting,
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden vervangen door de Omgevingsvisie.
6 Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
7 Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 is het 'meetekenen' met nieuwe leningen vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
8 Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 25.000
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
9 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
10 Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restandschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
TOTAAL € 2.735.253
Risico's ingedeeld in klein (€ 50.000), gemiddeld (€ 250.000) en groot (€ 500.000)
11 Verduurzaming gemeentelijk onroerend goed 5 5 € 500.000
Toelichting risico: Onze gemeente heeft relatief veel oudere accommodaties. Om invulling te geven aan het europese en landelijke beleid, de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en de eigen gemeentelijke ambitie moet er de komende jaren fors geïnvesteerd worden.
Beheersmaatregel: In september 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het voorkeursscenario accommodatiebeleid & huisvestingsplan onderwijs. Binnen dit scenario worden vrijwel alle accommodaties verduurzaamd. Door middel van vervangende nieuwbouw of anderszins (bijvoorbeeld vergroening op natuurlijke momenten). Een beperkt aantal accommodaties wordt afgestoten. Voor een aantal accommodaties in Oosterwolde en Appelscha dient aanvullend onderzoek plaats te vinden voordat het accommodatiebeleid & huisvestingsplan onderwijs wordt vastgesteld. Binnen de begroting is gestart met het reserveren van budget voor de verduurzaming. Bij de uitwerking van het accommodatiebeleid (planning juni 2025) kijken we of dit budget toereikend is voor de dekking voor de korte termijn en maken we ook een doorkijk naar de (middel)lange termijn.
12 Onderhoud maatschappelijk vastgoed 5 5 € 500.000
Toelichting risico: Eind 2023 heeft de raad besloten om in afwachting van de vaststelling van het accommodatiebeleid geen nieuwe onderhoudsplannen en dotaties voorzieningen vast te stellen en het onderhoud te blijven uitvoeren conform de oude onderhoudsplannen. In 2024 is voor een aantal accommodaties besloten om extra onderhoud uit te voeren ten behoeve van de bedrijfsvoering en veiligheid. Toen is ook aangegeven dat het budget in de begroting voor een aantal accommodaties niet toereikend is om het toekomstig groot onderhoud na 2024 uit te voeren.
Beheersmaatregel: In de nota reserves en voorzieningen 2024 hebben wij bij een aantal accommodaties voorgesteld om in 2025 een extra dotatie aan de voorziening te doen om het benodigde onderhoud in 2025 te kunnen uitvoeren. Een nadere onderbouwing hiervan volgt in een separaat raadsvoorstel dat voorafgaand aan de behandeling van de jaarrekening in de raad wordt behandeld. Na de vaststelling van het accommodatiebeleid wordt er een voorstel voor het vaststellen van nieuwe onderhoudsplannen en bijbehorende dotatie voorzieningen aan de raad voorgelegd.
13 Risico: Verbonden partijen 2 3 € 250.000
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij.
14 Risico: OWO bedrijfsvoering 2 3 € 250.000
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten.
15 Risico: invoering omgevingswet 5 3 € 250.000
Toelichting risico: Invoering van de Omgevingswet brengt (veel) onzekerheden met zich mee aangaande de implementatie hiervan. Dit kan leiden tot aanvullende investeringen om kosten te dekken. Risico: het vast te stellen krediet blijkt onvoldoende, er is aanvullend krediet nodig.
Beheersmaatregel: implementatie wordt jaarlijks gemonitord. Indien de verwachting is dat een aanvulling nodig is zal de raad hierover worden geïnformeerd en of een aanvullend krediet worden aangevraagd.
16 Risico: extra lasten door invoering WMO abonnementstarief 3 3 € 250.000
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. Gemeenten moeten volledig worden gecompenseerd voor de effecten van de invoering van het abonnementstarief. Niet volledig compenseren zal er aan bijdragen dat gemeenten, gezien de grote tekorten in het sociaal domein, verder moeten bezuinigingen en zij de Wmo niet kunnen blijven uitvoeren zoals beoogd. Vanaf 1 januari 2027 komt (naar verwachting) een aanpassing in de eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp via de Wmo, waarbij meer rekening wordt gehouden met de draagkracht van huishoudens.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'.
17 Risico: Fraude 5 1 € 50.000
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiële schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aan bod in een separate bespreking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
18 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 1 € 50.000
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiële schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
19 Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 1 € 50.000
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
TOTAAL € 4.885.253

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. 

Kengetallen Rekening 2023 Rekening 2024
Netto schuldquote 24% 21%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 17% 15%
Solvabiliteitsratio 47% 39%
Structurele exploitatieruimte 4% 3%
Grondexploitatie 1% 2%
Belastingcapaciteit 82% 85%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) -3.168 1.067

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen. Met percentages van 21% en 15% is er sprake van een lage schuldenlast voor onze gemeente.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit in 2024 ruim voldoende is om tegenvallers op te vangen.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. 

Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 2% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons zeer laag is. Als er nieuwe exploitaties worden uitgegeven zal dit percentage stijgen. Uiteraard wordt de ratio daarin meegewogen.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 85% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de opbrengsten vanuit woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2024 is positief.

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties

.

x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2023 Begroting Begroting 2024
0. Bestuur en ondersteuning
Automatisering -1.383 -1.770 -1.798 -1.837 -39
2. Vervoer
Verhardingen -1.441 -1.446 -4.766 -2.342 2.424
Bruggen en oevervoorzieningen -74 -69 -69 -69 0
Verkeersvoorzieningen -405 -363 -372 -368 3
4. Onderwijs
Huisvesting onderwijs -927 -965 -958 -956 3
Welzijn en sportaccomodaties -225 -166 -176 -188 -11
5. Sport, cultuur en recreatie
Openbaar groen -1.037 -935 -953 -936 17
Welzijn en sportaccomodaties -1.366 -1.563 -1.734 -1.515 218
6. Sociaal Domein
Welzijn en sportaccomodaties 176 170 185 190 5
7. Volksgezondheid en milieu
Rioleringen -1.575 -1.529 -1.529 -1.605 -76
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -8.257 -8.637 -12.171 -9.626 2.545

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit. U heeft bij de vaststelling van de begroting 2024 besloten om extra financiële middelen beschikbaar te stellen om de kwaliteit van de wegen, fiets- en voetpaden te verbeteren. Voor de planjaren 2024 en 2025 is per jaar € 700.000 (totaal € 1.400.000) beschikbaar gesteld. In 2024 heeft de kwaliteitsverbetering van wegen, fiets- en voetpaden dankzij deze middelen een extra impuls gekregen.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken

Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Voor het onderhoud en vervangingen van oevervoorzieningen is een investeringsplanning vastgesteld. Deze planning wordt opgenomen in de MOP civieltechnische kunstwerken bij de eerstvolgende actualisatie. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit. 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten. Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een groenbeheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Er is een nieuw Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, opgesteld en vastgesteld in april 2021. Het Biodiversiteitsplan vervangt op onderdelen de Notitie Groenbeleid 2011. In 2020 heeft u de notitie “Het behoud van veilige bomen" vastgesteld. Uitvoering hiervan zullen we continueren. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voerden we binnen de financiële kaders uit. 

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 (GRP) is medio 2020 vastgesteld. In het GRP is vastgesteld dat:

  • Alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • Er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2-neutraal maken van de gemeente.
  • Er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • Er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Maatschappelijk vastgoed

Terug naar navigatie - Maatschappelijk vastgoed

In september 2024 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het voorkeursscenario accommodatiebeleid & huisvestingsplan onderwijs. Binnen dit scenario worden vrijwel alle accommodaties verduurzaamd. Door middel van vervangende nieuwbouw of anderszins (bijvoorbeeld vergroening op natuurlijke momenten). Een beperkt aantal accommodaties wordt afgestoten. Voor een aantal accommodaties in Oosterwolde en Appelscha dient aanvullend onderzoek plaats te vinden voordat het accommodatiebeleid & huisvestingsplan onderwijs wordt vastgesteld. Binnen de begroting is gestart met het reserveren van budget voor de verduurzaming. Bij de uitwerking van het accommodatiebeleid (planning juni 2025) kijken we of dit budget toereikend is voor de dekking voor de korte termijn en maken we ook een doorkijk naar de (middel)lange termijn.

Eind 2023 heeft de raad besloten om in afwachting van de vaststelling van het accommodatiebeleid geen nieuwe onderhoudsplannen en dotaties voorzieningen vast te stellen en het onderhoud te blijven uitvoeren conform de oude onderhoudsplannen. In 2024 is voor een aantal accommodaties besloten om extra onderhoud uit te voeren ten behoeve van de bedrijfsvoering en veiligheid. Toen is ook aangegeven dat het budget in de begroting voor een aantal accommodaties niet toereikend is om het toekomstig groot onderhoud na 2024 uit te voeren. In de nota reserves en voorzieningen 2024 hebben wij daarom bij een aantal accommodaties voorgesteld om in 2025 een extra dotatie aan de voorziening te doen om het benodigde onderhoud in 2025 te kunnen uitvoeren. Een nadere onderbouwing hiervan volgt in een separaat raadsvoorstel dat voorafgaand aan de behandeling van de jaarrekening in de raad wordt behandeld. Na de vaststelling van het accommodatiebeleid wordt er een voorstel voor het vaststellen van nieuwe onderhoudsplannen en bijbehorende dotatie voorzieningen aan de raad voorgelegd.

Huisvesting gemeentelijke activiteiten

Terug naar navigatie - Huisvesting gemeentelijke activiteiten

Beleidskader
Het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP's) opgenomen. Het gaat om de volgende gebouwen: gemeentehuis, de gemeentewerf en het overslagstation. In 2024 is de MOP voor het gemeentehuis geactualiseerd. Met de actualisatie voor de gemeentewerf en het overslagstation wordt nog even gewacht. In november 2021 heeft de raad € 4.333.422 beschikbaar gesteld voor de (ver)nieuwbouw van de gemeentewerf. Op dit moment staat het project 'on hold'. De raad wordt over project regelmatig geïnformeerd.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
Dekking van de onderhoudslasten loopt via de bestaande budgetten. 

Overige gebouwen

Terug naar navigatie - Overige gebouwen

Beleidskader
De gemeente is eigenaar van het Biosintrum, de Bosbergtoren en de koepel en spots aan de Boerestreek. Het Biosintrum wordt verhuurd aan de stichting Biosintrum. De Bosbergtoren wordt sinds medio 2022 verhuurd aan Coöperatie Appelscha. Voor het groot onderhoud aan de Bosbergtoren is een voorziening gevormd. Het onderhoudsplan is de basis voor aanwending en dotatie aan de voorziening. Voor het Biosintrum wordt nog een onderhoudsplan opgesteld. Het eigendom van de tennisaccommodaties in Appelscha, Oosterwolde en Haulerwijk ligt bij de gemeente. De gemeente is daarnaast eigenaar van de voormalige opslagruimte sportpark Ontwijk, clubgebouw voormalige vv Griffioen, voormalige Aula en voormalig schoolgebouw bbs de Peggebult. De gemeente is ook eigenaar van diverse gebouwen/faciliteiten aan de Turfroute, zoals de toiletgebouwen in Oosterwolde en Donkerbroek, de passantenhaven/toiletgebouw in Oldeberkoop, de vuilwaterpomp in Appelscha en de stroompalen en muntautomaten aan de Turfroute. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
Dekking van de onderhoudslasten van de overige gebouwen loopt via de bestaande budgetten. Wij leggen het nieuwe onderhoudsplan van de Bosbergtoren en de financiële consequenties in de eerste helft van 2025 via een raadsvoorstel aan u voor.

Sportterrreinen

Terug naar navigatie - Sportterrreinen

Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. Het sportcomplex Waskemeer is uitgebreid met een wetra-veld en beschikt nu over een volledig trainingsveld. Daarnaast zijn alle sportvelden voorzien van automatische beregening. In 2023 is het onderhoud opnieuw aanbesteed en gegund voor vier jaar met tweemaal de mogelijkheid om de termijn met een jaar te verlengen. Er wordt gebruik gemaakt van robotmaaiers.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. 

Overzicht beheerplannen

Terug naar navigatie - Overzicht beheerplannen

T

Naam beheerplan Vastgesteld in de raad Looptijd Lasten Is er achterstallig onderhoud?
Wegen MOP wegen 31-1-2024 2024 t/m 2028 1.930.000 Nee
Kunstwerken MOP Civieltechnische Kunstwerken 2023-2027 tkn maart 2022 2023 t/m 2027 85.000 Nee
Gebouwen MOP gemeentelijke vastgoed financieel totaal (wordt elke 2 jaar geactualiseerd) 2016 t/m 2025 160.000 Nee
Water N.v.t. nvt
Riolering Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 1-7-2020 2020 t/m 2024 2.982.000 Nee
Openbare verlichting MOP OV 2024-2027 28-mei-24 2024-2027 262.000 Nee

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2023 is door u op 17 december 2024 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

 

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2024 bedraagt € 7,3 miljoen (8,5% van het primitieve begrotingstotaal 2024 van afgerond € 86,4 miljoen). De kasgeldlimiet is in 2024 niet overschreden. 

 

Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2025-2026 naar verwachting niet wordt overschreden.

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Kasgeldlimiet Rekening
2024
Kasgeldlimiet aanvang begrotingsjaar 7.300
Omvang netto vlottend schuld
1e kwartaal -1.292
2e kwartaal -7.452
3e kwartaal -19.608
4e kwartaal -26.622
x € 1.000
Rente risiconorm Rekening Begroting 2024 Mjb 2025 Mjb 2026
2024
Rente risiconorm 17.273 17.273 17.084 16.841
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 3.873 3.873 6.074 4.576
Geldleningen met renteherzieningen -
Totaal Aflossingen en renteherzieningen 3.873 3.873 6.074 4.576
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 13.400 13.400 11.010 12.265

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

Het gemiddelde rentepercentage begin 2024 is als volgt berekend: rente 2024 / stand 1-1-2024. Het gemiddelde rentepercentage eind 2024: rente 2025 / stand per 31-12-2024. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. 

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Rente Bedrag Rente
Stand per 1 januari 22.800 1,48% 2.367 4,49%
Nieuwe leningen 20.000
Reguliere aflossingen -3.800 -73
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 39.000 1,75% 2.294 4,56%

Uitgezette gelden
De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningbouwcorporaties 2.293
Stg. Sporthal De Bongerd 20
MFC Oldeberkoop 197
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 769
Dorpshuizen 5
Vereniging Toeristisch Recreatie Belang 8
Stichting Stimuleringsfonds 3.000
Stand per 31 december 2021 6.411

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille nog juist is.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen.

x € 1.000
Renteschema werkelijk 2024 Bedrag
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 448
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 561
Saldo rentelasten en rentebaten -113
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 0
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 106
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening 107
voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
-1
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -113
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen -
d2. Werkelijke rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente -113
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente -
Verschil -113

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf is een benaderbare, lokale overheid. Wij weten wat er speelt en bieden oplossingen die ertoe doen. 

We zijn een mooie, groene gemeente. We bieden onze inwoners, ondernemers en bezoekers een aantrekkelijke, veilige en bereikbare leefomgeving. Inwoners en ondernemers kunnen bij ons rekenen op een goede service onder alle omstandigheden. Veel voorkomende verzoeken worden snel en adequaat afgehandeld. We weten wat er speelt in onze samenleving en omgeving. Dit betekent dat wij reageren op signalen en meedenken met initiatieven. Wij faciliteren zelfredzaamheid en bieden hulp en zorg waar nodig. Wij zoeken naar integrale oplossingen voor complexe onderwerpen waar verschillende belangen bij elkaar komen. 

Wij zijn trots op de OWO-samenwerking en onze OWO-partners kunnen rekenen op een proactieve inzet in de samenwerking.

Interbestuurlijk toezicht

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht

We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Fries, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie. In samenspraak met de gemeente wordt per domein een toezichtsplan opgesteld.

Human Resource Management

Terug naar navigatie - Human Resource Management

In 2024 zijn de verbeteringen in het kader van de organisatiescan “Fit voor de toekomst” grotendeels afgerond. Met de publicatie van het boekje Open en de presentatie daarvan op een actieve personeelsdag in juni is dit onderdeel afgerond. Een aantal laatste zaken zijn eind 2024 nog in behandeling waaronder het Strategisch Personeelsbeleid. In het kader van ons vinden-, binden- en boeien- beleid hebben we onze arbeidsmarktcommunicatie onder de loep genomen en gemoderniseerd. Dit om het vinden van medewerkers met de juiste kwalificaties voor onze vacatures te vergemakkelijken. Maar ook om de gemeente als aantrekkelijke werkgever beter te profileren.

De harmonisatie van arbeidsvoorwaarden in OWO-verband heeft een flinke impuls gekregen. Op uitvoeringsniveau zijn veel regelingen geharmoniseerd. Met de gemeente Weststellingwerf zijn we gestart met het verder harmoniseren van de arbeidsvoorwaarden door middel van het gezamenlijk invoeren van een nieuw functiewaarderingssysteem. Dit project zal naar verwachting eind 2025 worden afgerond. 

Financiën, Planning & Control

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control

De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. In 2024 is gestart met de volgende onderzoeken: Burgerpeiling, bodemplaat onderzoek VTH en bodemplaatonderzoek B&R.  

Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Juridische kwaliteitszorg

De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridisch advies. Juridische control is de taak van BJZ. We investeren in kennis en kunde (door beschikbaar stellen van informatie en standaard formats, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We stimuleren de 'informele aanpak': eerst het goede gesprek (premediation).

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Met ingang van boekjaar 2023 is de wetgeving gewijzigd met betrekking tot de accountantscontrole van gemeenten en moet er een rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen in de jaarrekening. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de mate waarin de gemeente de wet- en regelgeving naleeft, voor zover dit financiële gevolgen heeft. Om verantwoording af te kunnen leggen vormt de verbijzonderde interne controle een belangrijke basis. Jaarlijks leggen we de uitvoering hiervan vast in het Interne Controleplan. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden.

In de financiële verordening is vastgelegd dat de verantwoordingsgrens 3% is van de totale lasten van de gemeente, inclusief toevoegingen aan de reserves. Dit komt op een bedrag van € 3.098.672. De geconstateerde afwijkingen groter dan 5% van de verantwoordingsgrens worden in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht. Deze rapporteringsgrens komt op € 154.934.

In onderstaande tabel staan de bevindingen vanuit de rechtmatigheidsverantwoording. Er zijn geen bevindingen die de verantwoordingsgrens overschrijden. Er zijn overschrijdingen op de exploitatiebudgetten in programma 0. We hebben geconstateerd dat deze overschrijdingen een open einde regeling betreffen, passen binnen het bestaande beleid en niet eerder bekend waren, of dat er baten tegenover staan. De overschrijdingen vallen daarmee in de categorie “onrechtmatig, maar tellen niet mee voor het oordeel”. Dit sluit aan bij de Financiële verordening Ooststellingwerf 2023 artikel 12. Hierin staat dat begrotingsafwijkingen als acceptabel worden aangemerkt als er sprake is van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren, er sprake is van een overschrijding op een open-einde regeling of dat in geval van onderschrijdingen van lasten of investeringskredieten en/of lagere of hogere baten op programmaniveau deze toegelicht zijn in tussentijdse rapportages en/of de programmarekening. In lid 5 staat dat begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad niet nader worden toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering. 

Wij verzoeken u deze begrotingsoverschrijdingen alsnog te autoriseren door middel van het vaststellen van de Jaarstukken 2024.

Er zijn inkopen gedaan ter hoogte van € 412.000 die ten onrechte niet Europees zijn aanbesteed. Hier wordt voor de komende jaren actie op ondernomen. Ook zijn kredieten ter hoogte van € 278.000 overschreden die niet als acceptabel zijn aan te merken. Het gaat hier om voorbereidingskosten voor grondexploitaties. Hiervoor is geen voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld door de raad. De kosten worden uiteindelijk bij het openen van de grondexploitaties met de complexen verrekend. Bij de volgende begroting stellen we de raad voor om voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen.

x € 1.000
Overzicht rechtmatigheidsverantwoording
Begrotingscriterium
1A. Overschrijding lasten programma's 2.014
1B. Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) 297
2. Ongeautoriseerde reservemutaties -
3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten, investeringen, en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of niet zijn toegelicht in tussentijdse rapportages of de jaarstukken -
Totaal begrotingsonrechtmatigheden 2.311
4A. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden (van onderdeel 1 en 2) dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid. 2.033
4B. De niet-acceptabele begrotingsonrechtmatigheden worden inhoudelijk in de rechtmatigheidsverantwoording en in de paragraaf bedrijfsvoering toegelicht. 278
Voorwaardecriterium
Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed 412
Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Onterecht geen terugvordering -
Totaal onrechtmatigheden 2.723
Waarvan acceptabel 2.033
Waarvan niet acceptabel 690
Rechtmatigheidsfouten boven verantwoordingsgrens ja/nee Nee

Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging en Privacy

Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn ten onbevoegd gebruik. In 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) in werking getreden, waarmee er één normenkader is ontstaan voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Ons informatiebeveiligingsbeleid is in 2023 geactualiseerd en continu gebaseerd op het treffen van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van dit normenkader.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vraagt continu aandacht en investeringen. De gemeente heeft in 2024 diverse instrumenten ingezet om de informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren. De gemeente heeft in 2024 zichtbaar voldaan aan de normen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van onze dienstverlening via DigiD en aan de specifiek normen welke gelden voor de BRP en de waardedocumenten, Suwinet, BAG, BGT en BRO.

Burgers hebben op grond van de AVG het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en de eisen waaraan persoonsgegevens moeten voldoen zijn verscherpt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. In 2024 hebben we zichtbaar gewerkt aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie volgens de privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels. 

Fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik

Terug naar navigatie - Fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik

Jaarlijks stellen we vast of we binnen onze algehele bedrijfsvoering in voldoende mate effectieve technische en organisatorische maatregelen hebben getroffen om misbruik, oneigenlijk gebruik en fraude te voorkomen, dan wel op te sporen. Hierbij houden we ook rekening met invloeden van buiten de organisatie, zoals corruptie, omkoping, bedreiging en cybercrime. In 2024 hebben we geen fraude geconstateerd. In 2024 is ook geen misbruik geconstateerd waar geen terugvordering op heeft plaatsgevonden. In 2023 is de overkoepelende nota misbruik en oneigenlijk gebruik door het college vastgesteld. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

We hebben communicatie op verschillende manieren ingezet om inwoners, ondernemers en stakeholders te informeren en om hen te betrekken bij het beleidsproces. We adviseerden bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers. In onze communicatie maakten we veel gebruik van verhalen van inwoners. We vertelden herkenbare verhalen om zo meer inwoners aan te spreken. We gebruikten offline kanalen (zoals de wekelijkse gemeentepagina in de Nieuwe Ooststellingwerver en dorpskranten) en online kanalen (de website en sociale media). We monitorden het gebruik van onze website en sociale media. Om op basis van die data deze kanalen zo effectief mogelijk in te zetten en zo veel mogelijk mensen te bereiken. Naast uitvoerende communicatieactiviteiten richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en –vaardigheden te vergroten. Want communiceren doen we allemaal.  

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2023 bedraagt € 243.000.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Werkman);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2024 € 3.273.545:
1. Gezondheid € 240.689
2. Jeugdgezondheidszorg € 1.035.430
3. Veiligheid € 138.184
4. Brandweer € 1.859.242
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 9.527 1-1-2023 € 81.045
31-12-2023 € 8.868 31-12-2023 € 82.448
Resultaat x € 1.000 € 562 (2023)
Risico's Als de VRF afwijkt van afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF. Daarnaast is zien we jaarlijks een verder toenemende gemeentelijke bijdrage, veelal veroorzaakt door autonome ontwikkelingen die ook de VRF raken. De prijsstijgingen gecombineerd met een takendiscussie blijven onderwerp van gesprek.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Nijboer
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden.
Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR gering.
Financieel belang Vanaf 2020 is sprake van een geringe exploitatiebijdrage.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2023 € 0 01-01-2023 € 3.719
31-12-2023 € 0 31-12-2023 € 4.210
Resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap Drenthe te Diever

Terug naar navigatie - Recreatieschap Drenthe te Diever
Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten en de gemeente Ooststellingwerf nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder van Weperen
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2024: € 92.122
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.170 1-1-2023 € 1.293
31-12-2023 € 1.607 31-12-2023 € 879
Resultaat x € 1.000 € 142 (2023)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag.
De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2024: € 719.028
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.207 1-1-2023 € 3.824
31-12-2023 € 1.279 31-12-2023 € 5.326
Resultaat x € 1.000 € 72 (2023)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten.
We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek heeft voor onze gemeente een forse verhoging van de bijdrage betekend.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Nijboer.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 338 1-1-2023 € 483
31-12-2023 € 257 31-12-2023 € 453
Resultaat x € 1.000 € -84 (2023)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2023 bedroeg € 61.000 (Afvalsturing) en € 21.000 (NV Fryslan Miljeu).
Omvang van het vermogen x € 1.000 * a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2023 € 70.303 1-1-2023 € 119.141
31-12-2023 € 78.528 31-12-2023 € 106.366
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2023 € 11.303 1-1-2023 € 23.497
31-12-2023 € 11.572 31-12-2023 € 26.299
Resultaat x € 1.000 a. € 10.322 (2023)
b. € 1.007 (2023)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2023 was € 34.370
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 4.615.000 1-1-2023 € 107.459.000
31-12-2023 € 4.721.000 31-12-2023 € 110.819.000
Resultaat x € 1.000 € 254.000 (2023)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 65 1-1-2023 € 1.061
31-12-2023 € 78 31-12-2023 € 1.194
Resultaat x € 1.000 € 12 (2023)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

Door de druk op de woningmarkt heeft de gemeenteraad in 2022 besloten om weer actief regie te voeren op en beleid te maken over (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. De ambtelijke Taskforce Wonen is druk bezig met de woningbouwopgave.

Het grondbeleid is gericht op, en voldoet aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook zal het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken staan op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs.

De gemeente Ooststellingwerf heeft in de Regiodeal wonen Z-O Fryslân 2023 een woningbouwopgave gekregen van 700 woningen. Hiermee is de Nota Grondbeleid direct gekoppeld aan de wijze waarop de volkshuisvestelijke opgave en doelen vormgegeven gaat worden. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich.  

Het huidige grondbeleid maakt zowel Actief als Facilitair grondbeleid mogelijk. De opgave zal met gemeentelijke en private plannen ingevuld worden.

Particuliere plannen
Dit zijn woningbouwontwikkelingen die volledig door private ontwikkelaars worden uitgevoerd. De gemeente maakt hierbij wel kosten. De kosten hiervan verhalen we vervolgens op de ontwikkelende partij. Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst met daarbij kostenverhaal (conform kostensoortenlijst) of door de legesheffing.

Eigen plannen
Dit zijn ontwikkelingen waarbij de gemeente maximaal invloed heeft op het gewenste woningbouwprogramma. De gemeente geeft zelf de kavels uit overeenkomstig de Didam-vereisten. (Publicaties, kavelbrochures, evt loting, etc). In de gemeentelijke plannen worden de kosten verdisconteerd in de grondprijs.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid 2022. De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. 

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende provinciale, landelijke en internationale regelgeving:

  • De Omgevingswet (Ow)
  • De Omgevingsbesluiten, (BAL, BBL, en BKL)
  • Regiodeal wonen Z-O Fryslân 2023
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
  • Anticiperend op de Omgevingswet (beoogde inwerkingtredingdatum januari 2023)
  • EVRM, vrije woon- en vestigingsrecht

Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de Woon(zorg)visie. Daarnaast zijn in de Regiodeal Wonen afspraken gemaakt met Rijk, Provincie en regio over de woningbouwopgave voor de gemeente Ooststellingwerf.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt grondzaken zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Ow.
  • Voldoet grondzaken aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft grondzaken een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is grondzaken robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is grondzaken financieel transparant en gezond (inzet op terugverdiencapaciteiten kostenverhaal).
  • Heeft grondzaken dwarsverbanden met de leefbaarheid. Deze zullen uitgewerkt worden in het volkshuisvestingsprogramma (2026).

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet (inwerkingtredingdatum januari 2024) is de Nota Grondbeleid 2022 aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht en onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder is de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd.

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
De Woon(zorg)visie 2022-2026 is door de raad vastgesteld. Als input hiervoor is onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad. 

Nieuwbouw
De gemeente heeft in de Regiodeal Zuid-Oost Fryslân de opgave gekregen om 700 woningen bij te bouwen. De provincie Fryslan heeft bij het Rijk (onder voorwaarden) akkoord gegeven voor een extra 3000 woningen. Naar verwachting komt dat na herijking van de regionale Woondeals voor de gemeente Ooststellingwerf uit op 120 extra woningen, waardoor de opgave in totaal 820 zal worden.

De Taskforce wonen is in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij speciale aandacht voor betaalbare woningen en innovatieve woningbouw. Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. Ook hebben we aandacht voor de speciale doelgroepen (door het Rijk aangewezen, naar waarschijnlijkheid per 1-1-2026 ingaand).

Complexen grondexploitatie
Woningbouw

  • Langedijke: 1 kavel beschikbaar. Het bouwplan is woonrijp. Verwachting is dat de kavel in 2025 wordt verkocht.
  • Makkinga, gestart met Muldersveld. Verliesvoorziening gevormd conform raadsbesluit.
  • Oldeberkoop, gestart met 't Hooge II.
  • De Kromten, Waskemeer: op drie (3) kavels wordt gebouwd.
  • Boekhorsterweg Oosterwolde, alle kavels bebouwd en woonrijp gemaakt. Complex in 2024 afgesloten.
  • Donkerbroek West, alle kavels bebouwd en woonrijp gemaakt. Complex in 2024 afgesloten.


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: alle beschikbare kavels zijn verkocht. Uitbreiding aan de noordkant wordt voorbereid.
  • Haulerwijk De Turfsteker: naar verwachting worden in 2025 er vier kavels verkocht.

Winstnemingen grondexploitatie

Voor de lopende complexen, behalve voor Muldersveld Makkinga, hebben we geen risico. Voor Muldersveld Makkinga is een verliesvoorziening van ad € 182.000 gevormd (ten laste van de algemene reserve grondexploitatie). In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion). Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) wordt de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting.

In 2024 is er op basis van voorlopige aangiften een bedrag van € 154.000 betaald. Definitieve aangifte volgt later. In de jaren hiervoor waren er nog verrekenbare verliezen uit het verleden waar we de winsten konden verrekenen. Dat is in 2024 gestopt. De vennootschapsbelasting is ten laste gebracht van de algemene reserve grondexploitatie, dit conform eerdere besluitvorming van de raad. We voorzien dat met name de toekomstige complexen waarin (veel) sociale woningbouw of betaalbare koop wordt gerealiseerd een drukkend effect zal hebben op de winstneming (respectievelijk verliesgevende plannen). 

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen door een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen.

De stand van de reserve is per 31-12-2024 € 2,139 miljoen. Naast een bedrag van € 1,376 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar. Naast de winstneming in 2024 zijn er in 2024 twee onttrekkingen gedaan, namelijk voor de vennootschapsbelasting (€ 154.000) en de verliesvoorziening Muldersveld (€ 182.000). Eerdere jaren is de hoogte van de reserve (exclusief onderdeel Masterplan Oosterwolde) gekoppeld aan het berekende minimale niveau. Voor 2024 is dit niveau berekend op € 369.000. Bij de Nota Reserves en voorzieningen per 2024 stellen wij u voor deze koppeling, net als in 2023 en in 2022, voor nu los te laten. In de nabije toekomst zullen er nieuwe exploitatieplannen worden vastgesteld. Om eventuele verliezen te kunnen opvangen is een betere reservepositie noodzakelijk. Ook de lasten voor de vennootschapsbelasting voor de toekomst is een robuuste reservepositie nodig.

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot het door de gemeenteraad vastgestelde bedrag. De voorwaarden om gebruik te maken van het mandaat staan in de ‘Nota Grondbeleid’. (Zie financiële verordening 2020 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid).

In 2024 zijn een tweetal percelen in Appelscha aangekocht. De locaties zijn archeologisch en milieukundig onderzocht en geschikt bevonden ter inzet voor het toekomstig beoogde gebruik. De aankopen zijn opgenomen onder de materiële vaste activa, onderdeel gronden en terreinen. De gronden zijn verworven met het oog op een gebiedsontwikkeling. Op dit moment is er nog geen operationele grondexploitatie. Dit zal binnen een afzienbare periode wel het geval zijn.

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar). Omdat we voorzien dat het aantal complexen (fors) wordt uitgebreid, immers we gaan weer woningbouw initiatieven in ontwikkeling brengen, zullen we de administratie hierop aanpassen.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw
Een deel van de woningbouwopgave zal door particuliere bouwers worden opgepakt. Dit betreft veelal kleinere projecten en bij uitzondering enkele grotere projecten. De actuele stand van zaken wordt bijgehouden in de Planmonitor. We zien wel dat we in (nagenoeg) alle dorpen ontwikkelingen hebben.

Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

Terug naar navigatie - Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

Samen sterker, dat is de OWO-samenwerking. Het gaat om de samenwerking in de drie afdelingen, de samenwerking op het regionale of provinciale speelveld én de samenwerking op beleidsmatige terreinen waar dit, vanzelfsprekend of kostenefficiënt is, werkt. En daar mogen we trots op zijn.

In 2024 is de OWO-bestuursovereenkomst geactualiseerd zodat deze beter aansluit op de huidige OWO-samenwerking, minder gaat over het oprichten van de OWO-afdelingen en meer gericht is het continueren en optimaliseren van de samenwerking. De OWO-klankbordgroep is tweemaal bijeengekomen en er zijn twee themabijeenkomsten georganiseerd, over het Omgevingsplan en over ICT. De 3e bijeenkomst is niet doorgegaan wegens te weinig aanmeldingen.

 

Bodemplaatonderzoek OWO-VTH en OWO-B&R
Eerder hebben we onderzoek gedaan wat er nodig is de OWO-afdeling Bedrijfsvoering toekomstbestendig te maken. In 2024 zijn we een soortgelijk onderzoek gestart voor OWO-afdelingen Beheer & Registratie (B&R) en Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving (VTH). De uitkomsten verwachten we in het 1e kwartaal van 2025.

 

Digitale dienstverlening
Binnen de OWO werken we continue aan de verbetering van de dienstverlening. In 2024 hebben we daarom de volgende zaken opgepakt:  

  • Alle medewerkers zijn overgegaan naar Microsoft 365.
  • De overstap naar een nieuwe kernapplicatie voor het Sociaal domein en Belastingen is nog niet geheel afgerond. Onder andere personele wisselingen intern én bij de aanbieder, zorgen voor vertraging. Naast de overstap naar nieuwe kernapplicaties betekent dit ook wat voor de medewerkers die ermee moeten werken. We onderzoeken hoe we het beheer van de nieuwe applicaties goed kunnen oppakken en leiden de medewerkers op te werken vanuit de nieuwe systemen. Afronding van beide applicaties volgt in 2025.
  • We werken hard aan verbetering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Samen met de gemeente Leeuwarden hebben we een regelanalist aangetrokken die aan de slag is het DSO beter en begrijpelijker in te richten. Deze omvangrijke klus loopt nog door in 2025.
  • We maken grote stappen in het wegwerken van de achterstanden bij het archief. We verwachten dit project in 2025 af te ronden.
  • Wij zijn aangesloten op de MijnOverheid berichtenbox. We versturen de WOZ aanslagen via de berichtenbox. De komende periode gaan we het aantal producten die we via MijnOverheid versturen uitbreiden. 

 
Datagedreven werken, Kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid 
Datagedreven werken, kunstmatige intelligentie en informatieveiligheid worden steeds actuelere onderwerp binnen de OWO-samenwerking. We werken aan een datastrategie voor de OWO-gemeenten en zetten in op bewustwording bij medewerkers. Daarnaast hebben we:

  • De eerste data dashboards (monitors) opgesteld om zo teams efficiënter met behulp van inzichtelijke data te laten werken. Denk hierbij aan een monitor bij VTH en bij gebiedsteams.
  • De werkgroep A.I. opgericht om de ontwikkeling van Kunstmatige intelligentie te volgen, vraagstukken op te pakken rondom A.I. en advies te geven op welke wijze we veilig gebruik kunnen maken van A.I.
  • De invoering van de Woo (wet open overheid) en de Wmbev (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) opgepakt om zo te voldoen aan beide wetten.
  • Besloten in OWO-verband te werken aan nieuw informatieveiligheidsbeleid en willen we voldoen aan de BIO II, het nieuwe kader voor de overheid voor informatiebeveiliging. In 2025 hopen we dit nieuwe beleid aan u voor te leggen voor vaststelling.


Inkoop, aanbesteden en verzekeren
We werken in OWO-verband samen aan zowel inkoop, aanbesteden en verzekeren. In het Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MOVI) actieplan hebben we afspraken gemaakt hoe we binnen de OWO verdere stappen kunnen zetten op het gebied van maatschappelijke inkoop. Daarnaast hebben we in 2024 binnen OWO gewerkt aan de volgende zaken.

  • Bij zowel de gebiedsteams, de aanbieders én de backoffice Sociaal domein is veel werk verzet om de nieuwe Inkoop Jeugd vanaf 1 januari 2025 goed van start te laten gaan.
  • Het contractbeheer is verder geprofessionaliseerd en het verzekeringsbeleid is in OWO opnieuw vastgesteld.

 
De omgevingswet, APV en omgevingsplannen 
In 2024 is de nieuwe Omgevingswet ingevoerd. Om deze nieuwe wet goed binnen OWO te organiseren zijn er een aantal zaken opgepakt:

  • Er zijn collega’s vrijgemaakt die vragen van inwoners over de nieuwe wet konden beantwoorden.
  • We hebben afgesproken in OWO-verband de omgevingsplannen op te stellen.
  • We hebben in OWO-verband sneltoetscriteria afgesproken om zo sneller een vergunning te kunnen verlenen voor kleinere werkzaamheden.
  • We stemmen regelmatig af met de Fumo over de nieuwe taakverdeling en hoe we hier gezamenlijk goed uitvoering aangeven.
  • We werken aan de aanpassing van de APV zodat deze goed aansluit op de nieuwe omgevingswet. We hadden de hoop dit in 2024 af te ronden, maar dit is niet gelukt. Besluitvorming wordt verwacht in de eerste helft van 2025.

 
Het VTH beleidsplan, ondermijning en veiligheid 
We zien bij VTH een verschuiving van onderwerpen die veel tijd vragen. Zo hebben we in 2024 veel tijd gestoken in leefbaarheid, burenruzies, statushouders en ondermijning. Ook zien we steeds meer soevereinen in onze regio. Dit kost VTH ook steeds meer tijd en inzet. De extra beschikbaar gestelde voor toezicht en handhaving zijn zeer welkom gebleken.

We hebben het afgelopen jaar veel inzet gepleegd op:

  • Het trainen van medewerkers zodat zij hun werk veilig kunnen doen. Denk hierbij aan de RTGB (Regeling toetsing geweldbeheersing buitgewoon opsporingsambtenaren) trainingen.
  • De maandelijkse ondermijningsdag in één van de drie OWO-gemeenten. Dit zijn integrale acties met diverse professionals om ondermijning tegen te gaan. 
  • Het uitvoeren van controles op o.a. illegale bewoning, prostitutie en uitbuiting en huisvesting.
  • De voorbereiding, vergunningverlening en toezicht rondom evenementen. We hebben afgesproken in OWO-verband te werken aan nieuw Evenementenbeleid.  


Het VTH beleidsplan liep tot eind 2024. In het eerste kwartaal van 2025 ontvangt het college daarom een voorstel het beleidsplan te verlengen tot 2026 om zo het vierjarige plan gelijk op te laten lopen met de collegeperiode.

Paragraaf 9 | Strategische projecten en ontwikkelingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf stellen we de strategische ontwikkelingen binnen onze gemeente centraal. Het gaat om de visie op Samenleven, de Omgevingswet, de Regio Deal, het Haerenkwartier, stikstof en het accommodatiebeleid. 

1. Omgevingswet

Terug naar navigatie - 1. Omgevingswet

De omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Wij hebben ons daar al geruime tijd op voorbereid, maar toch vraagt het de komende tijd veel van de organisatie.

Beleidscyclus
De omgevingswet vraagt een nieuwe manier van werken, namelijk met een beleidscyclus. Voor de inwerkingtreding van de omgevingswet werd een nieuw beleidsdocument in zijn geheel voorbereid en vastgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de structuurvisie, een bestemmingsplan of een ander beleidsdocument. Dit waren statische beleidsdocumenten. Onder de omgevingswet worden deze beleidsdocumenten door de beleidscyclus dynamisch. De beleidsdocumenten, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan, worden per thema, maatschappelijk ontwikkeling of initiatief aangepast. De beleidsdocumenten moeten altijd met elkaar in overeenstemming zijn. Zo kan het voorkomen dat de omgevingsvisie aangepast moet worden om een thema, maatschappelijke ontwikkeling of initiatief mogelijk te maken in het omgevingsplan. Onderstaande afbeelding maakt de beleidscyclus inzichtelijk.

 


Omgevingsvisie

Een belangrijk project in het uitvoeringsprogramma is het opstellen van een omgevingsvisie voor onze gemeente. In deze omgevingsvisie legt de gemeente de koers en ambitie neer voor de fysieke leefomgeving voor de komende jaren. In 2018 is hiervoor door de gemeenteraad een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. In 2019 is gestart met het visietraject inclusief een uitgebreid participatieproces met onze inwoners en andere belanghebbenden. In november 2021 is de omgevingsvisie voor Ooststellingwerf door de toenmalige gemeenteraad vastgesteld.

Programma's
De wet kent een aantal verplichte programma's, zoals warmteprogramma, volkshuisvestingsprogramma (opvolger van de verplichte woonzorgvisie) en het actieplan geluid. Deze programma's moeten voor 2026 (deels) vastgesteld zijn. Ook is een programma verplicht als een omgevingswaarde (bijvoorbeeld luchtkwaliteit) overschreden dreigt te worden. Binnen onze gemeente is (vooralsnog) geen sprake van een dreigende overschrijding van een omgevingswaarde. Naast verplichte programma's zijn er vrijwillige programma's om bijvoorbeeld een nieuw beleidskader vast te stellen voor een thema of gebiedsontwikkeling. Alle programma's zijn zelfbindend, inhoudende dat een gemeente zichzelf moet houden aan de programma's.

Omgevingsplan
Het gebiedsdekkende omgevingsplan is een onderdeel van de Omgevingswet en zal voor 1 januari 2032 klaar moeten zijn. Een gebiedsdekkend omgevingsplan is één omgevingsplan dat voor de hele gemeente geldt en waarin alle regels die relevant zijn voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Het maken van een dergelijk omgevingsplan is omvangrijk. In 2025 beginnen wij, in OWO verband, met bouwen aan het gebiedsdekkende omgevingsplan. In de tussentijd werken we met tijdelijke omgevingsplannen (van rechtswege omgezette bestemmingsplannen), wat extra werk met zich meebrengt.

Transitiefase
De wet is veelomvattend en vraagt een andere manier van werken, waardoor in de eerste periode kinderziektes zullen optreden. We nemen onze huidige werkprocessen kritisch onder de loep en maken deze Omgevingswetproof. Dit geldt voor het vergunningentraject en voor ruimtelijke initiatieven die bij de gemeente binnenkomen. Ook hier kijken we naar harmonisatie en afstemming met onze OWO-partners. Op dit moment verwerken we de opgedane ervaringen samen met de OWO-partners de nieuwe werkprocessen.  We blijven de communicatie richting onze inwoners en bedrijven over de Omgevingswet intensiveren met meer informatie en uitleg.

2. Regio Deal Zuidoost Friesland

Terug naar navigatie - 2. Regio Deal Zuidoost Friesland

In juli 2020 heeft de regio Zuidoost Friesland een Regio Deal gesloten met het Rijk. Het Rijk investeert € 15 miljoen in deze Regio Deal en daar tegenover zorgt de regio voor minimaal € 15 miljoen aan cofinanciering. De regio doet dit primair vanuit bestaande projecten en programma’s die aansluiten bij de ambities van de Regio Deal. Met de rijksbijdrage kunnen deze projecten en programma’s versneld en/of uitgebreider uitgevoerd worden.

Alle betrokken partners in de regio trekken een aantal projecten. In dit thema beschrijven we uitsluitend de projecten waarvoor de gemeente Ooststellingwerf projecttrekker is. De projecttrekker is primair verantwoordelijk voor de inhoud, organisatie, planning, communicatie, financiën en verantwoording. Daarbij altijd rekening houdend met de regionale context.

De Regio Deal Zuidoost Friesland verloopt voorspoedig en is begonnen aan de afrondende fase. In deze fase worden de projecten uitgevoerd en afgerond. In de oorspronkelijk beoogde planning is de Regio Deal van start gegaan op 1 oktober 2020 en is afgesproken dat alle gelden besteed moeten zijn op 31 december 2023. Hierbij was ruimte overgelaten van 1 januari 2024 tot 1 oktober 2024 voor de afronding en de verslaglegging van de Regio Deal.

De meeste projecten verlopen voorspoedig en hebben geleid tot de versterking van de samenwerking tussen de overheden, onderwijs en zorginstellingen. Bij verschillende projecten is gebleken dat deze, om verschillende legitieme redenen, niet afgerond konden worden voor 31 december 2023. Voor het project Leer- en Kenniscentrum Bodem is uitstel verleend tot 1 oktober 2024. Voor de projecten zorgeconomie en het uitvoeringsprogramma Recreatie & Toerisme is uitstel verleend tot tot 1 oktober 2025. 

De Regio Zuidoost Friesland heeft geen aanvraag ingediend voor de zesde tranche van de Regio Deal. Dit betekent dat de vorm van samenwerking vanuit de Regio Deal na afronding van de onderstaande projecten ten einde komt.

Zorgeconomie
Met het project Zorgeconomie willen we als regio inzetten op een leefbare regio waar onze inwoners prettig kunnen (blijven) wonen en werken. Dit gaat erover wat we als regio kunnen doen om de sociaal maatschappelijke uitdagingen o.a. door vergrijzing en ontgroening tegemoet te treden. We doen dit door in te zetten op positieve gezondheid en werkgelegenheid in de zorg. Er zijn/worden drie regiobrede aanpakken ontwikkeld: Bloeizones, Atelier Sociaal Domein en werkgelegenheid in de zorg.

Voor Zorgeconomie is met de partners uit de Regio Deal een uitvoeringsprogramma opgesteld. We zetten daarbij in op Positieve Gezondheid (Atelier Sociaal Domein en Bloeizone) en Werkgelegenheid in de zorg. Met het thema Positieve Gezondheid beogen we dat onze inwoners mentaal en fysiek gezond blijven. Dit doen we door het stimuleren en faciliteren van Bloeizones in de regio zodat inwoners in een gezonde leefomgeving wonen. Ook werken we met studenten aan vraagstukken rondom Positieve Gezondheid in het Atelier Sociaal Domein. De resultaten hieruit delen we met onze partners. Doel van het thema werkgelegenheid is ervoor zorgen dat we vraagstukken rondom werkgelegenheid (in de zorg) kunnen aanpakken en aantrekkelijk blijven als arbeidsmarktregio. Dit doen we door het verstrekken van opstartsubsidies aan een aantal projecten die een vernieuwende bijdrage leveren aan het personeelstekort in de zorg. Binnen Zorgeconomie werken we nauw samen met verschillende partners, zoals het HANNN, FSP en NHL-Stenden.

Vanuit het Rijk is € 525.000 beschikbaar gesteld om inhoud te geven aan de zorgeconomie. Vanuit de gemeente is € 55.000 aan cofinanciering beschikbaar. De looptijd van het project is tot eind 2023. In eerste instantie is er uitstel gevraagd (en verleend) tot 1 oktober 2024. Echter, bij de verantwoording bleek dat het twee van de 8 bloeizones niet gelukt is al hun plannen tot uitvoering te brengen binnen de looptijd van het programma zorgeconomie. Dit ondanks de nodige inspanningen en buiten de eigen invloedsfeer van de bloeizone initiatieven. In beide gevallen gaat het om de realisatie van een buurttuin/voedselbos waarbij grondwerkzaamheden nodig zijn en de betreffende gemeente betrokken is voor het vinden van een geschikte plek. De werkzaamheden raakten vertraagd door extra gemeentelijk overleg, slecht weersomstandigheden en/of een hovenier met een volle agenda/personeelstekort. Om te voorkomen dat het geld teruggestort moest naar het rijk en de plannen alsnog in uitvoering te brengen is opnieuw uitstel gevraagd (en verleend) tot 1 oktober 2025. Uitvoering kan binnen de bestaande project begroting.

Personeelstekort (ouderen)zorg

  • We starten een pilot met waarin we ouders met een bijstandsuitkering een intensief traject aanbieden van hulp in combinatie met een baan in de zorg.
  • We blijven in gesprek met partners in welzijn, zorg, onderwijs en arbeidsparticipatie om te zoeken naar andere concrete oplossingen en kansen die regionale samenwerking ons kan brengen.
  • We gaan onderzoeken hoe we ruimhartiger om kunnen gaan met aanvragen van inwoners voor mantelzorgwoningen en prémantelzorgwoningen.
  • We clusteren woningen voor ouderen zoveel mogelijk, zodat zij onderlinge steun kunnen bieden, de kans op eenzaamheid vermindert en de zorg aan huis goed en efficiënt geboden kan worden.


Masterplan Oosterwolde

De regionale kernen hebben een belangrijke voorzieningenfunctie voor de vele kleine dorpen in de regio. Deze voorzieningen staan zowel qua omvang als kwaliteit onder druk. We willen de sociale cohesie vergroten en het voorzieningenfunctie van Oosterwolde behouden en versterken. Om die reden werken we aan een Masterplan Oosterwolde waarin een structurele versterking van het centrum centraal staat.

Dit project is in 2023 afgerond. Er is een nieuwe detailvisie vastgesteld en er zijn een drietal projecten ten behoeve van de verbetering van de sfeer, leefbaarheid en vergroening van het centrumgebied in Oosterwolde uitgevoerd. Een daarvan is het vergroenen van de Stationsstraat naar voorbeeld van het mobiele bos in Leeuwarden. Er zijn 10 bomen geplant in verrijdbare bakken. De andere twee betreffen het plaatsen van grondspots onder drie grote beukenbomen en plaatsen van stekkers op lantaarns ten behoeve van de feestverlichting.

Uitvoeringsprogramma Recreatie & Toerisme
Het project beoogt een slimme groei van het toerisme in deze regio. Dit betekent dat we een optimale balans willen ontwikkelen tussen een toenemende toeristische druk en de draagkracht van onze leefomgeving. De route naar die balans bepalen we met een regionale toeristische ontwikkelstrategie. Dit project bouwt voort op een reeds bestaande regionale samenwerking en geeft een impuls aan de doorontwikkeling van de ontwikkellijnen en projecten uit het uitvoeringsprogramma Zuidoost Friesland (UPZOF) en aan de verdere versterking van een professionele organisatie voor promotie en marketing van Zuidoost Friesland (TRZF).

De regionale toeristische ontwikkelstrategie is opgesteld. Deze geeft de ontwikkelrichting aan voor 2030 inclusief een uitvoeringsprogramma dat nu in uitvoering is. Het Uitvoeringsprogramma Ervaren-Turf krijgt invulling door de realisatie van TOP’s, entrees en toeristische routes. De TRZF heeft een financiële bijdrage ontvangen om de marketing, professionalisering van de sector en productontwikkeling van Het Andere Friesland verder uit te bouwen.

Vanuit het Rijk is € 1.000.000 beschikbaar gesteld om inhoud te geven aan het uitvoeringsprogramma. Vanuit de regio is € 200.000 aan cofinanciering beschikbaar gesteld. De looptijd van het project is tot eind 2023. Inmiddels is uitstel aangevraagd (en verleend) tot 1 oktober 2025. Bij de uitvoering van het project is gebleken dat de beschikbare rijksbijdrage niet volledig besteed kan worden. Er blijft in ieder geval een totaal van € 270.000 over. Deze gelden zijn in juli 2024 overgeheveld naar het project Water vasthouden bij droogte waar wij geen projecttrekker van zijn.

Leer- en kenniscentrum Bodem
Het LKC-Bodem sluit met name aan op het veerkrachtig landschap en daarmee op maatschappelijke vraagstukken die gerelateerd zijn aan bodemgesteldheid, waterkwaliteit en biodiversiteit. Het Rijk wil dat in 2030 alle landbouwgronden duurzaam worden beheerd. Om dat te realiseren moet er meer worden geïnnoveerd, nieuwe verdienmodellen worden ontwikkeld, kennis over duurzaam bodembeheer verspreiden worden en meer bewustwording worden gecreëerd. Het LKC-Bodem draagt bij aan al deze terreinen. Het LKC-Bodem zal onderdeel worden van een breder in Noord-Nederland opgezette strategie en samenwerking voor praktijkgericht onderzoek naar duurzaam beheerde bodems.

We hebben een leer- en onderzoekscentrum opgezet waar agrariërs, bedrijven, onderzoekers en studenten kennis kunnen vergaren over de samenhang tussen ecosysteem diensten van de bodem, organische stofgehalte, emissies naar lucht en water, circulariteit van gebruik van stofstromen, adaptatie aan klimaatverandering en hiervan afgeleide verdienmodellen. Een centrum dat regionaal is ingebed, maar met een (inter)nationale netwerk en uitstraling. Het centrum heeft als belangrijkste doelstelling handelingsperspectieven te genereren voor inzetten van bodem in een economisch renderende landbouw voor tegengaan van effecten van klimaatverandering en ontwikkelen van methodieken om bodems en geleverde ecosysteemdiensten beter bestand te maken tegen effecten van klimaatverandering.

Vanuit het Rijk is € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de faciliteiten en coördinatie, communicatie en projecten in de eerste drie jaar. Na drie jaar (2024) moet het leer- en onderzoekscentrum op eigen benen staan en zelf voldoende middelen genereren uit projecten, cursussen en verhuur faciliteiten om personeel, onderhoud en vervanging te bekostigen. Op 1 oktober 2024 is dit project afgerond en we zijn op dit moment bezig met de verslaglegging van dit project middels een afrondingsformulier. 

3. Haerenkwartier

Terug naar navigatie - 3. Haerenkwartier

De wijk Haerenkwartier is een moderne toekomstbestendige wijk, waarbij de gemeente rekening heeft gehouden met het inrichten van de wijk op een klimaatrobuuste en duurzame wijze. Het woningaanbod past bij de demografische ontwikkelingen en draagt bij aan de verbetering en verduurzaming van het woningbestand in Ooststellingwerf. De bewoners van de wijk ontmoeten elkaar en zijn trots op hun wijk en medebewoners. Ze voelen eigenaarschap en dragen naar vermogen actief bij aan een nette, gezellige en leefbare wijk. Professionals zijn zichtbaar en bekend en bieden ondersteuning aan bewoners die dit nodig hebben. Ze kennen de wijk en de bewoners waardoor vroegsignalering mogelijk wordt en vormen een sluitende keten van zorg en ondersteuning.

Alle fysieke werkzaamheden zijn afgerond en dat is in 2024 met een groot wijkfeest gevierd. Er staat een volledige nieuwe en duurzame wijk waar iedereen trots op kan zijn. Naast alle fysieke maatregelen was en is er veel aandacht voor bewoners(participatie) en de leefbaarheid in de wijk. We werken samen met de klankbord van ca. 35 enthousiaste wijkbewoners. Het programma Aandachtsgebieden liep 1 oktober 2024 af. We willen de wijk nog niet loslaten en blijven investeren in de sociale cohesie en activering in de wijk. In samenwerking met onder andere het Leger des Heils, Scala, het Gebiedsteam en Actium houden we gezamenlijk vinger aan de pols om problemen vroeg te signaleren en waar nodig hulp te organiseren. Vanuit de klankbordgroep is een nieuwe bewonerscommissie aan het ontstaan. Vanaf 2025 gaan ze ook als zodanig aan de slag. Begin 2025 sluiten we het project nog af met alle leden van de klankbordgroep.

4. Stikstof

Terug naar navigatie - 4. Stikstof

In de gemeente Ooststellingwerf hebben we een unieke combinatie qua grondgebruik met veel (omliggende) beschermde natuurgebieden en een grote agrarische sector. Het stikstofprobleem is daardoor juist voor ons een steeds groter wordend probleem met veel directe belanghebbenden. Door de vertraagde aanpak van het Rijk en de Provincie Fryslân is er op dit moment geen houdbaar beleid om voldoende stikstofreductie te realiseren om voldoende natuurherstel te bevorderen. Het NPLG/FPLG had vooral (via gebiedsprocessen) aan natuurherstel bij moeten dragen, naast thema's als: klimaat, water en bodem en landbouw.

In de toekomst willen we in een mooi, gezond en leefbaar Ooststellingwerf wonen, werken en produceren. Daarom willen wij als gemeente - door zelf aan oplossingen en kaders te werken - aan de slag met beleid, onderzoeken en projecten om ons landelijk gebied klaar te maken voor de toekomst. Dit leidt naar verwachting tot een forsere inzet vanuit de gemeente qua capaciteit, ook als we dit in samenwerking gaan doen. Denk aan de inzet van ambtenaren uit verschillende werkvelden om ook het gesprek aan te gaan rond de genoemde natuurgebieden met agrariërs, natuurbeheerders, bedrijven en bewoners. We streven naar een balans tussen de draagkracht van de natuur, met een robuust watersysteem en een lage impact op het klimaat, en een perspectief voor de maatschappelijke en economische ontwikkeling voor bewoners, agrariërs, grondeigenaren/beheerders in de gemeente.

Wat gaan we doen

  • Meewerken aan verbetering van natuur.
  • Hierin samen met de raad optrekken.
  • Zorg dragen voor een gebiedsgerichte aanpak.
  • Daarbij rekening houden met de balans tussen natuur, landbouw en economische ontwikkelingen.
  • De agrariërs steunen die de omslag naar kringlooplandbouw (willen) gaan maken en circulaire landbouwinitiatieven steunen.
  • Ons inspannen om alle maatschappelijke partners, de natuurorganisaties, grondeigenaren en -gebruikers in het gebiedsproces te betrekken.
  • We bieden sociaal psychologische hulp voor agrariërs die daar behoefte aan hebben. Participatie is een belangrijk onderdeel van het proces: we zijn en gaan in gesprek met groepen agrariërs en andere groepen belanghebbenden.


Doel voor ons gemeente is ook om onze vergunningverlening te kunnen blijven doen.

5. Accommodatiebeleid

Terug naar navigatie - 5. Accommodatiebeleid

Wat willen we bereiken?
In de startnotitie (2023) staat het doel van het accommodatiebeleid, namelijk:
‘We willen dat Ooststellingwerf leefbaar blijft. We willen een gemeente zijn waar mensen naar elkaar omkijken en waar iets te beleven valt. Goede en toegankelijke accommodaties zijn daarvoor een voorwaarde. Waar ontmoeten inwoners elkaar, waar ontstaan sociale contacten, waar bewegen inwoners, waar leren kinderen? En hoe houden we rekening met grote maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering, vergrijzing en digitalisering? Passen de beschikbare accommodaties bij de toekomstige vraag? De exploitatie moet bovendien duurzaam zijn en betaalbaar blijven. Daarom willen we toekomstbestendig accommodatiebeleid ontwikkelen met duurzaam (gebruik van de) accommodaties op het gebied van ontmoeten, welzijn, bewegen, cultuur, recreëren, gezondheid en leren.’

In het accommodatiebeleid gaat het voornamelijk over ‘gemeentelijke’ accommodaties. Maar er zijn nog vele andere accommodaties die een maatschappelijke functie hebben (‘externe accommodaties’ zoals dorpshuizen), waar verduurzamingsvraagstukken spelen.

Onder accommodaties vallen ook de onderwijsgebouwen. Daarvoor stellen we een Integraal Huisvestingsplan (IHP) op. Dit is een langetermijnvisie voor onderwijs­huisvesting dat wordt opgesteld door schoolbesturen en de gemeente. Zie hiervoor ook programma 4 Onderwijs.

Het op te stellen accommodatiebeleid inclusief IHP steekt in op:

  • Efficiënt gebruik van accommodaties in relatie met behoud van leefbaarheid in alle dorpen.
  • Een slimme inzet van accommodaties en keuzes maakt in welke accommodaties er dan nodig zijn.
  • De langdurige betaalbaarheid zowel op beheer en onderhoud als op het gebied van verduurzaming.


Wat hebben we ervoor gedaan?
Op 4 juli 2023 had de raad een werkbijeenkomst over het vervolg van het accommodatiebeleid en zijn vijf denkrichtingen/scenario’s besproken. Op 31 oktober 2023 stelde de raad de Startnotitie Accommodatiebeleid geamendeerd vast.

In 2024 startte een participatieproces met de eigenaren en gebruikers van het maatschappelijk vastgoed in de dorpen. Ook werd een digitale enquête uitgezet onder inwoners. Het totaal daarvan is aan de raad gepresenteerd op de themaraad van 19 maart 2024. Daarna zijn ook jongeren nog bevraagd.

De conclusie uit het participatieproces en de reacties tijdens de themaraad was dat een combinatie van scenario B (Efficiënt & samen) en scenario D (Optimale leefomgeving) de voorkeur geniet. In aanvulling daarop heeft het college met inachtneming van alle belangen een voorkeursscenario ontwikkeld, dat op in september 2024 in de raad is behandeld.  Dit leidde tot het besluit om het voorkeursscenario uit te werken en in aanvulling daarop nog drie specifieke onderzoeken te starten, namelijk naar het Bosbad Appelscha, een MFA Appelscha en een MFA Oosterwolde.

In november 2024 werd een motie aangenomen om de onderzoeksopdracht voor het MFA Oosterwolde te wijzigen.

Eind 2024 startten de betreffende onderzoeken. Verwachting is dat de raad in juni 2025 integraal kan besluiten over het accommodatiebeleid en het integraal huisvestingsplan onderwijs, inclusief een concrete planning voor investeringen in de eerste vier jaren, een doorkijk naar de middellange termijn (= 5 tot < 15 jaar) en een doorkijk naar de lange termijn (> 15 jaar).

Wat mag het kosten?
De raad heeft op 8 november 2022 amendement # A-019 "Gas erop van het aardgas af voor slim en toekomstgericht accommodatiebeleid" aangenomen. Inhoudende dat met ingang van 2024 € 200.000 structureel aan kapitaallast beschikbaar is gesteld en in de jaren daarna het budget steeds met € 100.000 op te hogen, tot er voldoende budget beschikbaar is voor het accommodatiebeleid inclusief IHP. Bij de Kaderbrief 2025 is besloten om het budget vanaf 2028 ieder jaar structureel met € 200.000 te verhogen in plaats van met € 100.000. 

Paragraaf 10 | Visie op Samenleven

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Dit programma ‘Sociaal Domein’ gaat over de Visie op Samenleven 2020-2024 (vastgesteld in oktober 2019). Het is een integraal programma over het gehele sociaal domein. Het bestaat uit vier opgaven namelijk Samenleven, Meedoen, Gezondheid en Goed Opgroeien. In een doelenboom staat samengevat wat we per opgave willen bereiken (maatschappelijke effecten). De doelenboom vindt u hieronder en in groter formaat op  https://www.ooststellingwerf.nl/visie-samenleven

In 2023 heeft een tussenevaluatie van de Visie op Samenleven plaatsgevonden. De analyse en bevindingen zijn samen met accenten en afbouwpunten voor de komende jaren verzameld in het document 'Tussenbalans Visie op Samenleven'.  De accenten en afbouwpunt zijn in januari 2024 vastgesteld door de gemeenteraad.


Er is een aantal gemeenschappelijke regelingen dat bijdraagt aan de drie opgaven: 

  • Sociaal Domein Fryslân (SDF): Binnen de Centrumregeling SDF werken Friese gemeenten samen aan beleidsvoorbereiding en de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel is, om waar nodig, specialistische jeugdhulp en ondersteuning te leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
  • Veiligheidsregio Fryslân (VRF): Binnen de VRF werken Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De VRF werkt op het gebied van gezondheidszorg aan het beschermen en bevorderen van de gezondheid van de Friese inwoner. 
  • GR SW Fryslân: GR SW Fryslân en Caparis NV dragen bij aan het aanbieden van arbeidsplaatsen voor onze inwoners in het kader van de voormalige wet sociale werkvoorziening. Per 1 januari 2020 is de herstructurering van Caparis afgerond. De GR is aangepast. Alle SW-medewerkers zijn daarin administratief ondergebracht. Wij zijn geen aandeelhouder meer van Caparis en hebben een Dienstverleningsovereenkomst gesloten met Caparis voor de begeleiding en ontwikkeling van onze inwoners met een SW-indicatie.


Voor de vier verschillende opgaven zijn maatschappelijke effecten geformuleerd. Ze zijn uitgewerkt in doe-agenda’s en staan hieronder beschreven.

1. Opgave meedoen: Alle inwoners doen volwaardig mee

Terug naar navigatie - 1. Opgave meedoen: Alle inwoners doen volwaardig mee

Inwoners vinden ‘Meedoen’ een belangrijk thema. Daarnaast hebben we wettelijke taken op dit terrein. Het gaat om de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening. Voor de Opgave Meedoen zijn in de Visie op Samenleven vier maatschappelijke effecten (A t/m D) benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan willen werken. 

Onderstaande maatschappelijke effecten staan in programma 6, thema 6.2 Meedoen.

Maatschappelijk effect A. Mensen kunnen levensloopbestendig wonen (zie Doe Agenda A en woon(zorg)visie). 
A1. Mensen zijn in staat passende woonruimte te realiseren (faciliteren)
A2. Mensen zijn bezig met levensloopbestendig wonen (faciliteren)
A3. Mensen zijn op de hoogte van de mogelijkheden om hun woning aan te passen (regisseren)

Maatschappelijk effect B. Mensen participeren duurzaam op de arbeidsmarkt (zie doe-agenda B).
B1. Mensen die dat kunnen, nemen deel aan de arbeidsmarkt (regisseren) 
B2. Uitkeringsgerechtigden maken naar vermogen stappen op de Participatieladder (regisseren)
B3. Mensen ervaren een zinvolle invulling van hun dag (faciliteren)

Maatschappelijk effect C. Mensen doen mee aan het maatschappelijk leven (zie doe-agenda C en doe-agenda Inburgering). 
C1. Mensen zijn tevreden over hun maatschappelijk leven (loslaten)
C2. Mensen zijn zelfredzaam (faciliteren)
C3. Kinderen in armoede hebben mogelijkheden om mee te doen (regisseren)
C4. Mensen zijn financieel in staat om maatschappelijk mee te doen (regisseren)
C5. Mensen ervaren ondersteuning in hun eigen omgeving (stimuleren)

Maatschappelijk effect D. Mensen maken indien nodig gebruik van het vangnet
D1. Mensen zijn op de hoogte/kennen de wegen (regisseren)
D2. Mensen maken gebruik van de wegen (stimuleren)
D3. Mensen vinden tijdig ondersteuning bij (financiële) problemen (regisseren)
D4. Mensen zijn tevreden over de ondersteuning (stimuleren)

2. Opgave samenleven: Inwoners helpen elkaar, voelen zich thuis en zijn actief voor een sociale en vitale gemeenschap

Terug naar navigatie - 2. Opgave samenleven: Inwoners helpen elkaar, voelen zich thuis en zijn actief voor een sociale en vitale gemeenschap

Samenleven is een onderwerp dat erg leeft in de gemeente. Inwoners vinden ‘elkaar ontmoeten’, ‘elkaar ondersteunen’ en activiteiten en verenigingen in de dorpen en in de buurten belangrijk. Voor de Opgave Samenleven zijn in de Visie op Samenleven drie maatschappelijke effecten benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan werken. 

Maatschappelijk effect E. Mensen voelen zich verbonden (zie doe-agenda E)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.1 Samenleven
E1. Mensen vinden het prettig om in hun buurt te wonen (loslaten)
E2. Mensen voelen zich betrokken bij anderen in hun gemeenschap (faciliteren)
E3. Mensen voelen zich niet gediscrimineerd en buitengesloten (faciliteren)
E4. Mensen ervaren minder eenzaamheid (stimuleren)

Maatschappelijk effect F. Mensen zetten zich in voor de samenleving en elkaar
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.1 Samenleven
F1. Mensen helpen elkaar (faciliteren)
F2. Mensen pakken gezamenlijk sociale en maatschappelijke vraagstukken op (faciliteren)
F3. Mensen ervaren ruimte om ideeën/initiatieven te ontwikkelen (faciliteren)
F4. Mantelzorgers raken niet overbelast (regisseren) Zie thema 7.1 Gezondheid.

Maatschappelijk effect G. Mensen maken gebruik van de sociale, culturele en sportinfrastructuur (zie doe-agenda G)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 5, thema 5.1 Sport en cultuur en bij thema 6.1 Samenleven (voor sociale infrastructuur)
G1. Mensen zijn tevreden met het aanbod aan sociale, culturele en sportactiviteiten (faciliteren)
G2. Mensen zijn op de hoogte en hebben toegang tot sociale, culturele en sportinfrastructuur (stimuleren)
G3. Mensen zijn tevreden over de ontmoetingsplekken in hun omgeving (stimuleren)
G4. Er is een actief verenigingsleven (loslaten)
G5. Vrijwilligers floreren in de samenleving (faciliteren)

3. Opgave gezondheid: Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Terug naar navigatie - 3. Opgave gezondheid: Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Inwoners vinden ‘Gezondheid’ een belangrijk thema. Daarnaast hebben we wettelijke taken op dit terrein en moeten we lokaal invulling geven aan de landelijke gezondheidsnota. Voor de Opgave Gezondheid zijn in de Visie op Samenleven vier maatschappelijke effecten (H t/m K) benoemd waar gemeente, organisaties, bedrijven en inwoners samen aan willen werken. 

Onderstaande maatschappelijke effecten staan in programma 7, thema 7.1 Gezondheid.

Maatschappelijk effect H. Mensen kunnen omgaan met fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen (zie doe-agenda HK)
H1. Mensen ervaren laagdrempelige mogelijkheden om hun eigen gezondheid te verbeteren (deels faciliteren, deels stimuleren)
H2. Mensen voelen zich lichamelijk gezond (stimuleren)
H3. Mensen voelen zich mentaal gezond en ervaren zingeving (stimuleren)
H4. Mensen ervaren dat zij in staat zijn tot alledaagse dingen zoals werken, omgaan met tijd en geld en grenzen stellen (stimuleren)

Maatschappelijk effect I. Mensen ervaren dat rekening wordt gehouden met het proces van ouder worden (zie doe-agenda I)
I1. Mensen vormen samen een dementievriendelijke gemeente (stimuleren)
I2. Ouderen hebben betekenisvolle relaties, werk en/of daginvulling (faciliteren)
I3. Mantelzorgers raken niet overbelast (regisseren)

Maatschappelijk effect J. Mensen voelen zich veilig
J1. Jeugdigen komen niet in aanraking met geweld (regisseren)
J2. Mensen zijn weerbaar (faciliteren)
J3. Mensen weten waar ze hulp kunnen vinden als zij zelf of anderen in aanraking komen met onveilige situaties (regisseren)

Maatschappelijk effect K. Mensen leven in een gezonde leefomgeving (zie doe-agenda HK)
K1. Mensen ervaren hun leefomgeving als veilig en toegankelijk (regisseren)
K2. Mensen gaan graag naar buiten (loslaten)
K3. Mensen ervaren een gezonde en schone leefomgeving (regisseren)

4. Opgave goed opgroeien: Jeugdigen (-9 maand tot 23 jaar) groeien gezond en veilig op en hebben gelijke kansen om zich optimaal te ontwikkelen

Terug naar navigatie - 4. Opgave goed opgroeien: Jeugdigen (-9 maand tot 23 jaar) groeien gezond en veilig op en hebben gelijke kansen om zich optimaal te ontwikkelen

Maatschappelijk effect L. Jeugdigen ontwikkelen zich optimaal
Dit maatschappelijk effect staan in programma 4, thema 4.1 Onderwijs.
L1. Jeugdigen krijgen optimaal kans om talenten te ontplooien (faciliteren)
L2. Jeugdigen gaan naar school (regisseren)
L3. Jeugdigen halen een startkwalificatie (regisseren)
L4. Jeugdigen zijn taalvaardig (spreken, lezen, schrijven) (regisseren)
L5. Jeugdigen en ouders ervaren dat de school en zorg samenwerken om hen optimaal te begeleiden (regisseren)

Maatschappelijk effect M. Ouders/verzorgers zijn vaardige opvoeders (zie doe-agenda O)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
M1. Jeugdigen worden zoveel mogelijk door hun ouders verzorgd en begeleid naar volwassenheid (loslaten)
M2. Jeugdigen hebben een goede start doordat hun ouders of zijzelf deelnemen aan preventieve programma’s (stimuleren)
M3. Jeugdigen groeien op in een gezinssituatie (zo thuis mogelijk) (regisseren)
M4. Jeugdigen en ouders met opvoed- en opgroeivragen weten de weg en voelen zich ondersteund (regisseren)
M5. Ouders/verzorgers betrekken mensen en organisaties bij hun opvoedvragen (regisseren)

Maatschappelijk effect N. Jeugdigen zijn weerbaar
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
N1. Jeugdigen ontwikkelen sociale vaardigheden (loslaten)
N2. Jeugdigen kennen hun grenzen en staan stevig in hun schoenen (faciliteren) - Zie ook doe-agenda HK Positieve gezondheid (2022).
N3. Jeugdigen hebben de kennis en vaardigheden om goed om te gaan met alcohol, roken, drugs, sociale media, seks en geld (deels regisseren, deels stimuleren) - Zie Preventie en handhavingsplan Alcohol en Middelen 2021-2024

Maatschappelijk effect O. Jeugdigen en ouders voelen zich ondersteund bij opvoeden en opgroeien (zie doe-agenda O)
Dit maatschappelijk effect staat in programma 6, thema 6.3 Goed Opgroeien.
O1. Jeugdigen met psychosociale of andere problemen en hun ouders weten de weg en voelen zich ondersteund (regisseren)
O2. Jeugdigen en ouders in kwetsbare situaties worden gezien en ondersteund (regisseren)
O3. Scheidingen verlopen met minimale schade voor jeugdigen (stimuleren)
O4. Jeugdigen ervaren dat scholen en gemeentelijke organisaties die werken met jongeren aandacht hebben voor LHBTI (stimuleren)

Integraal en ontschot werken

Terug naar navigatie - Integraal en ontschot werken

We blijven investeren in integraal en ontschot werken. In de doe-agenda's zien we het integraal werken terug (niet meer denken vanuit beleidsterreinen maar vanuit de effecten die we voor inwoners willen bereiken). Dit werkt ook door in onze afspraken met samenwerkingspartners. Bijvoorbeeld met stichting Scala en de bibliotheek werken we aan het anders vormgeven van de subsidie-afspraken. We richten deze steeds meer op effecten (outcome) in plaats van activiteiten (input, output).

Doorontwikkeling Gebiedsteam

Terug naar navigatie - Doorontwikkeling Gebiedsteam

Inwoners weten waarvoor en hoe ze bij het Gebiedsteam terecht kunnen.

Het Gebiedsteam is belangrijk bij de implementatie van de Visie op Samenleven en de accenten van de Tussenbalans. We willen één (voldoende laagdrempelige) toegang voor inwoners, zoveel mogelijk één aanspreekpunt per inwoner/huishouden, zo eenvoudig en snel mogelijke processen en versterking van het ontschot werken. We vragen inwoners met de meeste 'stapeling' van problemen wat zij echt nodig hebben en bekostigen dat (in plaats van verstrekken waar zij recht op hebben). We verlengen de hulp niet zonder onderzoek naar wat nodig is. Hierdoor zijn we goedkoper uit, zijn de oplossingen duurzamer en voelen de mensen waar het om gaat zich meer gehoord. We werken op vindplaatsen, zoals scholen en bij de huisarts. We zorgen voor een communicatiestrategie, zodat inwoners de weg weten en optimaal geïnformeerd zijn. Er is een sociale kaart waarin zichtbaar is wat er in onze gemeente allemaal is (zonder indicatie) op het terrein van zorg, welzijn, werk, opvoeden, geldzaken en vrije tijd. Daarmee maken we het inwoners en professionals makkelijker om gebruik te maken van algemene (preventieve en lichte) voorzieningen ('voorliggend veld'). Ook stimuleren we het gebruik hiervan door medewerkers te helpen meer gebruik te maken van het voorliggende veld (algemene voorzieningen). Hierdoor zorgen we, daar waar mogelijk, voor passende oplossingen zonder (dure) geïndiceerde zorg in te zetten en dragen we bij aan normaliseren. 

Datagedreven werken en Monitor Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Datagedreven werken en Monitor Sociaal Domein

Bij het maken van de doe-agenda's gebruiken we data om gericht en lokaal knelpunten aan te pakken of problemen te voorkomen. Denk aan gerichte acties in een buurt, straat of dorp waar relatief veel zorggebruik, armoede of eenzaamheid is. We monitoren ons beleid via de Monitor Sociaal Domein. Hierin staat per opgave en per doe-agenda informatie die ons helpt om te zien of onze inspanningen de beoogde effecten opleveren, wat er goed gaat en wat aandacht vraagt. Daarnaast ontwikkelen we voor het monitoren van de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet aparte dashboards. 

Grip op uitgaven jeugd en Wmo

Terug naar navigatie - Grip op uitgaven jeugd en Wmo
  • We willen problemen vóór zijn door te investeren in preventie en door te zorgen dat inwoners ons weten te vinden als zij hulp nodig hebben.
  • We willen de uitgaven op jeugd en Wmo beperken en blijven doen wat nodig is om de meest kwetsbare inwoners goed te ondersteunen.
  • We willen dat inwoners zoveel mogelijk gebruik maken van voorzieningen en activiteiten die zonder indicatie beschikbaar zijn (voorliggende voorzieningen).


We investeren we in allerlei vormen van preventie (zie opgaven Meedoen, Gezondheid en Goed Opgroeien) en in sociale verbanden tussen mensen en in samenredzaamheid (stevige sociale basis). We namen we diverse andere maatregelen om de uitgaven te beperken. Om grip te krijgen op de kosten van de jeugdhulp zijn verschillende maatregelen geformuleerd. Om de resultaten hiervan goed te kunnen monitoren is een dashboard gebouwd. Samen met bovengenoemde Monitor Sociaal Domein geeft dit inzicht of we slagen in het verkrijgen en houden van grip op de kosten binnen het Sociaal Domein. 

Paragraaf 11 | Wet open overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. De Woo kent drie doelstellingen:

  • Het actief openbaar maken van informatie
  • Het tijdig openbaar maken van opgevraagde informatie
  • Het duurzaam toegankelijk maken van digitale informatie


Het actief openbaar maken van informatie
De Wet open overheid schrijft voor gemeenten 15 informatiecategorieën voor die de komende tijd actief openbaar gemaakt moeten worden. De verplichting tot actieve openbaarmaking is al ingegaan voor de volgende vier informatiecategorieën:

  1. Wetten en algemeen verbindende voorschriften
  2. Overige besluiten van algemene strekking
  3. Organisatie en werkwijze 
  4.  Bereikbaarheidsgegevens


Op een landelijke website, de Woo-index, moet de gemeente verwijzingen naar de openbaar gemaakte informatie plaatsen. Elke overheid moet een Woo-redacteur hebben, die deze verwijzingen plaatst en onderhoudt.

Het tijdig openbaar maken van opgevraagde informatie 
Iedereen kan op grond van de Woo informatie bij de overheid opvragen. Elke overheid moet een Woo-contactpersoon hebben, die vragen kan beantwoorden over het opvragen van overheidsinformatie. Ooststellingwerf heeft de medewerkers van het Klantcontactcentrum aangewezen als Woo-contactpersonen.

Het duurzaam toegankelijk maken van digitale informatie
Elke overheid moet weten welke informatie ze heeft en moet die informatie kunnen vinden wanneer hier om gevraagd wordt. Verder moet er een gecontroleerd proces zijn waarmee informatie na de voorgeschreven bewaartermijn vernietigd worden of gereed zijn om te worden overgedragen aan een archiefbewaarplaats. 

Wat hebben we in 2024 gedaan?

Terug naar navigatie - Wat hebben we in 2024 gedaan?

De invoering van de Woo gebeurt stapsgewijs. In OWO-verband werken we samen aan de invoering van de actieve openbaarmaking en het duurzaam toegankelijk maken van digitale informatie. Het openbaar maken van opgevraagde informatie en deels ook het actief openbaar maken van informatie wordt binnen de eigen organisatie uitgevoerd.

Het actief openbaar maken van informatie 
Als Woo-redacteur is aangewezen de juridisch medewerker van het cluster bestuurlijk-juridische zaken. De Woo-redacteur heeft onderzocht welke informatie uit de 17 informatiecategorieën al openbaar is gemaakt. Daarnaast heeft de Woo-redacteur ervoor gezorgd dat alle nu verplicht actief openbaar te maken informatie inderdaad openbaar is gemaakt. Alle verwijzingen naar al openbaar gemaakte informatie is vervolgens geplaatst op de Woo-index van Ooststellingwerf. Deze is te vinden op https://organisaties.overheid.nl/woo/23566/Gemeente_Ooststellingwerf 
Hiermee voldoet Ooststellingwerf (ruimschoots) aan de nu geldende actieve informatieplicht.

Het tijdig openbaar maken van opgevraagde informatie 
In de gemeente Ooststellingwerf zijn er in 2024 l 20 Woo-verzoeken binnengekomen. Hiervan zijn 16 binnen de gestelde termijn afgehandeld en 4 buiten de gestelde termijn afgehandeld. Reden hiervan was de complexiteit van het verzoek of capaciteitsgebrek bij de gemeente.

Het duurzaam toegankelijk maken van digitale informatie. 
In 2024 hebben de OWO-gemeenten zich voorbereid op aansluiting bij het e-depot. Met de aansluiting op het e-depot regelt de OWO de duurzame toegankelijkheid van digitale informatie zodat de te bewaren digitale informatie in de toekomst toegankelijk, vindbaar en raadpleegbaar blijft.