2. Financieel perspectief

2. Financieel Perspectief

Terug naar navigatie - 2. Financieel Perspectief

Het financiële perspectief staat in onderstaande tabel. Hierbij zijn we uitgegaan van de structurele budgettaire ruimte. Daarom zijn de incidentele baten en lasten ‘gecorrigeerd’. Structurele lasten moeten gedekt worden door structurele baten, dan is er sprake van structureel evenwicht. Het uitgangspunt is de stand na de decembercirculaire 2019.

Om een reëel beeld te geven van de ruimte in het perspectief zijn ook de structurele budgettaire effecten (voor zover die nu bekend zijn) in onderstaande tabel meegenomen. Op hoofdlijnen zijn deze onder de tabel toegelicht. Het structurele saldo is negatief. Daarnaast lopen we nog een extra financieel risico doordat bij de begroting 2020 de incidentele extra middelen vanuit het rijk voor het Sociaal Domein structureel in de begroting zijn verwerkt (conform richtlijn van het rijk).

 

bedragen x € 1.000 (min is nadeel)
Begrotingsperspectief
2021 2022 2023 2024
Structureel begrotingsperspectief na "Samen Waarmaken" 728 -194 278 278
Structurele gevolgen voorjaarsrapportage 2020 (incl. decembercirculaire) -22 -20 -21 -21
Structurele budgettaire effecten uit financiele verkenning
Waar al besluitvorming over is
a. Krediet doarpssintrum Donkerbroek -62 -87 -87
b. FUMO -59 -59 -59 -59
c. Veiligheidsregio Fryslân -198 -184 -173 -188
Onvermijdelijke budgettaire effecten
d. Leerlingenvervoer -130 -130 -130 -130
e. Dotatie onderhoudsvoorzieningen -39 -39 -39 -39
f. OWO afdelingen -18 -28 -35 -28
g. Visie op dienstverlening -25 -25 -25 -25
h. Beregeningsinstallaties -11 -22 -33
Totaal nieuw STRUCTUREEL begrotingsperspectief 2021-2024 237 -752 -313 -332
Incidentele baten en lasten vanuit de begroting 2020 en Samen Waarmaken -579 167
Incidentele baten en lasten vanuit Voorjaarsrapportage 633 -167
Incidentele baten en lasten OWO afdelingen -72 -22 -22 -22
Totaal nieuw begrotingsperspectief 2021-2024 219 -774 -335 -354

Gevolgen voorjaarsrapportage 2020 (inclusief decembercirculaire)

Terug naar navigatie - Gevolgen voorjaarsrapportage 2020 (inclusief decembercirculaire)

Het structurele gevolg vanuit de voorjaarsrapportage 2020 is € 22.000 negatief. Dit bestaat uit een voordeel van € 52.000 door het inleveren van vacatureruimte bij de Backoffice Sociaal Domein (OWO), een nadeel van € 17.000 vanwege aanvullende taken van GGD-Fryslân voor de uitvoering van de wet verplichte GGZ en een nadeel van € 57.000 door de decembercirculaire.

a. Doarpssintrum Donkerbroek

Terug naar navigatie - a. Doarpssintrum Donkerbroek

U heeft op 17 december 2019 besloten om voor het realiseren van het Doarpssintrum Donkerbroek een krediet van € 2 miljoen beschikbaar te stellen. De structurele lasten zijn € 62.000 vanaf 2022. Tegelijkertijd heeft u ook besloten € 0,35 miljoen beschikbaar te stellen voor het realiseren van het bijbehorende verkeersplan. De structurele lasten hiervan zijn € 25.000 vanaf 2023.

b. FUMO

Terug naar navigatie - b. FUMO

Op 17 september 2019 heeft u besloten een zienswijze in te dienen tegen de ontwerpbegroting 2020 van de FUMO. Op 17 maart 2020 bent u via een mededeling geïnformeerd dat naar aanleiding van de ingediende zienswijzen de definitieve begroting naar beneden is bijgesteld. Op basis van de definitieve begroting 2020 is onze bijdrage voor de FUMO verhoogd met € 82.000. Op basis van de ontwerpbegroting 2021 wordt onze bijdrage voor de FUMO verhoogd met € 5.000. De extra lasten vanaf 2021 zijn daardoor € 87.000. De verhoging komt deels door overdracht van taken van de gemeente naar de FUMO. De besparing hierdoor is € 28.000. De lasten zijn daarom per saldo € 59.000 vanaf 2021.

c. Veiligheidsregio Fryslân

Terug naar navigatie - c. Veiligheidsregio Fryslân

Op basis van de begroting 2021 van de Veiligheidsregio (in lijn met de Kaderbrief 2021 van de Veiligheidsregio, door u behandeld op 28 januari 2020) stijgt onze bijdrage structureel met € 198.000 in 2021.

d. Leerlingenvervoer

Terug naar navigatie - d. Leerlingenvervoer

In de jaarrekening 2019 zien wij een behoorlijke overschrijding op leerlingenvervoer. Dit hangt samen met meer gebruik van andere vormen van onderwijs over een grotere afstand. Daarnaast neemt het aantal kinderen dat met eigen vervoer (door de ouders) naar school gaat af en neemt het aangepaste taxivervoer toe. Dit is een regionaal beeld. Wij houden voor 2020 en 2021 rekening met een indexatie van de kosten voor leerlingenvervoer in 2019. Voor 2021 gaan we vooralsnog uit van € 130.000 hogere lasten dan nu begroot.

e. Dotatie onderhoudsvoorzieningen

Terug naar navigatie - e. Dotatie onderhoudsvoorzieningen

In 2019 is de meerjarenonderhoudsplanning voor de gemeentelijke huisvesting geactualiseerd. Ook is een groot deel van de onderhoudsplanningen van sportaccommodaties en welzijnsaccommodaties geactualiseerd. Per saldo is een structureel hogere dotatie nodig van € 39.000 om het onderhoud de komende 10 jaar te betalen. Dit is ook meegenomen in de nota reserves en voorzieningen bij de Jaarstukken 2019.

f. OWO afdelingen

Terug naar navigatie - f. OWO afdelingen

Bij de OWO-afdelingen zijn er een aantal ontwikkelingen die aanpassing van het budget vergen.

Toelichting structureel:
Om de dienstverlening van de primaire informatievoorziening te borgen is aanvullende capaciteit nodig voor het applicatiebeheer van de DIV-applicatie, structureel € 25.000. Informatiebeveiliging is een belangrijke randvoorwaarde voor het goed functioneren van de I&A-voorzieningen van de gemeenten. Wij vinden het belangrijk om hierin te investeren (zie ook bij incidenteel voor 2021 € 100.000). Eisen voor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en Baseline Informatie beveiliging Overheid (BIO) vragen continue aanpassingen en extra inspanningen. Vanaf 2022 gaat het om een structureel bedrag van € 30.000. Ook in het kader van informatiebeveiliging moet om de drie jaar een audit (DPIA) worden uitgevoerd. Dit is een vereiste van de AVG. De kosten ad € 20.000 zijn om de drie jaar. We constateren dat om te voldoen aan allerlei eisen, audits en het actueel houden van kennis en kunde investeringen in opleidingsprogramma’s en certificeringen van personeel nodig zijn. Dit betekent een structurele last van € 30.000.

Toelichting incidenteel
Voor het bepalen van de WOZ-waarde verandert de grondslag: per 2022 gaat dat op basis van de gebruiksoppervlakte in plaats van inhoud van het object. Om dit project in 2021 af te ronden is er € 50.000 incidenteel nodig. Met ingang van 2021 is er een nieuwe Archiefwet. Onderdeel hiervan is dat de termijn voor overbrenging van archiefbescheiden wordt verkort van 20 jaar naar 10 jaar. Om dit te kunnen realiseren willen we vier jaar lang een budget van € 65.000 beschikbaar stellen. Zoals al is vermeld bij de toelichting structureel is informatiebeveiliging zeer belangrijk. Om dit goed te kunnen uitvoeren willen we € 100.000 incidenteel voor 2021 beschikbaar stellen. Dit wordt dan gebruikt voor het uitvoeren van een testscenario/simulatie (bijvoorbeeld testen van de firewall en het beoefenen van uitval en uitwijkprocedures).

Verder speelt er bij de OWO-afdelingen nog een andere ontwikkeling: de doorontwikkeling van de I-functie. Hierbij zijn een aantal aandachtsgebieden, bijvoorbeeld data gedreven werken, strategische informatiemanager, it-architect en archivaris. De OWO-directie is gevraagd om hiervoor een notitie op te stellen waarin noodzaak en nut in het perspectief wordt geplaatst.

OWO afdelingen 2021 2022 2023 2023
Applicatiebeheer Documentaire Informatie Voorziening (DIV) 25.000 25.000 25.000 25.000
Informatiebeveiliging 30.000 30.000 30.000
Data Protection Impact Assessment (DPIA) 20.000
Opleidingen- en certificeringsbudget 30.000 30.000 30.000 30.000
Totaal structureel 55.000 85.000 105.000 85.000
Project WOZ-taxatie naar oppervlakte 50.000
E-depot 65.000 65.000 65.000 65.000
Informatiebeveiliging 100.000
Totaal incidenteel 215.000 65.000 65.000 65.000
Aandeel Ooststellingwerf (1/3 deel) Structureel 18.333 28.333 35.000 28.333
Aandeel Ooststellingwerf (1/3 deel) Incidenteel 71.667 21.667 21.667 21.667

h. Beregeningsinstallaties

Terug naar navigatie - h. Beregeningsinstallaties

Bij de begroting 2020 heeft u een krediet van € 100.000 beschikbaar gesteld om de beregeningsinstallaties op de sportvelden te vervangen. Daarbij is rekening gehouden met het elektronisch aansturen, zodat in tijden van droogte ’s nachts automatisch gesproeid wordt. Het plan was om in vier jaar alle sportvelden aan te pakken. Per abuis hebben we alleen het eerste jaar meegenomen bij de begroting 2020. Er is nu maar voldoende krediet voor aanpassingen bij een aantal sportvelden. Omdat wel de verwachtingen bij de sportorganisaties zijn gewekt dat de installaties worden vervangen, en we de meerwaarde zien, stellen we voor een aanvullend krediet van € 300.000 beschikbaar te stellen, gespreid over de komende 3 jaar. In totaal zorgt dit voor een totale structurele kapitaallast van € 33.000 per jaar.