Financieel meerjarenperspectief

Budgetten per programma

Budgetten per programma

Terug naar navigatie - Budgetten per programma

In bijgaand overzicht treft u de budgetten per begrotingsprogramma aan op basis van bestaand beleid. Het nieuw beleid dat we u voorstellen is nog niet financieel in de begroting verwerkt. Deze wordt na besluitvorming als begrotingswijziging in de begroting verwerkt. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Per jaarschijf kunt u het resultaat voor en na bestemming aflezen. In de bijlage ‘Overzicht reserves en voorzieningen 2021-2026’ vindt u een gespecificeerd meerjarenoverzicht per reserve en per voorziening. Het totaaloverzicht Programmabegroting 2023-2026 geeft, in het kader van de dualisering, het autorisatieniveau van de raad aan. Dit gebeurt namelijk op programmaniveau. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Dit is dus ook het niveau waarop u wordt geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het nieuwe beleid. De documenten voor de planning- en controlcyclus worden op dit niveau afgestemd.

Noodzakelijke mutaties op programmaniveau in de loop van het begrotingsjaar leggen wij door middel van een begrotingswijzing aan u voor. 

x € 1.000
Programmabegroting Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Resultaat voor bestemming
Lasten programma´s
1. Sociale Domein -35.289 -36.482 -35.529 -35.277 -35.069 -34.960
2. Welzijn & educatie -1.383 -1.244 -1.016 -1.040 -1.016 -1.040
3. Ruimtelijke & economische ontwikk. -10.217 -15.261 -9.339 -9.064 -8.703 -8.674
5. Openbare orde en veiligheid -2.122 -2.214 -2.375 -2.392 -2.410 -2.410
6. Bestuur & Dienstverlening -15.343 -15.153 -15.599 -15.569 -15.503 -15.577
Totaal Lasten -64.354 -70.355 -63.859 -63.342 -62.700 -62.661
Baten programma´s
1. Sociale Domein 11.498 10.792 9.740 9.725 9.892 9.997
2. Welzijn & educatie 48 46 46 46 46 46
3. Ruimtelijke & economische ontwikk. 8.008 12.984 7.870 7.613 7.315 7.313
5. Openbare orde en veiligheid - - - - - -
6. Bestuur & Dienstverlening 1.318 1.194 1.219 1.226 1.251 1.321
Totaal Baten 20.872 25.017 18.875 18.611 18.505 18.677
Totaal programma´s -43.482 -45.338 -44.984 -44.730 -44.196 -43.984
Lasten algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering - - - - - -
Deelnemingen -1 -1 -1 -1 -1 -1
Lokale heffingen -82 -50 -51 -51 -51 -51
Saldo financieringsfunctie -48 64 53 79 119 177
Onvoorzien - -1 -1 -1 -1 -1
Overige algemene dekkingsmiddelen - -2.499 -163 23 609 609
Totaal lasten algemene dekkingsmiddelen -131 -2.487 -162 50 676 734
Baten algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering 49.239 51.805 55.276 56.128 56.424 51.724
Deelnemingen 152 51 51 51 51 51
Lokale heffingen 5.366 3.189 3.292 3.293 3.293 3.293
Saldo financieringsfunctie 75 20 13 8 6 6
Onvoorzien - - - - - -
Overige algemene dekkingsmiddelen 7 9 9 9 9 9
Totaal baten algemene dekkingsmiddelen 54.839 55.074 58.641 59.489 59.784 55.083
Totaal algemene dekkingsmiddelen 54.708 52.587 58.479 59.539 60.459 55.817
Totaal lasten overhead -11.989 -12.626 -13.643 -13.264 -12.812 -12.950
Totaal baten overhead 2.627 2.370 2.532 2.532 2.532 2.532
Totaal overhead -9.362 -10.256 -11.111 -10.732 -10.280 -10.418
Totaal lasten vennootschapsbelasting 4 - - - - -
Totaal baten vennootschapsbelasting - - - - - -
Totaal vennootschapsbelasting 4 - - - - -
Resultaat voor bestemming 1.868 -3.007 2.384 4.077 5.984 1.415
Mutaties reserves
Toevoegingen -3.745 -1.968 -214 -127 0 -9
Onttrekkingen 5.916 5.933 645 368 322 322
Mutaties reserves 2.171 3.965 431 241 321 312
Resultaat na bestemming 4.039 958 2.816 4.318 6.305 1.728

Financiële positie

Financiële positie

Terug naar navigatie - Financiële positie

Voor het beoordelen van de financiële positie is het van belang inzicht te hebben in het gemeentelijke financiële beleid, de mogelijke (financiële) risico’s en het (eigen) vermogen van de gemeente. De punten, voor het beoordelen van de financiële positie, zijn nader toegelicht in de volgende zes onderdelen:

  1. De budgettaire positie in 2023 tot en met 2026
  2. Het weerstandsvermogen
  3. De beheersplannen
  4. De grondexploitatie
  5. De belastingcapaciteit
  6. De reserves en voorzieningen
  7. Investeringen

 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting
  • Het begrotingsperspectief vanaf 2023 is positief. We doen u voorstellen voor nieuw beleid.
  • De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 2,587 miljoen. Het beschikbare weerstandsvermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) is voldoende om risico’s af te dekken.
  • Het Rijk schrijft een vijftal financiële kengetallen voor, die verplicht zijn opgenomen in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’. Op basis van deze kengetallen kunnen we concluderen dat de financiële positie van onze gemeente goed is te noemen. 
  • Het niveau van het onderhoud kapitaalgoederen is gebaseerd op actuele onderhoudsplannen en is afgestemd op het gewenste onderhoudsniveau. 
  • In de Algemene reserve grondexploitatie is een bedrag opgenomen voor mogelijke risico’s. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie, is het op peil houden van deze reserve van belang.
  • Belastingdruk: Belastingen verhogen we daar waar nodig trendmatig. Bij de bestemmingsheffingen, zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing is het uitgangspunt volledige kostendekking. De opbrengsten leges zijn niet hoger dan de kosten. De inwoner betaalt gemiddeld niet meer dan de kostprijs voor het afnemen van deze gemeentelijke producten en diensten. 
  • De onroerendezaakbelastingen, forensenbelasting en de toeristenbelasting zijn algemene belastingen. Ze hebben het karakter van een algemeen dekkingsmiddel en vloeien als zodanig in de algemene middelen van de gemeente. 
  • Onze reservepositie is op dit moment toereikend voor het realiseren van de doelen waarvoor de reserves zijn gevormd. Voor diverse risico’s hebben we voorzieningen gevormd.

Voor u is het van belang vast te stellen in hoeverre meerjarig voldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van de taken waarvoor de gemeente zich moet inzetten en voor het continueren van de bedrijfsvoering. Daarbij is het van belang inzicht te hebben in het vermogen van de gemeente en inzicht in de mogelijke risico’s die kunnen worden gelopen. Dit houdt in dat:

  • In de begroting alle lasten en baten zijn geraamd op basis van het bestaand beleid.
  • De mogelijke risico’s zijn aangegeven.
  • De meerjarenbegroting een reëel beeld geeft van de financiële positie op middellange termijn.

1. Budgettaire positie in 2023-2026

Terug naar navigatie - 1. Budgettaire positie in 2023-2026

In de begroting geven we per programma aan wat de kaders zijn voor het bestaande beleid. De baten en lasten ramen we op basis van de begroting van het voorgaande jaar inclusief de inmiddels vastgestelde begrotingswijzigingen. Hierbij houden wij rekening met de door de raad vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast wijken we, als blijkt dat externe factoren hiervoor aanleiding geven, in voorkomende gevallen af van het door de raad vastgestelde percentage voor prijsstijgingen en dergelijke. Zoals ook in de kaderbrief 2023 en de meicirculaire 2022 aangegeven indexeren we niet automatisch alle budgetten. De verwachting was dat we dat in deze begroting, gezien de huidige situatie, niet meer gestand konden houden. In de brief over de meicirculaire was in het financieel perspectief hier al rekening mee gehouden. In de begroting hebben we een aantal budgetten inderdaad moeten verhogen (met meer dan het vastgestelde indexatiepercentage). Het gaat dan om bijvoorbeeld budgetten voor onderhoud en energie. 

Het begrotingsperspectief 2023-2026 is voor alle jaren positief. In de jaren 2023-2025 zien we een behoorlijk financieel perspectief die vanaf 2026 afneemt. In de begroting is voor de jaren 2023-2026 in totaal € 0,326 miljoen aan incidentele lasten en €0,326 miljoen (onttrekkingen aan reserves) aan incidentele baten geraamd. In de bijlage 'Overzicht incidentele baten en lasten' vindt u een specificatie. Daarnaast doen we u een voorstel voor nieuw beleid (voornamelijk een vertaling vanuit het collegeakkoord). 

2. Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - 2. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is het vermogen om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit in gevaar komt. De weerstandscapaciteit bestaat uit de potentieel in te zetten middelen om de tegenvallers op te vangen. In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’ wordt hierop uitgebreid ingegaan. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt 1 januari 2023 € 20,514 miljoen.

Dit bedrag kan als volgt gespecificeerd worden:

  • Algemene reserve € 19,792 miljoen (exclusief bodembedrag van € 3 miljoen).
  • Bestemmingsreserves € 0,722 miljoen (exclusief reserve Sociaal Domein, Kapitaalreserve en de Algemene reserve grondexploitatie).


De benodigde weerstandscapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 2,587 miljoen. De huidige aanwezige weerstandscapaciteit is van voldoende niveau (omvang). De mogelijke risico’s zijn beheersbaar te noemen. Op het moment dat een risico zich voordoet, is er voldoende weerstandscapaciteit om het risico op te kunnen vangen.

3. Beheersplannen: onderhoud van kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - 3. Beheersplannen: onderhoud van kapitaalgoederen

Voor elk kapitaalgoed is een (actueel) beleidsplan aanwezig. In de meerjarenbegroting zijn de budgetten opgenomen die afgestemd zijn op het gewenste onderhoudsniveau. Verder zijn, daar waar noodzakelijk, vervangingsinvesteringen opgenomen. In de paragraaf ‘Onderhoud kapitaalgoederen’ wordt per kapitaalgoed kort ingegaan op het beleidskader en de financiële gevolgen in de begroting.

Jaarlijks worden bij de behandeling van de jaarrekening de reserves en voorzieningen geactualiseerd. De meerjarige onderhoudsbehoefte van de kapitaalgoederen is in beeld. De omvang van de reserves en voorzieningen is afgestemd op de meerjarige onderhoudsbehoefte. Ten aanzien van de overige kapitaalgoederen hebben we hiervoor gelden gereserveerd in de begroting. In het vierde kwartaal 2022 worden de onderhoudsplannen voor alle sport- en welzijnsaccommodaties vernieuwd. De uitkomsten worden verwerkt in de jaarrekening 2022. Waarschijnlijk betekent dit een extra dotatie aan de voorzieningen. 

4. Grondexploitatie

Terug naar navigatie - 4. Grondexploitatie

De grondexploitatie is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld (zie paragraaf ‘7 Grondbeleid’).

Bij de ontwikkeling van ruimtelijke projecten is het uitgangspunt minimaal een sluitende exploitatie. In bepaalde gevallen, zoals bv. bij bedrijfsterreinen en inbreidingslocaties, wordt een niet sluitende exploitatie geaccepteerd. Wel wordt in deze gevallen getracht om met maatregelen binnen het plan tot dekking van de kosten te komen. Ook in andere gevallen is het uitgangspunt dat er dekking van het tekort moet zijn voordat de exploitatie kan worden vastgesteld. U stelt de exploitatieopzet vast. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie. Dit saldo is verwerkt in een reserve: de Algemene reserve grondexploitatie. De stand van de reserve is per 1-1-2022 € 1,007 miljoen. Naast een bedrag van € 0,426 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar.

Bij de bepaling van de omvang van deze reserve wordt een minimumniveau aangehouden. Besloten is de hoogte van de reserve te baseren op een bedrag voor mogelijke risico’s en een bedrag voor grondaankopen. Dit niveau wordt bij de jaarlijkse actualisatie van de reserves en voorzieningen bijgesteld.

5. De (onbenutte) Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - 5. De (onbenutte) Belastingcapaciteit

In deze begroting is de opbrengst van OZB geïndexeerd met 2,4%.

In overeenstemming met de uitgangspunten hebben we bij de berekening van een aantal tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten rekening gehouden met een indexatie van 2,4%. Voor de afvalstoffenheffing is kostendekking het uitgangspunt, waarbij de reserve Lastenverlichting ingezet wordt om de tarieven te egaliseren. Het doel is het vaste tarief afvalstoffenheffing per perceel de komende jaren op een laag niveau te houden, en zo mogelijk in te zetten om de VANG-doelstellingen te realiseren. De reserve lastenverlichting is niet meer toereikend. In december 2020 heeft de raad besloten tot een groeiscenario naar 100 procent kostendekkendheid voor het product afval. U heeft bij de heroverweging 2022 en bij de begroting 2020 (Samen Waarmaken) besloten om meer lasten toe te rekenen aan afval.

Ook voor de rioolheffing geldt het uitgangspunt van 100% kostendekking. U heeft bij de begroting 2020 (Samen Waarmaken) besloten vanaf 2020 meer lasten toe te rekenen aan de rioolheffing. In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. 

Uit het kengetal belastingcapaciteit kan afgeleid worden dat de woonlastendruk van Ooststellingwerf lager is dan het landelijk gemiddelde. De gemiddelde woonlasten (ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde.

6. Reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - 6. Reserves en voorzieningen

Jaarlijks worden de reserves en voorzieningen geactualiseerd bij het opmaken van de jaarstukken. De actualisatie is opgesteld op basis van uitgangspunten die door ons in januari 2008 zijn vastgesteld.

Onze reservepositie is gezond en is toereikend voor het realiseren van de doelen waarvoor de (bestemmings)reserves zijn gevormd. Voor diverse risico’s hebben we voorzieningen gevormd. De uitkomsten van de actualisatie 2021-2026 (Jaarstukken 2021) zijn in deze programmabegroting meegenomen. De jaarlijkse actualisatie levert een goed inzicht in de samenhang tussen de exploitatie enerzijds en de reserves en voorzieningen anderzijds. Het verschil tussen het resultaat voor en na bestemming op begrotingsbasis (primitief) laat een daling zien. Uiteindelijk is het belangrijk dat de omvang van de reservepositie die aangehouden wordt past bij de risico’s, schaalgrootte en ambitieniveau van de gemeente.

Incidenteel kan een reserve aangewend worden voor incidentele uitgaven ofwel om een tekort van een jaarschijf tijdelijk te dekken. Er wordt op de algemene reserve een meerjarig beslag (2023–2026) gelegd van in totaal € 0,317 miljoen. Rekening houdende met het bodembedrag van € 3 miljoen, de benodigde weerstandscapaciteit van €2,587 miljoen, en het meerjarig beslag 2023–2026 van € 0,317 miljoen, is een bedrag van € 16,888 miljoen vrij aanwendbaar.

Uit de kapitaalreserve vindt een structurele onttrekking van € 319.000 plaats als dekking voor kapitaallasten van diverse investeringen. 

 

x € 1.000
Minimale niveau Algemene reserve Begroting
2023
Bodembedrag 3.000
Benodigde weerstandscapaciteit 2.587
Meerjarig beslag 2023-2026 317
Minimale niveau algemene reserve 5.904
Algemene reserve per ultimo 2022 22.792
Vrij aanwendbaar 16.888

Overzicht reserves en voorzieningen

Terug naar navigatie - Overzicht reserves en voorzieningen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de reserves en voorzieningen 2021-2026. In de bijlage vindt u een gespecificeerd meerjarenoverzicht per reserve en voorziening.

 

x € 1.000
Reserves en voorzieningen Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo
ultimo ultimo ultimo ultimo ultimo ultimo
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Reserves
Algemene reserve 22.739 22.792 22.508 22.475 22.475 22.475
Bestemmingsreserves 7.166 6.557 6.409 6.202 5.880 5.568
Totaal Reserves 29.905 29.349 28.918 28.676 28.355 28.043
Voorzieningen
Voorz. Verplichtingen, verliezen en risico's (art 44. 1a) 475 475 475 475 475 475
Voorziening bestaande risico's (art 44. 1b) 606 606 606 606 606 606
Voorz.tbv gelijkm. verd.lst (art 44. 1c) 1.703 1.569 1.469 1.067 763 664
Voorz. Van derden verkregen middelen (art 44. 2) 5.628 4.604 4.305 4.019 4.134 3.650
Voorz.arb.kst gerel.verpl. ongel.verl. 3.203 3.178 3.153 3.128 3.103 3.078
Totaal Voorzieningen 11.615 10.432 10.008 9.295 9.082 8.472
Totaal 41.520 39.781 38.926 37.972 37.437 36.515

7. Investeringen

Terug naar navigatie - 7. Investeringen

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van lopende investeringen in het jaar 2023. Dit betekent investeringen die doorlopen in 2023 en geplande investeringen 2023.

x € 1.000
Omschrijving Totale investering Reeds beschikbaar gesteld Reeds geïnvesteerd tm 2021 Investering 2023
Investeringen met een economisch nut
Aanschaf inventaris 2023 227 227 227
Beregeningsinstallatie vanaf 2021 340 340 116 224
Houtversnipperaar 100 100 100
Verv. Auto garage 32 32 32
Vervanging trekker 95 95 95
Aanbouwwerktuig/klepelbak 75 75 75
Maaimachine 65 65 65
Vrachtauto 190 190 190
Verv. Trekker incl.maaier 70 70 70
Houtversnipperaar 26 26 26
Bedrijfswagen 27 27 27
Transporter 123 123 123
Investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding v.d kosten een heffing kan worden geheven
Vrijverval riolering 650 650 650
Investeringen in de openbare ruimte maatschappelijk nut
Verkeersplan Donkerbroek 350 350 350
Kleedaccommodaties SV Oosterwolde 212 212 212
Veldaccommodaties SV Haulerwijk 1.800 1.800 1.800
Huisvesting buitendienst 4.333 4.333 4.333