Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen



De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot en met 2021 werden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar per 2022 gebeurt dit op basis van de gebruiksoppervlakte van een woning (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk waren er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten de woningen te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, het CBS, de burgers etc. Door de overgang op de gebruiksoppervlakte bij woningen zijn er ook geen problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. 

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Aangezien de WOZ de overgang naar de gebruiksoppervlakten van de woningen heeft gerealiseerd volgt nu de afstemming met de oppervlakten in de BAG. De BAG/WOZ koppeling speelt hierbij een belangrijke rol als het gaat om de onderlinge afstemming. Deze afstemming tussen basisregistraties is het begin van de Samenhangende objectenregistratie (SOR).   

Het ministerie van BZK is gestart met Doorontwikkeling in Samenhang van de GEO-basisregistraties (DisGeo). Doelstelling daarvan is om meer samenhang te creëren in de Geo informatie Infrastructuur. Onderdeel is de doorontwikkeling van enkele bestaande geo-basisregistraties tot een Samenhangende Objectenregistratie. Dit betreft een objectenregistratie met daarin basisgegevens van objecten in de fysieke werkelijkheid zoals o.a. gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, bomen, terreindelen en gemeentegrenzen. Er wordt nu gewerkt door het Ministerie aan een roadmap voor de vervolgstappen. Het betreft een intensief traject en zal de komende jaren verder ingevuld worden. De BAG, BGT en de WOZ gaan onderdeel uitmaken van de SOR. Ook zijn er belangrijke raakvlakken met de basisregistratie topografie (BRT) en het Nationaal Wegenbestand.

 

Afvalstoffenheffing
Diftar+ is ingegaan per 1 januari 2019. Dit heeft alles te maken met de VANG doelstelling opgelegd vanuit het Rijk. Deze doelstelling betekent een afname van het aantal kg's per inwoner per jaar. De VANG doelstelling 2020 (100 kg te verbranden restafval / per inwoner) is nog niet gehaald. Covid-19 en de daarvoor gestelde RIVM maatregelen zijn daar oorzaken van. Het (Rijks) Uitvoeringsprogramma VANG-HHA richt zich de komende tijd op een kwalitatief betere scheiding van het huishoudelijk afval.

 

Omgevingswet
De Omgevingswet (beoogde inwerkingtredingdatum januari 2023) bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. 

Bij de implementatie van de Omgevingswet werkt het team BVI nauw samen met andere vakafdelingen. BVI draagt zorg voor de actualiteit, betrouwbaarheid en compleetheid van de gegevens in de basisregistraties BAG en BGT en stelt overige ruimtelijke Geo data beschikbaar die via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt ontsloten. Daarnaast leveren de Adviseur Geo-informatie en de Gis-medewerker ieder vanuit hun een eigen rol een bijdrage in de projectgroep 'pilot Omgevingsplan gemeente Ooststellingwerf' en 'OWO Uitvoeringsprogramma Omgevingswet 2021-2024'.

Legesverordening
Er komt pas in de loop van Q4 2022 duidelijkheid over de invoeringsdatum van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Indien de wetgeving per 2023 wijzigt dient de legesverordening aangepast te worden om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving. Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om gelijktijdig met de wetswijziging in te zetten op harmonisatie van de legesverordeningen binnen de OWO gemeenten. Indien de wetgeving per 2023 niet wijzigt wordt de bestaande legesverordening waar nodig geactualiseerd. Vanwege de late besluitvorming omtrent de invoeringsdatum worden beide varianten voorbereid. 

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen. Dit kunnen gemeenten gebruiken bij hun keuzes over de ontwikkeling van de lokale lasten. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

WOZ
De WOZ waarden voor woningen worden vanaf 1 januari 2022 gebaseerd op de gebruiksoppervlakte van de woning, t/m 2021 was dat de inhoud. De Waarderingskamer heeft dit besloten. Aangezien er landelijk verschillen zijn in methodiek heeft de Waarderingskamer besloten dat alle gemeenten hun woningbestanden moeten omzetten van inhoud naar oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, CBS etc. De afnemers gaan allemaal over op de gebruiksoppervlakte waardoor het niet overgaan op de oppervlakte problemen gaat geven bij de verplichte uitleveringen naar de afnemers. Afgelopen drie jaar is het woningbestand omgezet van inhoud naar oppervlakten. 

Rioolheffing
In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020-2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024.

Leges
De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een paar keer uitgesteld, maar staat vooralsnog gepland op 1 januari 2023. Hier komt pas in de loop van Q4 2022 duidelijkheid over. Gelijktijdig met het invoeren van de wet, moet ook de legesverordening worden aangepast om aan te sluiten op de nieuwe wetgeving. Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om zowel beleidsinhoudelijk als qua financiën (zoveel mogelijk) in te zetten op harmonisatie binnen de OWO gemeenten. Voor de bouwactiviteiten wijzigt er door de Wkb veel doordat voor bouwwerken in gevolgklasse I de vergunningsplicht voor het bouwtechnische deel vervalt en er daardoor ook legesinkomsten wegvallen. Tot op heden zitten er aanzienlijk verschillen in activiteiten en tarieven tussen de legesverordeningen van de OWO gemeenten, die door de afdeling OWO-VTH worden uitgevoerd (omgevingsvergunningen en APV-gerelateerde onderwerpen). Indien de wetgeving per 2023 wijzigt, vindt besluitvorming omtrent een nieuwe geharmoniseerde legesverordening plaats bij het vaststellen van de legesverordeningen in december 2022. De onzekerheid omtrent de invoeringsdatum van de wetgeving, de nog te maken keuzes en onduidelijkheid omtrent de invulling van nieuwe taken maken het erg lastig om de legesopbrengsten voor de komende jaren te begroten. We hebben dit ook als risico benoemd in paragraaf 2 weerstandsvermogen en risicobeheersing.  

Toeristenbelasting
U heeft bij de programmabegroting 2020-2024 ingestemd met een verhoging van de toeristenbelasting naar € 1,40 per persoon per nacht in 2021. Vanaf 2022 bedraagt de toeristenbelasting € 1,50 per persoon per nacht. Aanvullend heeft u op 30 maart 2021 besloten dat er een afwijkend tarief geldt van € 1,10 per persoon per nacht voor kampeerboerderijen met tenminste 50 slaapplaatsen en voor kampeermiddelen op kampeerterreinen. Vanaf 2020 geldt voor kinderen tot en met de leeftijd van 4 jaren een vrijstelling voor de heffing toeristenbelasting.

We zijn bezig met een onderzoek naar de forfaitaire berekening van standplaatsen op campings. Mogelijk leidt dit tot een voorstel voor wijziging van de verordening toeristenbelasting. 

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). De belasting van caravans of chalets met een standplaats voor meerdere jaren wordt naar een vast bedrag geheven. Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting vanaf 2020 tot en met 2023 jaarlijks te verhogen met € 15.000. 

Reclamebelasting en de Bedrijven Investeringszone (BIZ)

  • Reclamebelasting: Met de invoering van de BIZ (Bedrijven Investeringszone) is deze belasting komen te vervallen.
  • BIZ (Bedrijven Investeringszone): Op 20 oktober 2021 heeft u ingestemd met de verordening Bedrijveninvesteringszone Oosterwolde Centrum 2021 (BIZ). De opbrengsten van de BIZ worden als subsidie uitgekeerd aan de stichting BIZO. Met de stichting is een uitvoeringsovereenkomst gesloten waarin de activiteiten zijn opgenomen die zij met de subsidie gaan verwezenlijken.

 

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Met ingang van 2021 wordt het vastrecht vermeld op de belastingaanslag met daarbij het aantal ledigingen over het hele voorafgaande jaar.    

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde, geautomatiseerde toets vooraf (via het Inlichtingenbureau) om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing. Het aantal aanvragen in 2022 is toegenomen door de lastenstijging en de verhoogde energielasten. We gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om per belasting/heffing het kwijtscheldingsbeleid te verruimen.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
lokale heffingen 10.593 9.030 9.494 9.467 9.505 9.505
leges 1.012 842 853 860 885 955
Totaal 11.605 9.872 10.347 10.327 10.391 10.460

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
3.1 Thema Economische ontwikk.
Toeristenbelasting 358 319 319 319 319 319
Bedrijven investeringszone - 66 66 66 66 66
3.3 Thema Milieu
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.444 2.630 2.923 2.896 2.933 2.933
Rioolheffing (gecombineerd) 2.556 2.826 2.894 2.893 2.894 2.894
6.3 Thema Financiën
Forensenbelasting 100 122 137 137 137 137
Precariobelasting 2.128 - - - - -
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.757 2.811 2.891 2.891 2.891 2.891
Onroerende zaakbelasting gebruikers 250 256 265 266 266 266
Totaal Lokale heffingen 10.593 9.030 9.494 9.467 9.505 9.505

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 52 27 27 27 27 27
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 41 30 30 30 30 30
6.2 Thema Dienstverlening
Omgevingsvergunningen, baten 633 500 500 400 400 400
Burgerlijke stand / huwelijk 11 13 13 13 13 13
Burgerzakenleges 265 252 268 376 401 470
Overige leges 7 15 15 15 15 15
6.3 Thema Financiën
IP Bedrijfsvoering algemeen 4 - - - - -
1.1 Thema Meedoen
Overige voorzieningen WMO materieel - 5 - - - -
Totaal leges 1.012 842 853 860 885 955

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (61%) en van de binnendienst (80%). Een deel van de opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. Hieruit blijkt dat per titel van de algemene legesverordening de heffingen onder de 100% kostendekkendheid blijven. Kostendekkendheid bij leges burgerzaken (titel 1) is niet haalbaar, kostendekkendheid bij leges omgevingsvergunningen (titel 2) fluctueert afhankelijk van de omvang van de bouwactiviteiten en de lage kostendekkendheid bij APV gerelateerde onderwerpen (titel 3) is een politieke keuze. Bij de netto lasten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de dienstverlening. Bij directe kosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met bijvoorbeeld de afdracht aan het Rijk voor rijbewijzen en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. We hanteren een opslag van 80% voor overhead over de directe loonkosten. De totale kostendekkendheid van de Algemene Legesverordening komt uit op 66%.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead op salarislasten bij taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 2.155 3.015
Baten -25 -644
Netto lasten taakveld 2.130 2.371
Toe te rekenen lasten
Overhead 320 134
Kwijtschelding 51 90
Rente -1
Dubieuze debiteuren 7 10
Slootonderhoud en straatreiniging 112
BTW 274 318
Totaal toe te rekenen lasten 764 551
Totale lasten 2.894 2.922
Opbrengst heffingen -2.894 -2.922
Dekkingspercentage 100% 100%

 

 

x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting titel 1 Algemene dienstverlening Begroting titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunningen Begroting titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal
Lasten
Lasten 333 448 33 814
Baten 0 0 0
Netto lasten 333 448 33 814
Toe te rekenen lasten
Overhead 171 279 19 469
Totaal toe te rekenen lasten 171 279 19 469
Totale lasten 504 727 52 1.283
Opbrengst heffingen -308 -530 -15 -853
Dekkingspercentage 61% 73% 29% 66%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 1 januari 2023 € 20,514 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 19,792 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 0,722 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 6,557 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Sociaal Domein € 0,154 miljoen, de reserve Kapitaallasten € 2,432 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 3,249 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 2,587 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is ruim voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 23,605 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en WWB. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Onder de tabel met risico’s staat een aparte toelichting hierover. Het risico in het kader van de WWB nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit (risico nummer 1).

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

 

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

 

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg)
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening)
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits)
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).


Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Jaarstukken 2021 € 400.000 lager.  Het verschil kan als volgt worden verklaard:

  • Risico 1c 'Rijksmiddel jeugd structureel geraamd' is aangepast (+ € 132.000)
  • Risico 7 'herverdeling gemeentefonds' is reeds meegenomen in de begroting  (- € 584.000)
  • Het risicobedrag van Bijstelling van de algemene uitkering is iets toegenomen (+ €60.000) 

 

Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1 Risico: vangnet-uitkering wordt niet toegekend - - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Voor 2023 is dit risico nihil omdat we verwachten dat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
2 Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 177.503
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. In de begroting is al rekening gehouden met een tekort van 3,2%. Het risico gaat over het resterende mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
3 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 978.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. In augustus 2022 is bekend geworden dat we de verwachte jeugdmiddelen vanaf 2024 voor 100% mogen ramen. Dit was 75%. Daarnaast is in het regeerakkoord een besparing van € 500 miljoen afgesproken op de jeugdzorg. Het rijk is verantwoordelijk voor de invoering. In de gemeentelijke begroting kunnen we dan een lagere raming opnemen voor de uitgaven. Dat hebben we in deze begroting verwerkt. Omdat nog steeds niet zeker is of we de 100% vergoeding structureel mogen ramen, nemen we een risico op. Het bedrag dat we in 2024 hebben opgenomen is € 1.856,000 aan baten en 100.000 aan lagere lasten. Het totale risico komt daarmee op € 1.956.000.
Beheersmaatregel: nb
4 Risico: extra lasten door toename jongeren met zorgbehoefte obv invoering woonplaatsbeginsel. 5 - PM
Toelichting risico: Per 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugdwet van kracht. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Dit moet leiden tot meer duidelijkheid en lagere uitvoeringslasten. Daarnaast sluit het nieuwe woonplaatsbeginsel beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet. De oorspronkelijke gemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie.
Beheersmaatregel: De financiele gevolgen hiervan zijn nog niet exact bekend, maar op basis van de eerste ervaringen lijkt het financiele gevolg voor onze gemeente mee te vallen. Vooralsnog punt als PM aangemerkt.
5 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 5 € 552.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
6 Risico: extra lasten door invoering WMO abonnementstarief 3 - PM
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp. Toch weigert het kabinet gemeenten volledig te compenseren voor de extra kosten. Gemeenten moeten volledig worden gecompenseerd voor de effecten van de invoering van het abonnementstarief. Niet volledig compenseren zal er aan bijdragen dat gemeenten, gezien de grote tekorten in het sociaal domein, verder moeten bezuinigingen en zij de Wmo niet kunnen blijven uitvoeren zoals beoogd.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'. De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
7 Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restandschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
8 Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 komt het 'meetekenen' met nieuwe leningen te vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
9 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
10 Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
11 Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. Naar verwachting zal per 2022 de leegstand grotendeels zijn opgevuld. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand wat gedeeltelijk is opgevuld door het inhuizen van kinderopvang. Desondanks is de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Haulerwijk. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt. MFA Oosterwolde Zuid heeft ook een normatief overschot aan bruto vloeroppervlak wat een aantal is gebruik door één van de vaste gebruikers, maar dat houdt in 2022 op. Ook de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid is niet meer in staat de accommodatie kostendekkend te exploiteren. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt.
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden vervangen door de Omgevingsvisie.
12 Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 83.029
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
13 Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
14 Risico: invoering omgevingswet 5 3 PM
Toelichting risico: Invoering van de Omgevingswet brengt (veel) onzekerheden met zich mee aangaande de implementatie hiervan. Dit kan leiden tot aanvullende investeringen om kosten te dekken. Risico: het vast te stellen krediet blijkt onvoldoende, er is aanvullend krediet nodig.
Beheersmaatregel: implementatie wordt jaarlijks gemonitord. Indien de verwachting is dat een aanvulling nodig is zal de raad hierover worden geïnformeerd en of een aanvullend krediet worden aangevraagd.
15 Risico: SPUK 3 2 PM
Toelichting risico: In 2019 is de SPUK regeling in werking getreden waarbij middels een jaarlijkse SiSa verantwoording van BTW plaatsvindt. Dit bedrag is gemaximeerd waardoor het risico aanwezig is dat de daadwerkelijke vaststelling lager kan zijn dan de aanvraag. Daarnaast vindt er overleg met de belastingdienst plaats voor verrekening van BTW voor een aantal afspraken met derden. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.
16 Risico: Fraude 5 3 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aanbod in een separate besrpeking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
17 Verduurzaming gemeentelijk onroerend goed 5 2 PM
Toelichting risico: Er is een sectorale routekaart vastgesteld om invulling te geven aan het landelijke beleid en de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. In de kern gaat het om 49% CO2-redutie in 2030 en 95% CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990. In de themaraad van 8 februari 2022 is dit besproken. Hierin is aangegeven dat de indicatieve investering € 38 miljoen bedraagt en de indicatieve structurele toename van de kapitaallasten tussen de € 1,3 en € 1,6 miljoen bedraagt. Indicatieve kapitaallasten en investering zijn gebaseerd op het verduurzamen van zowel de gebouwen in juridische eigendom gemeente, onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht.
Beheersmaatregel: het onderwerp ligt op tafel en is bij iedereen top-of-mind. Uiteindelijke investering en kapitaallasten zijn afhankelijk van diverse factoren zoals het eventueel slimmer inzetten van accommodaties, verdeling verantwoordelijkheden investering onderwijsgebouwen en gebouwen economisch claimrecht en bijdrages rijksoverheid. Voor de investering in het verduurzamen van (sport)accommodaties zijn geen middelen beschikbaar.
18 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 5 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
19 Risico: Verbonden partijen PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiele impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
20 Risico: OWO bedrijfsvoering PM
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiele impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
21 Risico: afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 581.731
Toelichting risico:Bij de heroverwegingen in 2021 is besloten om miv 2022 de bedrijfsgebouwen ipv 50%, af te schrijven tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
TOTAAL € 2.587.263

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Prijsstijgingen
De subsidies en bijdragen in de begroting zijn, conform de uitgangspunten in de Kaderbrief 2023, verhoogd met 2,4%. Automatische prijscompensatie voor uitbestede werkzaamheden en leveranties passen wij niet toe. Gezien de huidige situatie zijn bijvoorbeeld de onderhoudsbudgetten en de energiebudgetten geïndexeerd met respectievelijk 10% en 50%. De prijzen zullen waarschijnlijk nog meer stijgen, maar we weten niet precies in welke mate. Waar nodig komen we gedurende het jaar via een rapportage bij u terug om budgetten te verhogen. Onze reservepositie is voldoende om dit risico te dekken. 

Omgevingswet
De invoering van de Omgevingswet is een van de grootste wetgevingsoperaties in de Nederlandse geschiedenis. De wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) staat juridisch los van de Omgevingswet, maar wordt naar verwachting gelijktijdig met de Omgevingswet ingevoerd. De invoering van beide wetten is een paar keer uitgesteld, maar staat vooralsnog gepland op 1 januari 2023. Voor de Omgevingswet geldt overgangsrecht. De OWO gemeenten gaan zoveel mogelijk beleidsneutraal over. Politieke keuzes worden de komende jaren verwerkt in het omgevingsplan, dat uiterlijk ultimo 2029 gereed dient te zijn. Wij signaleren o.a. onderstaande aandachtspunten, risico’s en onzekerheden voor de meerjarenbegroting 2023.

  • Er komt pas in de loop van Q4 2022 duidelijkheid omtrent de ingangsdatum van de Omgevingswet en de Wkb. Vanwege deze onzekerheid worden er 2 legesverordeningen voorbereid – een geharmoniseerde legesverordening gebaseerd op de nieuwe wetgeving en een legesverordening gebaseerd op de huidige wetgeving die alleen waar strikt nodig is geactualiseerd.  
  • Voor de bouwactiviteiten wijzigt er door de Wkb veel. Voor bouwwerken in gevolgklasse I – onder andere grondgebonden eengezinswoningen en bedrijfspanden van maximaal twee bouwlagen – vervalt de vergunningsplicht voor het bouwtechnische deel. Voor het bouwtechnische deel geldt een meldingsplicht. Hiervoor mogen geen leges worden geheven. Daar vallen dus legesinkomsten weg.    
  • Uitsluitend voor vergunningen die na invoering van de wetgeving worden ingediend geldt de nieuwe wetgeving. Voor vergunningen die onder de huidige wetgeving zijn ingediend geldt de huidige wetgeving.
  • Er dienen de komende jaren nog diverse politieke keuzes te worden gemaakt inzake het omgevingsplan. Deze keuzes hebben invloed op de legesopbrengsten en de daaraan gerelateerde kosten. 
  • Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgt de FUMO extra taken, omdat er taken overgeheveld worden van de gemeente naar de FUMO (toezicht milieu activiteiten). Daarnaast wordt er bodemtaken uitgevoerd door de FUMO, die nu nog voor rekening komen van provincie en straks voor rekening komen van de gemeente. De gemeenten worden hiervoor niet gecompenseerd. Het ligt voor de hand dat het e.e.a. leidt tot een hogere bijdrage aan de FUMO. Bij de begroting 2023 van de FUMO is dit nog niet verwerkt, omdat er onduidelijkheid is omtrent de ingangsdatum van de Omgevingswet en de financiële consequenties. De FUMO heeft in haar begroting wel aangegeven dat een begrotingswijziging waarschijnlijk is indien de Omgevingswet in 2023 in werking treedt
  • Tot op heden zitten er aanzienlijke verschillen in activiteiten en tarieven tussen de legesverordeningen van de OWO gemeenten, die door de afdeling OWO-VTH worden uitgevoerd (Omgevingsvergunningen en APV-gerelateerde onderwerpen). Bestuurlijk is de ambitie uitgesproken om gelijktijdig met de invoering van de nieuwe wetgeving zowel beleidsinhoudelijk als qua financiën (zoveel mogelijk) in te zetten op harmonisatie binnen de OWO gemeenten. Indien de nieuwe wetgeving per 2023 in gaat vindt besluitvorming omtrent een nieuwe geharmoniseerde legesverordening plaats bij het vaststellen van de legesverordeningen in december 2022. 
  • We verwachten de eerste jaren geen formatiereductie vanwege de reeds bestaande krappe personeelsbezetting bij VTH en RO, aanloopproblemen, overbruggingsperiode met huidige en nieuwe wetgeving, onduidelijkheid over de invulling van nieuwe taken en benodigde extra capaciteit voor verdere implementatie van de nieuwe wetgeving en de bijbehorende nieuwe Applicaties.


In de begroting 2023 is beperkt rekening gehouden met de impact van de Omgevingswet en Wkb door lagere legesopbrengsten omgevingsvergunningen te begroten dan de afgelopen jaren gemiddeld zijn gerealiseerd. Overige consequenties zijn vanwege onzekerheid/onduidelijkheid niet verwerkt. Waar nodig en mogelijk wordt de begroting in 2023 via de reguliere P&C cyclus bijgesteld.

 

Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen en geprognosticeerde balans

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. Er is ook een geprognosticeerde balans opgenomen in de begroting. De kengetallen komen voort uit deze balans. Het voorgestelde nieuw beleid is in de berekening van deze kengetallen niet opgenomen. 

Kengetallen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Netto schuldquote 30% 47% 38% 37% 26% 20%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 24% 42% 32% 32% 21% 15%
Solvabiliteitsratio 41% 32% 38% 40% 49% 54%
Structurele exploitatieruimte 4% 2% 4% 6% 8% 2%
Grondexploitatie 3% 6% 0% 0% -1% -1%
Belastingcapaciteit 90% 87% 84% 84% 84% 84%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) 1.388 4.928 -81 9.055 5.673 2.940

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit in 2023 gemiddeld is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.


Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 0% ligt ruim onder de signaleringswaarde van 20% en geeft aan dat het risico voor ons niet hoog is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 84% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2023 is negatief.

Geprognosticeerde balans
De geprognosticeerde balans biedt inzicht op hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente voor de komende jaren. De balans is opgesteld op basis van bestaand beleid.

x € 1.000
Activa 31-dec-21 31-dec-22 31-dec-23 31-dec-24 32 dec 2025 31-dec-26
Vaste Activa
Immateriele Vaste Activa 1.431 4.113 3.996 3.879 3.761 3.644
Materiele Vaste activa 59.845 63.222 64.786 59.360 59.522 57.443
Financiele vaste activa 9.775 6.323 6.228 4.331 4.252 4.173
Totaal Vaste activa 71.051 73.658 75.010 67.570 67.535 65.260
Vlottende activa
Voorraden 2.415 -19 -294 -442 -389 -327
Vordering 7.053 4.406 4.406 4.406 4.406 4.406
Liquide middelen 457 476 457 1.284 4.895 4.190
Overlopende activa 2.284 1.530 2.284 2.284 2.284 2.284
Totaal Vlottende activa 12.209 6.393 6.853 7.532 11.196 10.553
Totaal Activa 83.260 80.051 81.863 75.102 78.731 75.813
Passiva 31-dec-21 31-dec-22 31-dec-23 31-dec-24 32 dec 2025 31-dec-26
Vaste passiva
Eigen vermogen 33.942 30.307 32.691 36.768 42.752 44.167
Voorzieningen 11.010 11.302 10.008 9.295 9.082 8.472
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 30.107 26.537 25.167 21.294 16.220 12.718
Totaal Vaste passiva 75.059 68.146 67.866 67.357 68.054 65.357
Vlottende passiva
Vaste schulden met een rentetypische looptijd tot 1 jaar of korter 2.562 4.861 6.953 701 3.633 3.412
Overlopende passiva 5.639 7.044 7.044 7.044 7.044 7.044
Totaal Vlottende passiva 8.201 11.905 13.997 7.745 10.677 10.456
Totaal Passiva 83.260 80.051 81.863 75.102 78.731 75.813

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties

.

x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Begroting Begroting MJB MJB MJB
2021 2022 2023 2024 2025 2026
1. Samenleven
Welzijn- en sportaccommodaties -1.093 -1.155 -1.249 -1.256 -1.256 -1.255
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs -1.335 -1.198 -970 -993 -970 -993
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Bruggen en oevervoorzieningen -245 -63 -69 -69 -69 -69
Openbaar Groen -636 -765 -734 -760 -664 -665
Rioleringen -1.647 -1.601 -1.661 -1.661 -1.630 -1.630
Verhardingen -1.877 -3.537 -1.473 -1.473 -1.472 -1.471
Verkeersvoorzieningen -67 -255 -321 -321 -321 -321
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering -1.183 -1.370 -1.419 -1.417 -1.417 -1.417
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -8.083 -9.943 -7.896 -7.950 -7.798 -7.821

Wegen, kunstwerken en verlichting

Terug naar navigatie - Wegen, kunstwerken en verlichting

Wegen
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De Coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Groen, riolering en gebouwen

Terug naar navigatie - Groen, riolering en gebouwen

Groen
Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten. Voor de uitvoering van het groenbeheer gebruiken we een groenbeheersysteem. Dit systeem wordt gebruikt om op basis van landelijke normen (IMAG-normen) te bepalen hoeveel uren nodig zijn en welk budget nodig is om het onderhoud aan de groenvoorzieningen uit te voeren. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

  • Er is een nieuw Biodiversiteitsplan, inclusief uitvoeringsagenda, opgesteld en vastgesteld in april 2021. Het Biodiversiteitsplan vervangt op onderdelen de Notitie Groenbeleid 2011.
  • In 2020 heeft u de notitie “Het behoud van veilige bomen" vastgesteld. Uitvoering hiervan zullen we continueren. 
  • In 2021 heeft de Raad besloten om m.i.v. 2022 structureel jaarlijks een bedrag van € 85.000 beschikbaar te stellen voor het herplanten van bomen.


Financiële gevolgen voor de begroting

De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Riolering
Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020-2024 (GRP) is medio 2020 vastgesteld. In het GRP is vastgesteld dat:

  • a. alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • b. er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2 neutraal maken van de gemeente.
  • c. er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • d. er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de begroting
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020-2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen
Beleidskader
De instandhouding van gymnastieklokalen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het onderhoud aan de gymlokalen is een voorziening gevormd. In 2019 is een nieuwe MOP 2019-2048 opgesteld voor gymnastieklokalen. Deze MOP is de basis voor aanwendingen en dotaties aan deze voorziening.

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden worden binnen de financiële kaders uitgevoerd.

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten, woningen en MFS de Boekebeam. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s. In november 2021 heeft de raad een krediet van € 4.333.422 beschikbaar gesteld voor het vernieuwen van de huisvesting aan de Nanningaweg 47C. Een projectgroep is hiermee aan de slag. 

Financiële gevolgen voor de begroting
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Sport en ICT

Terug naar navigatie - Sport en ICT

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Per 2022 geldt een nieuwe termijn van 5 jaar voor de exploitatie van de 2 B's. Daarvoor zijn in 2021 per B (= sportaccommodatie) exploitatieovereenkomsten gesloten met elk een eigen exploitant. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Financiële gevolgen voor de begroting
In 2019 is een nieuwe MOP opgesteld voor de 3 B's voor de periode 2019 tot en met 2033. Vanaf 2021 wordt jaarlijks € 35.000 per jaar gedoteerd aan de voorziening, zodat deze tot en met 2028 toereikend is voor het geplande onderhoud. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor de Steegdenhal bedraagt met ingang van 2017 € 15.500. De basis hiervoor is de MOP 2017-2026.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Voor een aantal exploitanten was niet duidelijk of zij als winstbeogende exploitanten worden aangemerkt. Voorzichtigheidshalve hebben wij voor 2019 en 2020 een SPUK aanvraag ingediend. Vanaf 2021 is er door aanpassing van de afspraken duidelijkheid omtrent de winstbeogendheid van deze exploitanten en wordt de btw op het planmatig onderhoud van het betreffende onroerend goed gecompenseerd via het btw-aangifte. Er vindt overleg plaats met de belastingdienst voor verrekening BTW in 2019 en 2020 voor een aantal afspraken met een tweetal exploitanten. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.

Sportterreinen

Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetra-veld uit te breiden en het bestaande (halve) trainingsveld uit te breiden naar een volledig oefenveld.

Financiële gevolgen voor de begroting
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. 

Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2020 en 2021 heeft u voor de jaren 2020 t/m 2023 een krediet van € 100.000 per jaar beschikbaar gesteld om de sportvelden te voorzien van automatische beregening.

ICT

Zie paragraaf 8 OWO-samenwerking.

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2020 is door u op 16 december 2020 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.


Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2023 bedraagt € 6,6 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2023 van afgerond € 77,7 miljoen).


Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2023-2026 naar verwachting niet wordt overschreden.


x € 1.000
Rente risiconorm Begroting MJB MJB MJB
2023 2024 2025 2026
Renterisiconorm
Lasten begroting 77.535 76.426 74.708 74.748
Percentage renterisiconorm 20% 20% 20% 20%
Totaal renterisiconorm 15.507 15.285 14.942 14.950
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 1.300 3.800 5.000 3.500
Geldleningen met renteherzieningen - - - -
Totaal aflossingen en renteherzieningen 1.300 3.800 5.000 3.500
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 14.207 11.485 9.942 11.450

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Gemidd. rente Bedrag Gemidd. rente
Stand per 1 januari 2023 24.100 0,54% 2.437 4,43%
Nieuwe leningen - -
Reguliere aflossingen -1.300 -71
Vervroegde aflossingen - -
Stand per 31 december 2023 22.800 0,43% 2.366 4,49%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2023 is als volgt berekend: rente 2023 / stand 1-1-2023. Het gemiddelde rentepercentage eind 2023: rente 2024 / stand per 31-12-2023. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. Op basis van de huidige liquiditeitenprognose is er geen rekening gehouden in de begroting met nieuwe (her)financieringen.

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

 

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningcorporaties 2.437
MFC Oldeberkoop 217
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 40
Dorpshuizen 12
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 700
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 1 januari 2023 4.385

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven een bepaald drempelbedrag van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Vanaf 1 juli 2021 wordt voor gemeenten (en provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen) met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Eén van de onderdelen is de gewijzigde rentetoerekening en de aanbeveling om onderstaand renteschema op te nemen.

 

x € 1.000
Renteschema 2023 Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 263
b. De externe rentebaten (idem) -123
Saldo rentelasten en rentebaten 140
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend -
c2. De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden -108
toegerekend
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor 110
is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden
toegerekend
2
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 142
d1. Rente over eigen vermogen -
d2. Rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 142
e. De aan taakvelden toegerekende rente (rente-omslag) -244
Renteresultaat op het taakveld Treasury -102

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf is een benaderbare, lokale overheid. Wij weten wat er speelt en bieden oplossingen die ertoe doen. 

We zijn een mooie, groene gemeente. We bieden onze inwoners, ondernemers en bezoekers een aantrekkelijke, veilige en bereikbare leefomgeving. Inwoners en ondernemers kunnen bij ons rekenen op een goede service onder alle omstandigheden. Veel voorkomende verzoeken worden snel en adequaat afgehandeld. We weten wat er speelt in onze samenleving en omgeving. Dit betekent dat wij reageren op signalen en meedenken met initiatieven. Wij faciliteren zelfredzaamheid en bieden hulp en zorg waar nodig. Wij zoeken naar integrale oplossingen voor complexe onderwerpen waar verschillende belangen bij elkaar komen. 

Wij zijn trots op de OWO-samenwerking en onze OWO-partners kunnen rekenen op een proactieve inzet in de samenwerking.

Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Interbestuurlijk toezicht
We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie. In samenspraak met de gemeente wordt per domein een toezichtsplan opgesteld.

Human Resource Management
In 2023 levert HRM een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van verbeteringen in het kader van de organisatiescan 'Fit voor de toekomst'. Het strategische personeelsbeleid moet aansluiten bij de visie en doelen van de organisatie. Onderwerpen als vinden, binden en boeien van medewerkers zijn daarin, in deze tijd van langdurige krapte op de arbeidsmarkt, steeds belangrijker geworden. We zijn bezig met het ontwikkelen van beleid en maatregelen op verschillende terreinen om als werkgever aantrekkelijk te blijven. In 2023 moet dit beleid concreet vorm krijgen.

Daarnaast blijven o.a. groei en ontwikkeling van medewerkers erg belangrijk om de complexe opgaven van de gemeente aan te kunnen. In 2023 krijgt het hybride werken verder vorm in de organisatie. Dit project heeft als doel te komen tot een activiteit-gerelateerde inrichting van de kantoren die past in de huidige tijd. Dit project heeft een belangrijke gedragscomponent. HR levert hieraan een bijdrage.

Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Financiën, Planning & Control
De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. Het komende jaar staat in het teken van het verwerken van het raadsakkoord/collegeakkoord in de programmabegroting. Omdat we meer in control willen komen gaan we in gesprek over de rol van de auditcommissie. Dit zal in 2023 zijn uitwerking hebben. Daarnaast gaan we verder met het optimaliseren van de P&C cyclus. 

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)
De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridisch advies. Juridische control is de taak van BJZ. We investeren in kennis en kunde (door beschikbaar stellen van informatie en standaard formats, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We stimuleren de 'informele aanpak': eerst het goede gesprek (premediation).

Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Rechtmatigheid
Met ingang van boekjaar 2023 wijzigt de wetgeving met betrekking tot de accountantscontrole van gemeenten en moet er een rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen in de jaarrekening. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de mate waarin de gemeente de wet- en regelgeving naleeft, voor zover dit financiële gevolgen heeft. Om verantwoording af te kunnen leggen vormt de verbijzonderde interne controle een belangrijke basis. Jaarlijks leggen we de uitvoering hiervan vast in het Interne Controleplan. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden.

Inkoop
Zie paragraaf 8 OWO-samenwerking.

Informatiebeveiliging en privacy
Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. 

Ons informatiebeveiligingsbeleid dient volledig gebaseerd te zijn op het treffen van passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader geldend voor de gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Jaarlijks leggen we volgens dit normenkader verantwoording af aan de gemeenteraad en verschillende toezichthouders.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Jaarlijks toetsen we door middel van zelfevaluatie en externe audits de specifieke maatregelen voor de BRP en de waardedocumenten, de BAG, BGT, WOZ, BRO, DigiD en Suwinet. 

Burgers hebben op grond van de AVG het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. In 2023 zullen we verder werken aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform de privacywetgeving. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. De gemeente zet diverse instrumenten in om het informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren.

 

Communicatie en ICT

Terug naar navigatie - Communicatie en ICT

Communicatie
We spelen in op belangrijke trends en zorgen voor een eenduidige profilering van de gemeente. We zetten communicatie op verschillende manieren in om inwoners, ondernemers en stakeholders te informeren over beleid en diensten en om hen te betrekken bij het maken van beleid. We gebruiken daarvoor offline en online kanalen. Online ontwikkelen we continu door. Zo monitoren we het gebruik van onze website en social media, om op basis van die data deze kanalen zo effectief mogelijk in te zetten en zo veel mogelijk mensen te bereiken. Naast uitvoerende communicatieactiviteiten richten we ons op het stimuleren, coachen en ondersteunen van de organisatie om communicatiebewustzijn en –vaardigheden te vergroten. Want communiceren doen we allemaal. We adviseren bij de organisatieontwikkelingen en de bestuurlijke dossiers zoals in de programma’s Omgevingswet, Samenleven, Duurzaamheid en Dienstverlening.

Informatie- en communicatietechnologie
Zie paragraaf 8 OWO-samenwerking.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf is vereenvoudigd tot een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling in het portefeuillehouders overleg.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2022 bedraagt € 148.000.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en control cyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (burgemeester S.E. Korthuis)
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (drie burgemeesters)
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters)
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders)
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen)
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers)).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken. En het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen
Financieel belang Bijdrage 2023 € 2.847.513:
1. Gezondheid € 1.109.029
2. Veiligheid € 109.367
3. Brandweer € 1.629.117
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 7.253 1-1-2023 € 62.797
31-12-2023 € 6.983 31-12-2023 € 70.728
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als de VRF zich niet houdt aan afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en control cyclus van de VRF.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Nijboer.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom de bijdrage aan de GR gering.
Financieel belang Vanaf 2020 is sprake van een geringe exploitatiebijdrage.
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2023 € 0 01-01-2023 € 4.024
31-12-2023 € 0 31-12-2023 € 3.997
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap

.

Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Van Weperen.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2023: € 83.743
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.1.68 1-1-2023 € 1.063
31-12-2023 € 1.176 31-12-2023 € 1.046
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De bijdrage is beperkt en de regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2023 € 478.706
Verwachte omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2023 € 1.300 1-1-2023 € 3.000
31-12-2023 € 1.300 31-12-2023 € 3.000
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan. Dat er risico's kleven aan een dergelijke regeling blijkt uit de laatste wijziging van de regeling. Er wordt vanaf 2022 door de deelnemers betaald voor de verkregen diensten in plaats van het huidige abonnementstarief per aantal bedrijven. Hiermee wordt er dus alleen betaald als er ook daadwerkelijk een dienst van de FUMO wordt verkregen. Deze wijziging in de financieringssystematiek betekent voor de gemeente een forse verhoging van de bijdrage voor het jaar 2022.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Nijboer.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 350 1-1-2021 € 80
31-12-2021 € 454 31-12-2021 € 136
Verwachte resultaat x € 1.000 € 0 (2023)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het teruglopen van de bouwactiviteiten in relatie tot de financiële crisis zoals we die in de afgelopen jaren hebben ervaren. Dit risico kunnen we verminderen door in te spelen en actief te reageren op ontwikkelingen en toekomstprognoses in de begroting. Zo kunnen we daar waar nodig bijsturen of zelfs maatregelen afdwingen om de kosten dekkend te maken voor de komende jaren. Dit alles conform de eisen en voorschriften zoals die zijn gesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Hûs en Hiem.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder But.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2020 bedraagt € 70.249 (Afvalsturing) en € 30.342 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 * a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2021 € 61.055 1-1-2021 € 132.770
31-12-2021 € 64.757 31-12-2021 € 128.437
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2021 € 9.426 1-1-2021 € 20.976
31-12-2021 € 11.485 31-12-2021 € 25.342
Resultaat x € 1.000 * a. € 4.936 (2021)
b. € 2.834 (2021)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het uitbetaalde dividend over 2020 was € 33.884.
Vermogen x € 1.000 * Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2021 € 5.097.000 1-1-2021 € 155.262.000
31-12-2021 € 5.062.000 31-12-2021 € 143.995.000
Resultaat x € 1.000 * € 236.000 (2021)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.
* Geen geprognosticeerde balans aanwezig

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 65 1-1-2020 € 1.045
31-12-2020 € 71 31-12-2020 € 1.058
Resultaat x € 1.000 € 5 (2020) (cijfers over het jaar 2021 nog niet beschikbaar)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

Nu de druk op de woningmarkt zeer hoog is gaat de gemeente weer actief regie voeren op en beleid maken over (haar eigen) grond ten behoeve van woningbouw. Om hier nader inhoud en vorm aan te geven is ambtelijk de Taskforce Wonen in het leven geroepen. Het grondbeleid is gericht op, en voldoet aan, de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Ook zal het grondbeleid ten dienste van algemene maatschappelijke taken staan op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs. Het grondbeleid dient sturing te geven aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich. 

De Nota grondbeleid 2022 is door de raad vastgesteld. Deze nota maakt nu ook actief grondbeleid mogelijk. Actief grondbeleid betekent het op- en inrichten van nieuwe grondexploitaties waarbij de uitgifte van de grond als ook het bouw- en woonrijp maken door de gemeente gedaan wordt. Het kan eveneens voorkomen dat woningbouwontwikkelingen volledig door private ontwikkelaars worden uitgevoerd of waarbij de gemeente regie voert op het gewenste woningbouwprogramma en de ontwikkeling/realisatie hiervan door een private partij laten uitvoeren. In die gevallen faciliteren wij dan door het uitvoeren van onze wettelijke taken, zoals het maken van een nieuw bestemmingsplan. We kunnen ook faciliteren door het treffen van voorzieningen in de openbare ruimte of het aanleggen van nutsvoorzieningen. De kosten hiervan moeten we vervolgens op de ontwikkelende partij verhalen (Hfd 6.4 Wro). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst. Als dat niet lukt dient er een exploitatieplan opgesteld te worden.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid 2022: De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. U stelt daarnaast notitie vast waarin de grondprijzen en de parameters staan.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
  • Anticiperend op de Omgevingswet (beoogde inwerkingtredingdatum januari 2023)

Het ontwikkelen en realiseren van woningbouw in relatie tot onze volkshuisvestelijke opgave vraagt om een op maat gesneden aanpak. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe woonvisie. Hierbij gaan we onze strategische grondposities, die niet zijn ingevuld met zonnepaneelvelden, heroverwegen.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt het grondbedrijf zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro.
  • Voldoet het grondbedrijf aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft het grondbedrijf een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is het grondbedrijf robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is het grondbedrijf financieel transparant en gezond (inzet op maximale terugverdiencapaciteit).
  • Heeft het grondbedrijf nieuwe dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet (beoogde inwerkingtredingdatum januari 2023) is de Nota Grondbeleid 2022 aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht en onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder wordt de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd.

Woningbouwopgave
Wonen in Ooststellingwerf
De Woon(zorg)visie 2022- 2026 is door de raad vastgesteld. Als input hiervoor is onder andere woningmarktonderzoek gedaan. Wonen en zorg is een belangrijk thema voor het wonen de komende jaren, evenals betaalbaarheid en de beschikbaarheid van zowel koop als huurwoningen. We gaan voor een kwalitatieve toekomstbestendige woningvoorraad.

Nieuwbouw
De druk op de woningvoorraad is groot en vraagt om creatief denken en handelen om de voorraad (tijdelijk) te vergroten. Er wordt al volop gebouwd en panden worden herbestemd tot woningen, maar er mag een versnelling bij. We blijven in gesprek met initiatiefnemers, corporaties, bouwers en de provincie om alle mogelijkheden te benutten. We hebben hierbij aandacht voor innovatieve woningbouw. Daarnaast zetten we in op intensievere samenwerking met en tussen zorgpartijen om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen.

Complexen grondexploitatie
Woningbouw

  • Langedijke: 1 kavel nog beschikbaar
  • Elsloo: alle kavels zijn verkocht
  • Donkerbroek-West: alle kavels zijn verkocht
  • De Kromten Waskemeer: voor drie (3) kavels in fase 2 is het bestemmingsplan in procedure (beoogde vaststelling najaar 2022) 


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: prognose € 270.000 per jaar aan verkopen. Resterende looptijd 2035.
  • Haulerwijk De Turfsteker: uitgifte prognose: 1 kavel per jaar, resterende looptijd 2023.

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion).

Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) is de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. Tot dusver hebben we nog geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen, maar voor 2022 wordt dit wel verwacht.

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen door een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. Er wordt nu gekeken naar het 'percentage of completion'. De stand van de reserve is per 1-1-2022 € 1,007 miljoen. Naast een bedrag van € 0,426 miljoen als algemene reserve grondexploitatie, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 0,581 miljoen beschikbaar.

 

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot een bedrag van € 1.000.000 per jaar. De voorwaarden om het krediet aan te mogen spreken staan in de ‘Nota Grondbeleid’. (zie financiële verordening 2020 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid).

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

PAS en PFAS

Terug naar navigatie - PAS en PFAS

PAS
Het kabinet heeft als doel geformuleerd om voor het jaar 2030 de hoeveelheid stikstof op minimaal de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen, tot een voor de natuur veilig niveau. Hiervoor is een wetsvoorstel ingediend. Tot op heden zijn er in onze gemeente geen bouwprojecten als gevolg van de PAS komen te vervallen, wat niet wegneemt dat we de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.

PFAS
De gemeente Ooststellingwerf heeft zich inmiddels aangesloten bij de tijdelijke PFAS regeling (1 juli 2020). Hierdoor kunnen bouwprojecten getoetst worden aan de tijdelijke regeling.

In 2021 voldoen we aan de wettelijke verplichting om een recente bodemkwaliteitskaart inclusief PFAS voor het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf te hebben. Deze bodemkwaliteitskaart zal dan als toetsingskader dienen bij grondverzet.

Verschillende lidstaten, met Nederland als koploper, willen dat alle schadelijke PFAS-stoffen worden verboden. Er is hiervoor een Europese verordening in voorbereiding die in de komende 5 jaar van kracht zou moeten worden. Wat de impact van het verbod op onder andere de bouw heeft wordt uitgezocht door de Europese wetenschappelijke comités.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw

Onder meer:

  • Aan de Meester van Ekstraat in Haulerwijk zijn 7 rijwoningen in de koopsector gerealiseerd.
  • In Oosterwolde is het woningbouwproject De Wrongel in ontwikkeling. Alleen de "kop" van het plan moet nog worden ingevuld. Aansluitend wordt er woonrijp gemaakt.
  • Het plan aan de Dertien Aprilstraat in Oosterwolde is onherroepelijk. Daar wordt een appartementencomplex ontwikkeld met daaronder een commerciële plint.
  • Er wordt een bestemmingsplanprocedure doorlopen voor een woon(zorg)complex aan het Oost 60 in Oosterwolde. Het gaat om een plan met 6 koopappartementen die geschikt zijn voor wonen met zorg.
  • Aan de Vaart ZZ 41 in Appelscha worden 12 woningen (een 2^1 kap woning en een appartementengebouw) gerealiseerd.
  • Wolvegasterweg 10 (Willinghe prinsstraat) in Oldeberkoop. De 3 kavels zijn verkocht. De eerste vrijstaande woning is gerealiseerd. 
  • Aan de Boekhorsterweg in Oosterwolde worden in totaal 6 rijwoningen, type drie-onder-één-kap, gerealiseerd.


Particuliere ontwikkeling niet-woningbouw

  • Oosterwolde Venekoten Noord: In 2020 heeft een grote brand een groot terrein verwoest in de kop Venekoten-Noord. Dit particuliere terrein zal heringericht worden.
  • Oosterwolde Ecomunity: dit is een particulier initiatief, gericht op de realisatie van een hoogwaardig duurzaam bedrijvenpark met een kenniscentrum.

Paragraaf 8 | OWO-Samenwerking

1.1 De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

Terug naar navigatie - 1.1 De OWO samenwerking vervat in een bestuursovereenkomst en OWO-visie

De bestuursovereenkomst OWO-samenwerking van 2015 heeft per 1 juli 2017 de voltooiing van de bouw van de huidige drie uitvoerende OWO-afdelingen bereikt. Het terugkerende OWO-jaarplan, dat is samengesteld uit de jaarplannen van de drie OWO-afdelingen, is daarbij de basis voor de onderlinge ambities, de bestaande afspraken en de financiële vereffening en verrekening tussen de drie gemeenten. Een uniek construct in Nederland. 

Op politiek en bestuurlijk niveau hebben de raden en de colleges begin 2021 is een nieuwe mijlpaal bereikt met het door de drie OWO-gemeenteraden ongewijzigd vaststellen van de OWO-visie. In deze OWO-visie is door de drie OWO-gemeenten overeenstemming bereikt over de onderwerpen en thema’s die de komende jaren urgent zijn of gaan worden en waar politiek, bestuurlijk en ambtelijk commitment over is. Naast de in de OWO-visie genoemde thema’s als Omgevingswet, Duurzaamheid (waaronder de RES en de Warmtevisie) en Recreatie & Toerisme wordt bijvoorbeeld Ondermijning een belangrijk onderwerp de komende jaren. De omvang en impact van deze thema’s op gemeenten is groot en het gezamenlijk oppakken levert onderaan de streep voor alle drie gemeenten winst op. Het betekent dat kennis, kunde, capaciteit en financiën gebundeld kunnen worden én maatwerk voor de individuele gemeente mogelijk blijft. De OWO-samenwerking biedt hiervoor een vertrouwd fundament en voorbeelden als de harmonisatie APV en de huidige ervaringen met de Warmtevisie, laten zien dat het wérkt. De OWO visie is samengevat in 10 topprioriteiten.

1.2 Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

Terug naar navigatie - 1.2 Ontwikkeling van de OWO samenwerking, om blijvend wendbaar in te kunnen spelen op veranderingen

Afgesproken is dat de vastgestelde visie samen met de raden nader ingevuld en geconcretiseerd zou worden. Dit heeft in oktober 2021 geleid tot een concretere uitwerking en concrete afspraken. Naast de controlerende rol van de raden op de P&C cyclus, wordt het gezamenlijk voorbereiden van complexe (beleids-)onderwerpen georganiseerd via themabijeenkomsten voor de woordvoerders van de fracties die gaan over dat specifieke onderwerp. Een OWO-klankbordgroep om de OWO-samenwerking in brede zin met de raden te bespreken zal twee maal per jaar plaatsvinden.

Invulling geven aan de grote en complexe inhoudelijke opgaven waar de (OWO-)gemeenten de komende jaren voor aan de lat staan en dat in een tijd waarin de randvoorwaarden als financiën en capaciteit (arbeidsmarkt) onder druk staan, is een uitdaging! De OWO-samenwerking biedt daarbij vooral een kans om dit op een goede manier gezamenlijk waar te maken. Toename van taken en complexiteit, druk op de financiën en druk op kwalitatief goede medewerkers maakt dat de OWO-gemeenten óók kijken naar de manier waarop de (gezamenlijke) opgaven aangepakt kunnen worden en de uitvoering vormgegeven kan worden. 

Voor de invulling van de werkzaamheden betekent dit onder andere meer datagedreven werken en adviseren en in het verlengde daarvan ook meer digitaliseren en waar mogelijk ook automatiseren. En dan ook nog, versneld door de corona-maatregelen, het meer hybride werken. Dit vereist een andere kijk op de informatiepositie en -voorziening (Informatievisie), maar ook op het kantoorconcept en de uitrusting voor de medewerkers. En vanzelfsprekend ook op de informatiebeveiliging en privacy. Hiermee zullen ook de nodige kosten gepaard gaan en mogelijk ook besparingen, door juist via de OWO-samenwerking minder meerkosten te realiseren.

1.3 Leeswijzer OWO-paragraaf

Terug naar navigatie - 1.3 Leeswijzer OWO-paragraaf

In hoofdstuk 2 ‘Voortgang uitwerking OWO visie’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering van de OWO visie, langs de destijds benoemde 10 topprioriteiten. Daarbij zijn de prioriteiten 1 (OWO 2.0 - herijken OWO-afdelingen en - zoektocht OWO-identiteit) en 2 (ambities en inrichting dienstverlening) onderdeel van een continue ontwikkeling van de samenwerking én van de drie OWO-gemeenten. OWO staat zoals hierboven omschreven, niet stil en omvat inmiddels ook al veel meer dan de destijds benoemde topprioriteiten.

2. Topprioriteiten

Terug naar navigatie - 2. Topprioriteiten

Digitalisering
Een rode draad die in de OWO gemeenten te zien is, is de voortschrijdende digitalisering. Dan gaat het onder andere over nieuwe applicaties, koppelingen tussen (basis)registraties en digitaal registreren. Daarnaast hebben ook de wijzigingen in wet- en regelgeving grote invloed en ook hierin speelt de digitalisering een prominente rol zoals bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet en de invoer van landelijke administratieprotocollen. Ook de aanbesteding ICT moet hierbij worden genoemd omdat hierbij ook rekening is gehouden met voortschrijdende digitalisering en dit is vastgelegd in de eisen en wensen. 

ICT
We gaan grote stappen zetten op het vlak van ICT. Er zijn voor OWO BV extra gelden beschikbaar om het ‘been bij te trekken’, op het vlak van informatiebeveiliging, de performance van netwerk en systemen, voor de aansturing van de omvangrijke implementatietrajecten en voor het verder ondersteunen van de dienstverlening en van het hybride werken. Ook gaan we stap voor stap het datagedreven werken vorm geven. 

Implementatie na aanbesteding ICT 
In het voorjaar van 2022 is na de aanbesteding de opdracht gegund aan de huidige leverancier. Hoewel er geen overgang komt naar een andere leverancier, betekent dit niet dat de implementatie weinig werk is. Vanwege onder andere migratie naar de Cloud en een Multitenant omgeving (met één user in drie verschillende omgevingen kunnen werken), vraagt de implementatie de nodige voorbereiding qua opleidingen, veranderingen in processen, gebruikershandleidingen, migratie van systemen, ingerichte beheerorganisatie et cetera.

Datagedreven werken 
In 2021 en 2022 is gestart met het project Datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten. Tevens wordt onderzocht of aansluiting bij DataFryslân interessant kan zijn voor de gemeenten. Er zijn daarnaast nog twee recente ontwikkelingen: de eerste gaat over het opstellen van een uitvoeringsplan voor het datagedreven werken binnen de OWO-gemeenten en het tweede betreft aansluiten bij DataFryslân. De kosten voor het datagedreven werken en aansluiten bij DataFryslân zijn vanaf begrotingsjaar 2022 al structureel opgenomen in de programmabegrotingen van de gemeenten. 

Organisatieontwikkeling
2023 gaat een (in)spannend jaar worden voor de afdeling OWO BV. De in 2022 ingezette organisatieontwikkeling zal in 2023 tot wasdom komen. We zullen de samenwerking tussen de gemeenten versterken door de kaders voor de uitvoering verder te uniformeren. Dit gaat zowel om de uitvoering van de financiële,  als de salaris- en personeelsadministratie, als om de informatievoorziening, de poststromen en de onderliggende werkprocessen. Dit gaat het mogelijk maken om de interne bedrijfsprocessen te vereenvoudigen en de hoge werkdruk te verlagen. Alle seinen staan op groen om een grote stap voorwaarts te zetten. Het grootste risico ligt in het tijdig vinden van de goede mensen. We hebben al veel vacatures, er gaan medewerkers met pensioen, er is altijd natuurlijk verloop en we zoeken versterking. In de huidige arbeidsmarkt is het geen sinecure om op sterkte te komen en te blijven.

Inkoop en verzekeren
De samenwerking op inkoop wordt doorgezet en waar mogelijk versterkt. Hetzelfde geldt voor het onderdeel verzekeren.

Informatievoorziening
Op verschillende onderdelen, maar met name binnen de (documentaire) informatievoorziening komen we tot herschikking van taken en een meer toekomstbestendige opbouw van de afdeling. 

Beleidsplan Vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving
Voor de periode 2020-2024 is een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. In het 4e kwartaal van 2022 wordt op basis van de college-/coalitieakkoorden gekeken welke accenten er gelegd gaan worden in 2023. Vooral het thema ondermijning zal een meer prominente plek krijgen in de taken van OWO-VTH.  

Ondermijning
Al enige tijd is merkbaar dat de politie zich meer gaat richten op haar kerntaken; het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Gevolg is dat  leefbaarheidstaken weinig of geen aandacht meer krijgen. Bestuurlijk is de wens uitgesproken meer capaciteit in te zetten op leefbaarheid, verkeersveiligheid, natuur, openbare ruimte en groen; dit wordt vertaald in extra capaciteit voor toezicht (BOA’s). De afdeling werkt aan accentverschuivingen in taken en competenties om de beleidsdoelen te kunnen realiseren.

Ondermijning, de beweging waarbij criminele activiteiten steeds meer verweven raken met onze maatschappij, vraagt nadrukkelijk aandacht van onze organisaties. Er zal geïnvesteerd moeten worden in bewustwording, een scherpe blik bij vergunningverlening (BIBOB toets) en toezicht en handhaving, om zowel in capaciteit als in kwaliteit toegerust te zijn op deze ontwikkelingen. 

De huidige vraag en daarmee het beslag op de beperkte capaciteit, stijgt inmiddels uit boven de inschatting die gemaakt is in het  OWO-breed vastgestelde beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de fysieke leefomgeving. De integrale veiligheidsplannen in de OWO-gemeenten signaleren eenzelfde behoefte. De OWO-gemeenten hebben elkaar opgezocht op dit thema, om samen zo efficiënt mogelijk te werken. 

Omgevingswet 
Op het moment van schrijven is het de invoeringsdatum voor de Omgevingswet gesteld op 1 januari 2023. Daarbij is wel een voorbehoud gemaakt door de Eerste Kamer met betrekking tot het digitaal stelsel. De OWO-gemeenten werken toe naar realisatie van de minimaal gestelde eisen voor implementatie van deze wet. Door de vele onzekerheden is hiervoor gekozen en kan geanticipeerd worden op mogelijke veranderingen. Daarbij is afstemming met de ketenpartners belangrijk, vooral met de FUMO. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor de legesopbrengsten: meer vergunningsvrij bouwen leidt tot minder legesinkomsten. Tegelijkertijd treedt de Wet kwaliteitsborging bouwen in werking. Ook deze wet heeft flinke gevolgen voor de te berekenen leges voor Omgevingsvergunningen. Zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging bouwen, zorgen voor verschuiving van taken. Het is nu nog onduidelijk wat de omvang van deze verschuiving is en wat de gevolgen voor de omvang van de formatie van OWO-VTH zullen zijn.  

Harmonisatie APV 
In het najaar van 2021 is een herziene versie van de APV aan de drie OWO-gemeenteraden aangeboden. Deze is OWO-breed afgestemd en leidt tot meer geharmoniseerde regelgeving binnen de drie OWO-gemeenten. De komst van de Omgevingswet is de volgende aanjager en verwacht wordt dat in 2023 een volgende stap gezet wordt in verdere afstemming van APV regelgeving in OWO-verband. Daarbij zal nadrukkelijk gekeken worden of verdere harmonisatie bereikt kan worden.