De laatst verschenen circulaire van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is de Meicirculaire 2017. De definitieve uitkomsten van de Septembercirculaire 2017 worden u voorafgaand aan de behandeling van de begroting meegedeeld.
Het uitgangspunt voor deze programmabegroting is dat de jaarschijven 2018 en 2019 structureel en reëel in evenwicht zijn. De structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Van belang hierbij is het realiteitsgehalte van de ramingen. Het is gewenst dat de jaarschijven 2020 en 2021 eveneens structureel en reëel in evenwicht zijn. Het bestaand beleid is aangepast in verband met een aantal autonome ontwikkelingen. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met de beleidslijn die het provinciaal bestuur van de provincie Fryslân heeft meegedeeld in de Begrotingscirculaire 2018-2021. De provincie gaat er vanuit dat de Meicirculaire 2017 de basis is voor de Programmabegroting 2018-2021.
Op basis van bestaand beleid hebben we bij het samenstellen van de primitieve ramingen de hierna genoemde uitgangspunten gehanteerd:
- Het principe van bestaand beleid houdt in dat de ramingen voor de jaarschijf 2018 zijn gebaseerd op de ramingen zoals die zijn opgenomen in de meerjarenbegroting 2017-2020.
- De ramingen voor bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen hebben we gebaseerd op conceptbegrotingen 2018-2021 van deze regelingen, voor zover deze op 1 juli bekend waren.
- In de primitieve begroting zijn de begrotingswijzigingen tot eind juni 2017, de uitkomsten van de Bestuursrapportage/1e managementrapportage 2017 en de structurele uitkomsten van de 2e managementrapportage 2017 opgenomen.
Daarnaast houden we rekening met de volgende uitgangspunten zoals die door u bij de behandeling van de Kaderbrief 2018-2021 zijn vastgesteld:
Lonen en prijzen
Voor de loonontwikkeling gaan we uit van 3,25 % verhoging in 2018. Dit is 1,75 % hoger dan aangegeven is bij de kaderbrief. In de Kaderbrief 2018-2021 zijn uitgegaan van een verhoging van 1½ % voor 2018, inclusief een mogelijke premiekostenstijging van pensioenen voor de werkgever met 1% van de loonsom.
Op 4 juli jl. is het principeakkoord over de cao voor gemeenten gesloten. De vorige cao liep op 1 mei af. De nieuwe cao loopt, met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2017, tot 1 januari 2019. We houden op dit moment geen rekening met een stijging van de werkgeverslasten. Een mogelijke premiekostenstijging van pensioenen zal verrekend kunnen worden met lagere premies overige sociale lasten.
De budgetten ramen we reëel in relatie tot de doelstelling en/of beoogd effect. De automatische prijscompensatie uitbestede werkzaamheden en leveranties passen we niet meer toe.
Prijsontwikkeling gesubsidieerde instellingen
De subsidies en bijdragen worden in 2018 verhoogd met 1½ %.
Systematiek doorwerking lonen en prijzen in relatie tot de algemene uitkering
Voor het eerstvolgende begrotingsjaar (2018) wordt uitgegaan van lopende prijzen en daarna (2019 t/m 2021) van constante prijzen.
Leningportefeuille
De leningenportefeuille wordt verder afgebouwd met behulp van een meerjaarlijks begrotingsoverschot. Het (jaarlijks) overschot wenden we aan voor een lagere herfinanciering van de bestaande leningen.
Onroerendezaakbelasting (OZB)
De opbrengst OZB wordt in 2018 niet trendmatig verhoogd. Bij een algehele waardedaling c.q. waardestijging van de onroerende goederen wordt het tarief van OZB verhoogd dan wel verlaagd, om de begrote opbrengst te realiseren;
Forensenbelasting en leges
- een trendmatige verhoging van 1½ % wordt doorgevoerd;
- 75% kostendekking is voor de leges omgevingsvergunningen voor de periode 2016-2019 het uitgangspunt.
Afvalstoffenheffing
Uitgangspunt is kostendekking. We stellen voor:
- het vaste tarief afvalstoffenheffing per perceel ook na 2017 te egaliseren en langer op een laag niveau te houden door het bedrag voor meerjarige lokale lastenverlichting van € 828.000 hiervoor te bestemmen;
- een Diftar gewicht/frequentie afrekensystematiek voor de Sortibak (grijze container) in te voeren per 1 januari 2019;
- de huidige Diftar gewicht/frequentie afrekensystematiek voor de Biobak niet te wijzigen.
Rioolheffing
Uitgangspunt is kostendekking. We stellen voor:
- een tarief te hanteren met een korting van 7½ % op de gehele heffing (gebruikers- en eigenarendeel) ten opzichte van het GRP 2014-2019;
- de inkomsten vanuit de rioolheffing gebruikt om investeringen in de vrijvervalrioleringen direct af te boeken, om de exploitatielasten te dekken en om de voorziening Riolering de komende jaren op peil te houden.
Toeristenbelasting
De tarieven zijn vanaf 2014 bevroren op € 1,00 per overnachting. Het tarief 2018 blijft ongewijzigd.
Precariobelasting
Het tarief € 2,18 per m1, dat per 1 januari 2016 is bepaald, blijft van kracht. In de afbouwfase is geen tariefsverhoging meer mogelijk. Tot en met 2021 blijven we de geraamde opbrengst van € 1,232 mln. heffen.