Paragrafen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1 | Lokale Heffingen

De gemeente stuurt rekeningen (aanslagen) voor een aantal belastingen en heffingen. Denk aan o.a. de onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van onze inkomsten. Deze paragraaf laat de hoogte van de inkomsten zien en geeft een overzicht van de diverse heffingen.

 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het fiscale beleid voeren we uit in overeenstemming met de fiscale wetgeving, de gevormde jurisprudentie en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die gelden voor het belastingrecht. Daarnaast zijn rechtvaardigheid, redelijkheid en billijkheid zowel bij de heffing als bij de invordering de bepalende elementen.

Bijzonderheden en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Bijzonderheden en ontwikkelingen

Precariobelasting
Het Kabinet heeft de precariobelasting voor nutsbedrijven per 1 juli 2017 gewijzigd (het deel voor kabels en leidingen voor de nutsbedrijven gaat onder de vrijstellingen vallen). Voor gemeenten die op 10 februari 2016 een verordening met tarief hadden vastgesteld voor precariobelasting op kabels en leidingen geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2022. Dat geldt ook voor Ooststellingwerf. De opbrengst precariobelasting is tot en met 2021 geraamd in de begroting (€ 2,096 miljoen) tegen het door u vastgestelde tarief van € 2,18 per m1. 

Liander heeft de beroepen gericht tegen de belastingaanslagen 2017/2018 en 2019 ingetrokken. Hierdoor zijn de opgelegde heffingen vrijgevallen. De aanslagen voor 2020/2021 zijn opgelegd waartegen bezwaar en beroep openstaat. De verordeningen voor de Precariobelasting zijn door de raad in december 2021 ingetrokken en de lopende zaken worden afgehandeld. 

De Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ)
Zoals elk jaar, worden de nieuwe WOZ-waarden gebruikt voor o.a. de heffing van de onroerendezaakbelasting en forensenbelasting, gebaseerd op het prijspeil van het voorliggende jaar. De waardepeildatum ligt steeds één jaar voor het belastingjaar en blijft daardoor actueel. Door de actualiteit van de waarde wordt deze mede voor andere doeleinden, zoals de belastingdienst voor de erfbelasting en eigen woningforfait, forensenbelasting, waterschapslasten en door notarissen gebruikt. 

Tot nu toe worden de woningen getaxeerd op basis van de inhoud, maar per 2022 gebeurt dit op basis van de oppervlakten (een nieuwe ontwikkeling en wettelijke verplichting). Landelijk zijn er verschillen in waarderingsmethodiek waardoor ervoor gekozen is om alle gemeenten te laten taxeren op oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, CBS, de burgers etc. Als er niet wordt overgegaan op oppervlakte ontstaan er problemen bij de verplichte levering aan de afnemers. De Waarderingskamer gaat dit project monitoren. In 2018 zijn we gestart met de voorbereidingen. We zijn nu klaar met het woningbestand. In 2021 is er getest zodat er met ingang van 2022 getaxeerd wordt op oppervlakte.   

Basisregistraties
Vanaf 1 juli 2011 geldt het verplicht gebruik van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (de BAG). Deze verplichting geldt dus ook voor de uitvoering van de Wet WOZ. In de gemeentelijke WOZ processen spelen de in de BAG opgenomen gegevens over adressen, oppervlakten en bouwjaren een belangrijke rol. De koppeling tussen de WOZ en de BAG is in december 2016 gerealiseerd. Halverwege 2016 zijn de Basisregistratie Kadaster (BRK) en de aansluiting van het Handelsregister (NHR) gerealiseerd.

Per 1 april 2016 is de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) aangesloten op de Landelijke Voorziening. Het jaar 2017 is gebruikt om de BGT te koppelen aan het beheer van de openbare ruimte (BOR) en de kaart van 2014 op te werken naar de huidige stand. Vanaf 1 december 2017 is het werkelijke beheer van de BGT verder opgepakt. Dit alles heeft te maken met de BGT op naar 2020 (fase 2): voltooiing en het vervolmaken van de BGT zodat het voldoet aan de wettelijke eisen. We zijn hierin geslaagd al eind 2019.

Afvalstoffenheffing
Diftar+ is ingegaan per 1 januari 2019. Dit heeft alles te maken met de VANG doelstelling opgelegd vanuit het Rijk. Deze doelstelling betekent een afname van het aantal kg's per inwoner per jaar. In het afgelopen jaar is er 127 kg restafval per inwoner verbrand (2020: 118,7 kg). Daarmee is de VANG-doelstelling van 100 kg te verbranden restafval per inwoner per jaar nog niet gehaald. Voor de komende jaren ligt er een uitdaging, en richten we ons nu op het realiseren van de VANG doelstelling 2025 met nog 30 kilo te verbranden restafval per inwoner, per jaar.

Omgevingswet
Het Kabinet is in 2011 begonnen met een grote stelselherziening van het omgevingsrecht. De Omgevingswet heeft ook gevolgen voor bestaande verordeningen, beleidsregels, nadere regels en besluiten. De wet zou nadat de datum al eens is opgeschoven in gaan op 1 januari 2022. Om ervoor te zorgen dat de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze afgerond kan worden, zal de wet nu ingaan op 1 januari 2023.

Belastingsoorten

Terug naar navigatie - Belastingsoorten

Onroerendezaakbelasting (OZB)
Benchmark: vergelijking gemeentelijke woonlasten per provincie. Vanaf 2020 is de macronorm OZB vervangen door deze benchmark. De benchmark beoogt, door middel van meer vergelijking, de informatievoorziening over de ontwikkeling van de lokale lasten te bevorderen, zodat hiermee door de gemeenten ten aanzien van de keuzes omtrent de ontwikkeling van de lokale lasten rekening gehouden kan worden. De benchmark vergelijkt voor alle gemeenten binnen een provincie de hoogte van de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. De woonlasten zijn de som van de gemiddeld betaalde ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing minus een eventuele heffingskorting (= eenmalige korting die sommige gemeenten geven). De benchmark moet het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

WOZ
De Waarderingskamer heeft besloten dat uiterlijk per 2022 de WOZ-taxaties van woningen gebaseerd zijn op de gebruiksoppervlakte. De woningen werden tot en met 2021 op inhoud getaxeerd. Aangezien landelijk er verschillen zijn in methodiek heeft de Waarderingskamer besloten dat alle gemeenten hun woningbestanden moeten omzetten van inhoud naar oppervlakten. De Landelijke Voorziening WOZ is openbaar voor vele afnemers zoals notarissen, CBS etc. De afnemers gaan allemaal over op de gebruiksoppervlakte waardoor het niet overgaan op de oppervlakte problemen gaat geven bij de verplichte uitleveringen naar de afnemers. De Waarderingskamer gaat dit project monitoren. In 2018 zijn we gestart met de voorbereidingen. We zijn er in geslaagd om de afgelopen jaren het totale woningbestand om te rekenen naar de gebruiksoppervlakte waarmee de taxaties WOZ voor 2022 gaan plaatsvinden. 

Rioolheffing
In 2020 heeft u het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2020 - 2024 vastgesteld. Het plan is een voortzetting van het vorige GRP op gebied van beheer en onderhoud. Aangevuld met beleid over klimaatadaptatie en -mitigatie. Uitgangspunt bij het opstellen van het nieuwe GRP is dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. In 2021 heeft op basis van eerdere besluitvorming een eenmalige tariefsverlaging plaatsgevonden door het inzetten van het opgebouwde saldo van de rioleringsreserve.

Leges
De leges zijn conform het algemeen uitgangspunt verhoogd met het hiervoor weergegeven inflatiecijfer (loonindex) van 1,5%. Daar waar sprake is van een maximum- of wettelijk tarief vindt geen correctie plaats. 

Wij hebben u toegezegd om in 2021 een volledig geactualiseerde nota leges voor 2022 voor te leggen. We hebben de afgelopen periode veel voorbereidingen getroffen voor deze nota leges. Door uitstel van de omgevingswet en de wet kwaliteitsborging was het echter niet mogelijk om de nota leges 2022 volledig te herzien. Middels mededeling #969 bent u geïnformeerd omtrent de status van het proces. De omgevingswet en wet kwaliteitsborging zijn recent wederom uitgesteld naar 1 januari 2023. 

Toeristenbelasting
U heeft bij de programmabegroting 2020-2024 ingestemd met een differentiatie van de tarieven voor de toeristenbelasting per 2021. De tarieven die worden geheven zijn € 1,10 of € 1,40 per persoon per nacht, afhankelijk van de soort verblijfsaccommodatie. Voor kinderen tot en met 4 jaar geldt een vrijstelling. Bij aanpassing van het tarief is het uitgangspunt het advies van het Recreatieschap Drenthe.

Forensenbelasting
Onder de naam ‘forensenbelasting’ heffen we een belasting van personen die (voor meer dan 90 dagen per jaar) een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet voor zichzelf en/of hun gezin beschikbaar houden. De belasting heffen we naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen (de WOZ-waarden). Bij de programmabegroting 2020-2023 heeft u besloten om de opbrengsten van de forensenbelasting in 2020 met € 15.000 te verhogen. Dit loopt op naar € 60.000 in 2023.

Afvalstoffenheffing
Voor het ophalen en verwerken van afval vraagt de gemeente aan inwoners een vergoeding. Dit noemen we afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast bedrag per woning (vastrecht), een bedrag voor het aantal keren dat afval wordt aangeboden en het aantal kilo's restafval (Diftar+). Het vastrecht moet altijd worden betaald, ook als er geen afval wordt aangeboden. Om het vaste tarief afvalstoffenheffing voor 2022 op een laag niveau te houden is wederom een onttrekking uit de reserve Lastenverlichting nodig. 

Reclamebelasting
U heeft op 14 december 2010 besloten tot de invoering, per 1 januari 2011, van reclamebelasting van het komgebied van Oosterwolde. De reclamebelasting houdt in dat de ondernemers een vast bedrag per jaar betalen. De gemeente legt deze belasting op en stort na aftrek van 5% beheerkosten de opbrengsten in een fonds. Met deze baten kunnen de ondernemers evenementen en activiteiten ontplooien, gericht op promotie en het zorgen voor een aantrekkelijk winkelklimaat van het centrum van Oosterwolde.

BIZ (Bedrijven Investeringszone)
Vanuit Oosterwolde Promotion en de Vereniging van Vastgoed Eigenaren Oosterwolde is een Biznessplan opgesteld waarin de ambities voor het winkelgebied van Oosterwolde zijn opgenomen. Met dit als basis is een draagvlakmeting gehouden waaruit bleek dat een meerderheid van de ondernemers achter deze ambities staat.
Met de invoering van de BIZ in 2021 is de reclamebelasting ingetrokken. De BIZ geldt voor een periode van 5 jaar.

Kwijtschelding
We voeren de kwijtschelding uit volgens de Uitvoeringsregeling van de Invorderingswet 1990. Als inkomenstoets voor de kwijtschelding wordt de 100% bijstandsnorm gehanteerd. Dit betekent dat, afgezien van vermogen cum annexis, aanvragers met een inkomen op bijstandsniveau in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen. Kwijtschelding geldt niet voor alle belastingsoorten alleen voor de afvalstoffenheffing vast deel (+ Diftar tot € 100) en rioolheffing (alleen gebruikersdeel). Sinds begin 2018 is er een versnelde en vereenvoudigde toets om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. De kosten voor kwijtschelding worden uiteindelijk vertaald in het tarief voor rioolheffing en vastrecht van de afvalstoffenheffing.

Inkomsten

Terug naar navigatie - Inkomsten

Lokale heffingen en leges

x € 1.000
Lokale heffingen en leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2020 Begroting Begroting 2021
lokale heffingen 10.437 10.694 10.382 10.593 212 V
leges 1.349 803 1.053 1.012 - 41 N
Totaal 11.786 11.497 11.435 11.605 171 V

Lokale heffingen

x € 1.000
Lokale heffingen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2020 Begroting Begroting 2021
3.1 Thema Economische ontwikk.
Toeristenbelasting 243 354 308 358 49 V
Reclamebelasting 41 41 - - -
3.3 Thema Milieu
Rioolheffing (gecombineerd) 2.758 2.565 2.565 2.556 - 9 N
Reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2.206 2.531 2.305 2.444 139 V
6.3 Thema Financiën
Onroerende zaakbelasting eigenaren 2.733 2.752 2.752 2.757 5 V
Forensenbelasting 89 107 107 100 - 6 N
Precariobelasting 2.118 2.096 2.096 2.128 32 V
Onroerende zaakbelasting gebruikers 249 249 249 250 1 V
Totaal 10.437 10.694 10.382 10.593 212 V

Leges

x € 1.000
Leges Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2020 Begroting Begroting 2021
3.2 Thema Openbare ruimte
Verharding 8 4 4 52 48 V
3.4 Thema Bouwen en wonen
Bestemmingsplannen 32 30 20 41 22 V
6.2 Thema Dienstverlening
Omgevingsvergunningen, baten 1.061 460 720 633 - 87 N
Burgerlijke stand / huwelijk 11 13 13 11 - 2 N
Burgerzakenleges 229 277 277 265 - 12 N
Overige leges 6 15 15 7 - 8 N
6.3 Thema Financiën
IP Bedrijfsvoering algemeen 2 - - 4 4 V
IP Huisvesting en werkplek - - - - -
1.1 Thema Meedoen
Overige voorzieningen WMO materieel - 5 5 - - 5 N
Totaal 1.349 803 1.053 1.012 - 41 N

Kostendekking

Terug naar navigatie - Kostendekking

 

Berekening van kostendekkendheid riolering en reiniging
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen riolering en reiniging. Het uitgangspunt bij deze heffingen is volledige kostendekking. Naast de baten en lasten verantwoord op het taakveld mogen we een aantal lasten toerekenen, waaronder overhead. De overhead is berekend als opslagpercentage over de directe salarislasten die op het taakveld verantwoord zijn. Daarbij is onderscheid gemaakt in een opslagpercentage voor de salarislasten van de buitendienst (59%) en van de binnendienst (78%). Een deel van de opbrengst van de reinigingsheffing wordt gerealiseerd door een onttrekking aan de egalisatiereserve (reserve lastenverlichting). De dotatie aan de rioleringsvoorziening voor de exploitatie is verwerkt in de lasten van het taakveld.

Berekening van kostendekkendheid leges
In onderstaande tabellen staan de berekeningen van kostendekkendheid van de heffingen leges. Hieruit blijkt dat per titel van de algemene legesverordening de heffingen onder de 100% kostendekkendheid blijven. Bij de netto lasten zijn de directe personeelskosten en de materiële kosten opgenomen die samenhangen met het verstrekken van de dienstverlening. Bij directe kosten gaat het bijvoorbeeld om de uren van baliemedewerkers en van de uren van de medewerkers bij Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) en Ruimtelijke Ordening (RO). De basis voor de toerekening van deze kosten zijn de teamplannen en historische cijfers. Materiële kosten zijn bijvoorbeeld de kosten die samenhangen met bijvoorbeeld de afdracht aan het Rijk voor rijbewijzen en de afdracht aan het RDW voor rijbewijzen. We hanteren een opslag van 78% voor overhead over de directe salarislasten. De totale kostendekkendheid van de Algemene Legesverordening komt uit op 82%.

Toelichting overhead
In de bijlage van de begroting is een overzicht met taakvelden opgenomen. Op de taakvelden verantwoorden we alle baten en lasten die direct betrekking hebben op het taakveld, waaronder salarislasten. De lasten die we niet direct aan de taakvelden kunnen toerekenen, zijn de overheadkosten. Overhead is 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'. Het gaat hier dan om onder andere personele kosten, huisvesting, ICT, etc.

Omdat alle directe kosten al rechtstreeks zijn toegerekend aan de taakvelden, passen we een opslagpercentage toe voor overhead voor taakvelden waarvoor we kostendekkende tarieven mogen berekenen. Bijvoorbeeld afval, riolering en leges.

bedragen x € 1.000
Berekening van kostendekkendheid Begroting titel 1 Algemene dienstverlening Begroting titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunningen Begroting titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal begroting Realisatie titel 1 Algemene dienstverlening Realisatie titel 2 Fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunningen Realisatie- titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Totaal realisatie
Lasten
Lasten 324 421 37 782 303 441 37 781
Baten 0 0 0 0 0 0 0 0
Netto lasten 324 421 37 782 303 441 37 781
Toe te rekenen lasten
Overhead 158 268 25 451 158 268 25 451
Totaal toe te rekenen lasten 158 268 25 451 158 268 25 451
Totale lasten 482 689 62 1.233 461 709 62 1.232
Opbrengst heffingen -294 -490 -15 -799 -331 -674 -7 -1.012
Dekkingspercentage 61% 71% 24% 65% 72% 95% 11% 82%
De kostendekking is hoger dan begroot. Dit hangt met name samen met hogere opbrengsten leges titel 1 en titel 2. Hogere opbrengsten leges titel 1 worden veroorzaakt door niet begrote leges voor aanleg glasvezel. De hogere leges voor titel 2 komen met name door een groot project, dat niet begroot was en relatief veel aanvragen voor kleinere bouwvergunningen.
Berekening van kostendekkendheid Begroting Rioolheffing Realisatie Rioolheffing Begroting Reinigingsheffing Realisatie Reinigingsheffing
(taakveld 7.2) (taakveld 7.2) (taakveld 7.3) (taakveld 7.3)
Lasten
Lasten 1.958 2.184 2.820 2.974
Baten -47 -26 -657 -734
Netto lasten taakveld 1.911 2.158 2.163 2.240
Toe te rekenen lasten
Overhead 311 338 107 122
Kwijtschelding 48 42 90 95
Rente -1 -1
Dubieuze debiteuren 7 7 10 10
Watergangen 112 112
BTW 395 118 126 126
Totaal toe te rekenen lasten 873 617 331 352
Totale lasten 2.784 2.775 2.494 2.592
Opbrengst heffingen -2.784 -2.775 -2.494 -2.444
Dekkingspercentage 100% 100% 100% 94%

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2 | Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze paragraaf laat zien hoe solide onze begroting is en in hoeverre we financiële tegenvallers kunnen opvangen. Het gaat om de relatie tussen de (financiële) weerstandscapaciteit en alle risico’s die de gemeente loopt die niet zijn afgedekt door reserves, voorzieningen en verzekeringen. Door het vormen van een weerstandsvermogen hoeven we bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct te anticiperen. Het weerstandsvermogen is op dit moment voldoende om de benoemde risico’s af te dekken.

Conclusie weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Conclusie weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is per 31 december 2021 € 22,868 miljoen. Dit bestaat uit de Algemene reserve van € 19,738 miljoen (exclusief het bodembedrag van € 3 miljoen) en de bestemmingsreserves van € 3,130 miljoen. Het totaal van de bestemmingsreserves is € 7,165 miljoen. Voor de weerstandscapaciteit halen we hier de reserve Sociaal Domein € 0,277 miljoen, de reserve Kapitaallasten € 2,751 miljoen en de Algemene reserve grondexploitatie € 1,007 miljoen vanaf.

De benodigde weerstandscapaciteit is € 2,986 miljoen (zie overzicht bij kwantificeerbare risico's). Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico’s af te dekken. Naast de beschikbare weerstandscapaciteit van € 22,868 miljoen is er nog de algemene buffer van € 3 miljoen (als onderdeel van de Algemene reserve). Deze beide gecombineerd maakt dat in relatie tot de omvang van de activiteiten er voldoende buffer aanwezig is voor het opvangen van de risico’s.

Risico’s die zich regelmatig voordoen en die vrij goed meetbaar zijn, maken geen onderdeel uit van de risico’s binnen het weerstandsvermogen. Hiervoor zijn verzekeringen afgesloten of reserves en voorzieningen gevormd. We gaan op de volgende manier om met de risico’s rondom grondexploitatie, openeinderegelingen, verbonden partijen en decentralisaties:

Grondexploitatie
Hiervoor is de Algemene reserve grondexploitatie ingesteld. Deze reserve is bestemd voor het opvangen van verliezen (bijvoorbeeld van niet-kostendekkende complexen), planschadeclaims en verlaging van verkoopprijzen. We beoordelen ieder jaar opnieuw of de reserve toereikend is. 

Openeinderegelingen
De belangrijkste openeinderegelingen zijn de regelingen Sociaal Domein en Participatiewet. De risico’s binnen het Sociaal Domein (Wmo, jeugd en participatie) kunnen niet meer worden gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Onder de tabel met risico’s staat een aparte toelichting hierover. Het risico in het kader van de Participatiewet nemen we mee in de bepaling van de weerstandscapaciteit (risico nummer 2).

Verbonden Partijen
Jaarlijks beoordelen we de jaarrekeningen, begrotingen en tussentijdse rapportages van de verbonden partijen en leggen die aan u voor. We nemen deel aan aandeelhoudersvergaderingen en bij de meeste verbonden partijen ook aan tussentijdse overleggen. Net als bij de grondexploitatie geldt dat er geen extra financiële buffer noodzakelijk is, omdat er geen risico’s zijn die een gevaar vormen voor de financiële positie. Als dit wel het geval is, nemen we dat risico mee in deze paragraaf. Dat beoordelen we ieder jaar opnieuw.

 

Projecten
De risico's bij projecten worden per project geïnventariseerd en maken onderdeel uit van het projectplan. 

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Om het weerstandsvermogen te beoordelen zetten we de beschikbare weerstandscapaciteit af tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is een optelsom van middelen die beschikbaar zijn om de gevolgen van risico's die niet begroot zijn te dekken.

Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit stellen we vast aan de hand van een risico-inventarisatie. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Daarnaast zijn de financiële gevolgen van deze risico’s zo veel mogelijk weergegeven. Wanneer effecten van de risico's niet met voldoende betrouwbaarheid zijn in te schatten zijn ze opgenomen als ‘pro memorie’.

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Het gaat dan vooral om de reservecapaciteit (algemene- en bestemmingsreserves), de onbenutte begrotingscapaciteit, de onbenutte investeringscapaciteit en de stille reserves. We bepalen de beschikbare weerstandscapaciteit aan de hand van de algemene reserve en bestemmingsreserve. We willen een beschikbare weerstandscapaciteit met minimaal de omvang van de benodigde weerstandscapaciteit.

Risicobeheersing
Risicobeheersing is de manier waarop we risico’s beheersen, inclusief de processen en systemen waarmee we dat doen. Onze organisatie heeft tal van beheersmaatregelen getroffen om de doelstellingen in de programma's te realiseren. Er is een grote verscheidenheid aan maatregelen, die we als volgt indelen:

  • Juridische beheersmaatregelen (inkoopvoorwaarden, contractbepalingen, leveringsvoorwaarden, juridische kwaliteitszorg);
  • Financiële beheersmaatregelen (financial control, verzekeringen, bankgaranties, financieringsfunctie artikel 13 Financiële verordening);
  • Organisatorische beheersmaatregelen (AO/IC, procedures, 4-ogen-principe, audits);
  • Materiële beheersmaatregelen en informatiebeveiligingsbeheersmaatregelen (gemeentelijk informatiebeveiligingsplan).

Twee keer per jaar, als onderdeel van de P&C-cyclus, actualiseren we het overzicht met de belangrijkste risico’s. Dit doen we op basis van dossieronderzoek en interviews met management en medewerkers. Na identificatie van het risico brengen we de oorzaak en het gevolg van het risico in beeld. We kwantificeren ieder risico (als dat mogelijk is). En we maken een inschatting van de kans dat het risico zich voordoet, evenals het financiële gevolg. Dit resulteert in het risicoprofiel voor onze gemeente. Vervolgens inventariseren we voor elk risico de getroffen beheersmaatregelen.

Bij de kwantificeerbare risico's staat een opsomming van de risico’s. Per risico is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet, evenals de financiële gevolgen. Bij deze inschattingen gebruiken we onderstaande tabel:

Categorie Kans op voorkomen Kwantitatief Financieel gevolg
1. < of 1 keer per 10 jaar 10% Geen geld gevolgen
2. 1 keer per 5-10 jaar 30% < € 25.000
3. 1 keer per 2-5 jaar 50% > € 25.000 - € 100.000
4. 1 keer per 1-2 jaar 70% > € 100.000 - € 500.000
5. 1 keer per jaar of meerdere keren per jaar 90% > € 500.000

Kwantificeerbare risico's

Terug naar navigatie - Kwantificeerbare risico's

De benodigde weerstandscapaciteit is ten opzichte van de Begroting 2022 € 82.000 lager. Dit heeft als oorzaken:

  • een iets hogere Algemene Uitkering dan begroot (+ € 12.000)
  • een lager ingeschat risico vanuit de nieuwe verdeling van het Gemeentefonds (-/- € 116.000)
  • een iets hogere inschatting van mogelijke kosten door lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures (+ € 22.000)
Nr. Risico en beheersmaatregel Kans op voorkomen risico Financieel gevolg Benodigde weerstands-capaciteit
1a Risico: vangnet-uitkering wordt niet toegekend - - -
Toelichting risico: Het risico is dat we niet voldoen aan de voorwaarden waardoor we geen vangnetuitkering ontvangen. Voor 2022 is dit risico nihil omdat we verwachten dat we geen aanspraak op de vangnetuitkering behoeven te doen.
1b Risico: afwijking op WWB I-deel budgetten, waardoor beroep op algemene middelen onvermijdelijk is 2 4 € 184.392
Toelichting risico: Bij een tekort van 10% van het WWB I-deel budget moeten wij 7,5% betalen uit eigen middelen. In de begroting is al rekening gehouden met een tekort van 3,2%. Het risico gaat over het resterende mogelijke tekort.
Beheersmaatregel: Eén keer per maand ontvangen we managementcijfers met de stand van zaken. Hierdoor kan op financieel gebied bijgestuurd worden. Ook zijn er procesmaatregelen aan de poort en ten aanzien van uitstroom. Beïnvloeding van klantaantallen is niet of zeer marginaal mogelijk.
2 Risico: Rijksmiddelen voor jeugdhulp structureel geraamd 3 5 € 846.000
Toelichting risico: We hebben in 2022 extra middelen van het Rijk voor de jeugdhulp ontvangen. Over de jaren vanaf 2023 zijn nog geen afspraken gemaakt, daar gaat een nieuw kabinet over. Omdat gemeenten wel graag willen weten hoeveel ze in de meerjarenraming kunnen opnemen hebben het Rijk, de VNG en de provinciaal toezichthouders onderling afgesproken dat 75% structureel geraamd mag worden van de bedragen waar de arbitragecommissie van uit gaat. Wij hebben deze bate structureel verwerkt in de begroting. Vanaf 2023 geldt hierdoor een risico, omdat de er nog geen besluitvorming over is. Het bedrag dat we in 2023 hebben opgenomen is € 1.242.000. Daarnaast hadden we bij de begroting 2020 al een bate van € 450.000 structureel verwerkt. Het totale risico komt daarmee op € 1.692.000.
Beheersmaatregel: nb
3 Risico: extra lasten door toename jongeren met zorgbehoefte obv invoering woonplaatsbeginsel. 5 - PM
Toelichting risico: Per 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugdwet van kracht. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat dus de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Dit moet leiden tot meer duidelijkheid en lagere uitvoeringslasten. Daarnaast sluit het nieuwe woonplaatsbeginsel beter aan bij de uitgangspunten van de Jeugdwet. De oorspronkelijke gemeente blijft verantwoordelijk voor een jeugdige waardoor die gemeente gestimuleerd wordt om te investeren in preventie.
Beheersmaatregel: De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
4 Risico: Bijstelling Algemene uitkering gemeentefonds (au) 5 4 € 492.000
Toelichting risico: De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven, de zogenaamde “trap op, trap af systematiek”. Als na afloop van een jaar blijkt dat de rijksuitgaven lager zijn dan gepland, wordt de algemene uitkering naar beneden aangepast. Dit vertaalt zich in een aanpassing van het accres. We nemen 1% van de algemene uitkering op als benodigd weerstandsvermogen.
Beheersmaatregel: Drie keer per jaar verschijnt er een circulaire. Deze circulaires beoordelen we en rekenen we door.
5 Risico: extra lasten door invoering WMO abonnementstarief 3 - PM
Toelichting risico: De invoering van het abonnementstarief leidt aantoonbaar tot een aanzuigende werking op Wmo-ondersteuning, vooral huishoudelijke hulp.
Beheersmaatregel: Er wordt al scherp gekeken naar de uitvoeringskosten op dit vlak. Daarbij is de gemeente afhankelijk van de VNG, die onderhandelt over aanpassing van de zogenaamde 'openeinderegeling'. De (financiele) gevolgen hiervan zijn nog niet bekend, daarom wordt dit punt vooralsnog als PM aangemerkt.
6 Risico: terugbetaling verstrekte geldleningen 1 2 € 6.000
Toelichting risico: Er zijn leningen verstrekt aan instellingen op het terrein van volkshuisvesting, veiligheid, sport en dorpshuizen. Het is niet in alle gevallen duidelijk of er voldoende opstallen, installaties e.d. aanwezig zijn, om in geval van het uitblijven van betaling de restantschuld te voldoen.
Beheersmaatregel: bij eventuele achterstanden in aflossingen ondernemen we meteen actie.
7 Risico: garanties woningbouwcorporaties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: het waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de bestaande directe risico’s op geldleningen overgenomen. De gemeente kan op basis van de ‘achtervangregeling’ worden aangesproken.
Beheersmaatregel: Het door het Waarborgfonds verstrekte overzicht wordt beoordeeld en daarnaast wordt bij een individuele aanvraag de situatie beoordeeld. Per 1 augustus 2022 komt het 'meetekenen' met nieuwe leningen te vervallen en wijzigt de wijze van berekening van de achtervangpositie op nieuwe leningen. De impact hiervan op het risico voor de gemeente is zeer beperkt.
8 Risico: National Hypotheek Garantie 1 2 € 19.000
Toelichting risico: vanaf 2011 heeft het Rijk de achtervang voor alle nieuwe hypotheekgaranties op zich genomen. De gemeente blijft echter wel garant staan voor de vóór 1 januari 2011 verleende garanties.
Beheersmaatregel: we beoordelen het jaarlijks verstrekte overzicht van hypotheekgaranties.
9 Risico: overige garanties 1 3 € 50.000
Toelichting risico: er zijn garanties verleend aan instellingen op het terrein van gezondheid, volkshuisvesting en onderwijs.
Beheersmaatregel: we beoordelen het overzicht garanties.
10 Leegstand in M.F.A.’s in eigendom van de gemeente met overwegend een onderwijsfunctie 5 3 € 90.000
Toelichting risico: Per 1 januari 2020 heeft de gemeente het beheer & de exploitatie van MFS Waskemeer overgenomen van de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Waskemeer; de Stichting is opgeheven. Naar verwachting zal per 2022 de leegstand grotendeels zijn opgevuld. MFA Haulerwijk (= de Samensprong) heeft een groot normatief overschot aan bruto vloeroppervlak c.q. leegstand wat gedeeltelijk is opgevuld door het inhuizen van kinderopvang. Desondanks is de accommodatie niet meer kostendekkend te exploiteren door de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Haulerwijk. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt. MFA Oosterwolde Zuid heeft ook een normatief overschot aan bruto vloeroppervlak wat een aantal is gebruik door één van de vaste gebruikers, maar dat houdt in 2022 op. Ook de Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde Zuid is niet meer in staat de accommodatie kostendekkend te exploiteren. De Stichting zal het beheer & de exploitatie in 2022 teruggeven aan de gemeente of het structurele tekort wordt door de gemeente gedekt.
Beheersmaatregel: De notitie Platteland aanzet en de daaraan voorliggende Structuurvisie worden in 2021 vervangen door de Omgevingsvisie.
11 Risico: minder middelen vanuit het gemeentefonds 1 5 € 584.000
Toelichting risico: De invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds staat gepland voor 2023. Volgens de nieuwste berekeningen ontvangen wij door de herverdeling minder middelen ontvangen vanuit het gemeentefonds.
Beheersmaatregel: Geen.
12 Risico: diverse gerechtelijke procedures 4 3 € 83.000
Toelichting risico: op basis van de huidige stand van zaken lopende procedures en/of te verwachten claims/procedures is een inschatting gemaakt.
Beheersmaatregel: juridische kwaliteitszorg en inhuur van externe juristen bij lopende procedures en/of te verwachten claims.
13 Risico: veiligheidsmaatregelen politieke ambtsdragers 2 - PM
Toelichting risico: in rechtspositionele besluiten is uitdrukkelijk bepaald dat het betreffende bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de bekostiging van voorzieningen ten behoeve van de politieke ambtsdrager, welke in het Stelsel bewaken en beveiligen worden aangemerkt als werkgeverskosten. In deze lijn past dat beveiliging op het werk maar ook daarbuiten voor zover die een werkgeverszorg is, voor rekening komt van de gemeente en door de gemeente geregeld wordt.
14 Risico: invoering omgevingswet 5 3 PM
Toelichting risico: Invoering van de Omgevingswet brengt (veel) onzekerheden met zich mee aangaande de implementatie hiervan. Dit kan leiden tot aanvullende investeringen om kosten te dekken. Risico: het vast te stellen krediet blijkt onvoldoende, er is aanvullend krediet nodig.
Beheersmaatregel: de implementatie wordt jaarlijks gemonitord. Indien de verwachting is dat een aanvulling nodig is zal de raad hierover worden geïnformeerd en of een aanvullend krediet worden aangevraagd.
15 Risico: SPUK 3 2 PM
Toelichting risico: In 2019 is de SPUK regeling in werking getreden waarbij middels een jaarlijkse SiSa verantwoording van BTW plaatsvindt. Dit bedrag is gemaximeerd waardoor het risico aanwezig is dat de daadwerkelijke vaststelling lager kan zijn dan de aanvraag. Daarnaast vindt er overleg met de belastingdienst plaats voor verrekening van BTW voor een aantal afspraken met derden. Uitkomsten kunnen van invloed zijn op BTW verrekening.
16 Risico: Fraude 5 3 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door onrechtmatige handelingen door medewerkers op het gebied van fraude, corruptie, bedreiging en beïnvloeding
Beheersmaatregel: Er wordt vanaf 2019 periodiek een fraude risico-analyse uitgevoerd door IC. Daarbij komen de risico's jaarlijks aanbod in een separate bespreking met het MT. Daarbij worden zowel interne risico's (functiescheiding e.d.) als externe risico's (cybercrime, ransomware e.d.) besproken
17 Verduurzaming gemeentelijk onroerend goed 5 2 PM
Toelichting risico: Er is een sectorale routekaart vastgesteld om invulling te geven aan het landelijke beleid en de wet- en regelgeving rondom de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. In de kern gaat het om 49% CO2-redutie in 2030 en 95% CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990. Er is een onderzoek slim & toekomstgericht accommodatiebeleid uitgevoerd waarin de verduurzamingsopgave is meegenomen. Indicatieve investering voor de verduurzamingsopgave is begroot op € 38 tot € 60 miljoen. De indicatieve kapitaallasten van deze investering zijn begroot op € 1,3 tot € 1,6 miljoen en zijn gebaseerd op het verduurzamen van zowel de gebouwen in juridische eigendom gemeente, onderwijsgebouwen en gebouwen met economisch claimrecht. Uiteindelijke investering en kapitaallasten zijn afhankelijk van diverse factoren zoals het eventueel slimmer inzetten van accommodaties, verdeling verantwoordelijkheden investering onderwijsgebouwen en gebouwen economisch claimrecht en bijdrages rijksoverheid. Voor de investering in het verduurzamen van (sport)accommodaties zijn nog geen middelen gereserveerd.
Beheersmaatregel: In ‘Samen Verder’ bij de programmabegroting 2022-2025 hebben we de verduurzamingsopgave benoemd als een van de grote opgaven met financiële gevolgen in de toekomst. Vanwege de grote toekomstige opgaven is er in de programmabegroting ook ruimte gelaten voor een nieuw bestuur om verder te gaan. In de themaraad van 8 februari 2022 hebben we de raad geïnformeerd over de eerste bevindingen en opgave uit het onderzoek slim & toekomstgericht accommodatiebeleid. Met het nieuwe bestuur gaan we het vervolg oppakken.
18 Risico: Informatiebeveiliging risico datalekken 5 5 PM
Toelichting risico: het risico dat de gemeente financiele schade loopt door datalekken, cybercrime e.d.
Beheersmaatregel: Er is een informatieveiligheids- en privacy beleid opgesteld. Alle (nieuwe) medewerkers volgen een e-learning privacy en informatieveiligheid. Daarbij zijn beheersmaatregelen verwerkt in processen en systemen.
19 Risico: Verbonden partijen FUMO en VRF PM
Toelichting risico: Ten aanzien van de verbonden partijen blijft extra aandacht noodzakelijk voor de uitvoeringsorganisatie FUMO en de Veiligheidsregio Fryslân (VRF). Deze samenwerkingsverbanden zijn van rijkswege verplicht gesteld en gelden dus voor de 18 Friese gemeenten. De invloed die als individuele gemeente kan worden uitgeoefend is (zeer) beperkt.
Beheersmaatregel: De OWO-samenwerking heeft een positief effect als vanuit een gezamenlijk belang kan worden opgetrokken. Ook in de overige samenwerkingsverbanden zien we dat gemeenten elkaar steeds beter vinden, maar dat er lang niet altijd een eensluidende visie is binnen de 18 Friese gemeenten. Daarbij is de gemeente altijd vertegenwoordigd in de gezamenlijke overleggen. Verder is onze gemeente sinds kort betrokken bij het controllers overleg voor friese gemeentes inzake verbonden partijen. Gezamenlijk optrekken t.a.v. verbonden partijen heeft als voordeel om gezamenlijk vanuit hetzelfde afwegingskader de acteren richting de verbonden partij. Mogelijke beheersing van risico’s van verbonden partijen is kansrijker als dit namens alle/meer deelnemers worden gedaan. Daarnaast is het ook efficiënter. Zowel voor de gemeente als voor de verbonden partij. Vooralsnog is de financiele impact lastig in te schatten, dus voor nu op PM gezet.
20 Risico: OWO bedrijfsvoering PM
Toelichting risico: het risico bestaat dat er vanuit de samenwerking extra lasten naar voren komen die of onvermijdelijk zijn, danwel grote voorkeur genieten van 2 van de 3 gemeentes.
Beheersmaatregel: Er is structureel overleg en tot op heden is er nog geen sprake van 2 tegen 1 besluiten. De financiele impact is lastig op geld te zetten, daarom op PM gezet.
21 Risico: afschrijvingen bedrijfsgebouwen met restwaarde (60% van de WOZ waarde) 1 5 € 581.731
Toelichting risico: We schrijven de bedrijfsgebouwen af tot 60% van de WOZ-waarde. Risico: Als het bedrijfsgebouw niet meer de maatschappelijke functie vervult is er het risico dat de resterende boekwaarde hoger is dan de eventuele verkoop c.q. vervanging.
Beheersmaatregel: Het percentage ligt in lijn met het percentage van de WOZ bij verkopen de laatste jaren (59%). De kans dat dit de komende jaren fors verslechterd is beperkt.
TOTAAL € 2.986.123

Overige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Overige ontwikkelingen

Sociaal Domein
Binnen het Sociaal Domein zijn diverse risico’s, hieronder staan de belangrijkste risico’s die niet specifiek zijn vermeld staan in de risicotabel.

  • Het Rijk heeft samen met gemeenten een traject gestart om de verdeelsystematiek van het Sociaal Domein aan te passen. Dit heeft gevolgen voor de verdeling per 2023.
    Ingeschat risico: PM
  • Het werkelijke inzicht in de lasten voor met name regionale Jeugdhulp is nog niet goed in beeld. Wij zijn als gemeente afhankelijk van derden van wie we de afrekeningen ontvangen.
    Ingeschat risico: PM


Coronacrisis
We hebben in 2021 diverse meerkosten gehad door Corona. Zie hiervoor de toelichting op de financiële afwijkingen per programma en paragraaf 11. Het is op dit moment nog niet goed in te schatten wat de gevolgen van de coronacrisis voor de komende jaren zullen zijn. Bijvoorbeeld bij de bijzondere bijstand, toeristenbelasting, levensonderhoud (uitkeringen), lasten jeugdhulp en de veiligheidsregio. Als het rijk door de coronacrisis moet bezuinigen heeft dit effect op de omvang van het gemeentefonds en daarmee op de hoogte van de algemene uitkering die wij ontvangen. 

Herverdeling gemeentefonds
Onze belangrijkste bron van inkomsten is het gemeentefonds. In de afgelopen jaren is gebleken dat sommige gemeenten te weinig geld uit het gemeentefonds ontvangen in relatie tot hun lasten. Vanuit het Rijk is besloten om te onderzoeken hoe de gegroeide scheefheid van de afgelopen decennia weer recht te trekken is, en vanaf 2022 een herverdeling in te voeren. Dit is inmiddels uitgesteld naar 2023. Volgens de nieuwste berekeningen komt de herverdeling voor onze gemeente op een nadeel van € 584.000. Het is gebruikelijk dat er een overgangstermijn (in het verleden was dat drie jaar) wordt afgesproken, zodat gemeenten de tijd hebben om de tegenvaller op te vangen.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen ons helpen bij de beoordeling van de financiële positie van onze gemeente. De kengetallen geven informatie over hoeveel (financiële) ruimte onze gemeente heeft om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. Ook geeft het mogelijkheden om onze gemeente te vergelijken met andere gemeenten. Er is ook een geprognosticeerde balans opgenomen in de begroting. De kengetallen komen voort uit deze balans.

Kengetallen Rekening 2020 Rekening 2021
Netto schuldquote 34% 30%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 28% 24%
Solvabiliteitsratio 36% 41%
Structurele exploitatieruimte 9% 4%
Grondexploitatie 3% 3%
Belastingcapaciteit 91% 90%
EMU saldo (bedrag x € 1.000) 2.437 1.388

Beoordeling onderlinge verhouding kengetallen in relatie tot de financiële positie
Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten we altijd in samenhang bekijken. Ze geven alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld van de financiële positie van onze gemeente. Op basis van de kengetallen concluderen we dat de financiële positie van onze gemeente goed is.

Netto schuldquote en Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote is de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en afgezet tegen de totale baten. We geven de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weer. Zo brengen we duidelijk in beeld wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat als de netto schuldquote uitkomt boven de 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Boven de 100% blijft er weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers (door bijvoorbeeld een economische recessie) op te vangen.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het is het eigen vermogen (de reserves) als percentage van het balanstotaal. Een solvabiliteit tussen de 20% en 50% voor gemeenten is gemiddeld. Hoe hoger het solvabiliteitsratio, hoe hoger de weerbaarheid van de gemeente. Uit de tabel blijkt dat onze solvabiliteit ruim voldoende is.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Onze structurele exploitatieruimte is 4%. Dit betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van leningen) te dekken.

Grondexploitatie           
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten (exclusief mutaties reserves). Hoe lager het kengetal, hoe lager de grondpositie ten opzichte van de totale geraamde baten. De grondexploitatie kan een behoorlijke invloed hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is belangrijk, deze moeten we weer terugverdienen bij de verkoop. Ieder jaar beoordelen we of de gronden tegen een actuele waarde op de balans staan. Het kengetal van 3% geeft aan dat het risico voor ons niet hoog is.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoeverre we een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kunnen opvangen en of er ruimte is voor nieuw beleid. De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor een gezin worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde. Na de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zijn de belastinginkomsten de belangrijkste inkomsten voor een gemeente. Het Centrum van Onderzoek van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van de lokale lasten. Deze publicatie is de basis voor de berekening van dit kengetal. De woonlasten in onze gemeente zijn lager dan het landelijk gemiddelde. Het kengetal van 90% geeft aan dat er ruimte is om financiële tegenvallers op te vangen door het verhogen van de woonlasten.

Economische en Monetaire Unie (EMU)-saldo
De EMU-systematiek (kosten en opbrengsten) die het Rijk hanteert werkt anders dan het baten-lastenstelsel dat we (als decentrale overheid) hanteren. Investeringen en uitgaven bijvoorbeeld die we dekken uit reserves tellen wel door in het EMU-saldo, maar hebben geen gevolg voor de uitkomst in het baten-lastenstelsel. Dus bij een sluitende begroting kan het EMU-saldo negatief zijn. Tussen het Rijk en de decentrale overheden zijn afspraken gemaakt voor de beheersing van het EMU-saldo. Het tekort voor de decentrale overheid mag niet hoger uitkomen dan 0,4% van het bruto binnenlands product. Ons EMU-saldo voor 2021 is positief. 

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 | Onderhoud kapitaalgoederen

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen. Bijvoorbeeld wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor een goede kwalitatieve instandhouding van het openbare voorzieningenniveau. Dit onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie. In deze paragraaf gaan we per kapitaalgoed in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties.

Financiële consequenties

Terug naar navigatie - Financiële consequenties
x € 1.000
Onderhoud kapitaalgoederen Rekening Primitieve Actuele Rekening Verschil
2020 Begroting Begroting 2021
1. Samenleven
Welzijn- en sportaccommodaties -1.029 -1.067 -1.318 -1.093 225
2. Welzijn & educatie
Huisvesting onderwijs -1.460 -1.336 -1.373 -1.335 38 V
3. Ruimtelijke & economische ontwikk.
Verhardingen -977 -1.966 -2.380 -1.877 503 V
Bruggen en oevervoorzieningen -236 -251 -251 -245 5 V
Verkeersvoorzieningen -58 -65 -65 -67 - 1 N
Openbaar Groen -662 -562 -597 -636 - 39 N
Rioleringen -1.542 -1.437 -1.437 -1.647 - 210 N
Rioolheffing 2.703 2.505 2.505 2.508 3 V
6. Bestuur & Dienstverlening
Automatisering -1.154 -1.154 -1.154 -1.183 - 29 N
Totaal onderhoud kapitaalgoederen -4.414 -5.333 -6.070 -5.575 495

Wegen, kunstwerken en verlichting

Terug naar navigatie - Wegen, kunstwerken en verlichting

Wegen
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de wegen worden op basis van de vastgestelde MOP uitgevoerd. Periodiek inspecteren we alle verhardingen voor het actualiseren van de MOP. Voor het beheer van de wegen is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig. 

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Civieltechnische kunstwerken
Beleidskader
De onderhouds- en vervangingswerkzaamheden aan de civieltechnische kunstwerken worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek, aan de hand van inspecties. Voor het beheer van de civieltechnische kunstwerken (met name bruggen) is een beheersysteem operationeel. De gegevens die in het beheersysteem zitten actualiseren we regelmatig.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Openbare verlichting
Beleidskader
De onderhoud- en vervangingswerkzaamheden aan de openbare verlichting worden op basis van de MOP uitgevoerd. De MOP actualiseren we periodiek. Voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting participeren we, samen met de meeste andere Friese gemeenten en de provincie Fryslân, in de "Coöperatie Openbare Verlichting & Energie Fryslân U.A." De coöperatie ondersteunt in het beheer en onderhoud van de openbare verlichting. In 2018 is besloten om de traditionele lichtpunten versneld te vervangen door led lichtpunten. Hiervoor is een investeringskrediet beschikbaar gesteld.

Financiële gevolgen voor de jaarrekening
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Groen, riolering en gebouwen

Terug naar navigatie - Groen, riolering en gebouwen

Groen
Beleidskader
Op 24 januari 2012 is de Notitie Groenbeleid 2011 door u vastgesteld. Hierin is de groenstructuur voor de 13 dorpen van onze gemeente vastgelegd. Met het groenstructuurplan is inzichtelijk gemaakt welk belangrijk groen in de leefomgeving aanwezig is. Ook is aangegeven welke grond door de gemeente kan worden afgestoten.

Het gemeentelijke groenareaal is opgenomen in een integraal beheersysteem. Het gemiddelde onderhoudsniveau in Ooststellingwerf is in overeenstemming met kwaliteitsniveau B van de Landelijke ‘CROW-kwaliteitscatalogus openbare ruimte’.

Het Biodiversiteitsplan is op 20 april 2021 door u vastgesteld. Aan de hand van het Biodiversiteitsplan wordt invulling gegeven aan het beheer en onderhoud van het groen.

In 2020 heeft u de notitie “Het behoud van veilige bomen" vastgesteld. De uitvoering van het bomenonderhoud wordt op basis van deze notitie uitgevoerd.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Riolering
Beleidskader
Het Gemeentelijk RioleringsPlan 2020 - 2024 (GRP) is medio 2020 vastgesteld. In het GRP is vastgesteld dat:

  • a. Alle kwaliteitsprofielen op “basis” staan (met uitzondering van het profiel: transport van afvalwater op “hoog”).
  • b. Er nader onderzoek wordt gedaan naar de wijze waarop de gemeentelijke afvalwaterketen bij kan dragen aan het CO2 neutraal maken van de gemeente.
  • c. Er invulling wordt gegeven aan het onderwerp klimaatadaptatie op gebied van regenwateroverlast.
  • d. Er nader wordt gekeken waar besparing mogelijk is door te zoeken naar duurzame oplossingen.


Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In het GRP is vastgesteld dat de rioolheffing met niet meer dan de inflatiecorrectie stijgt. In het kostendekkingsplan behorende bij het GRP is weergegeven hoe de heffing zich ontwikkelt in de periode 2020 - 2024. In de Verordening Rioolheffing wordt jaarlijks het exacte tarief vastgesteld.

Gymnastieklokalen
Beleidskader
De instandhouding van gymnastieklokalen is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Voor het onderhoud aan de gymlokalen is een voorziening gevormd. In 2019 is een nieuwe MOP 2019-2048 opgesteld voor gymnastieklokalen. Deze MOP is de basis voor aanwendingen en dotaties aan deze voorziening.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden worden binnen de financiële kaders uitgevoerd.

Overige gebouwen
Beleidskader
Het onderhoud van gemeentelijke gebouwen is in verschillende meerjarenonderhoudsplannen (MOP’s) opgenomen. Het betreft de volgende gebouwen: het gemeentehuis, de gemeentewerf, het overslagstation, de Kompaan, molen ‘De Weijert’, gemeentelijke monumenten en woningen. De gemeentelijke gebouwen inspecteren we periodiek voor het actualiseren van de MOP’s.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De werkzaamheden voeren we binnen de financiële kaders uit.

Sport en ICT

Terug naar navigatie - Sport en ICT

Sportaccommodaties
Beleidskader
Per 2017 gold een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de 2 B's (sportcomplex de Boekhorst te Oosterwolde en sporthal de Bongerd te Haulerwijk) met dezelfde exploitant voor een periode van 5 jaar. Voor de andere B (= het Bosbad) is per 2017 Stichting Bosbad Appelscha (SBA) verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. De gemeente en SBA hebben hiervoor een budgetovereenkomst getekend voor een periode van 10 jaar. SBA heeft het beheer en de exploitatie uitbesteed aan een exploitant. Per 2018 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van de Steegdenhal te Appelscha voor een periode van 10 jaar.

Per 2022 geldt een nieuwe exploitatieovereenkomst voor het beheer en de exploitatie van sportcomplex de Boekhorst met dezelfde exploitant voor een periode van vijf jaar. Voor het beheer en de exploitatie van sporthal de Bongerd is een exploitatieovereenkomst voor vijf jaar overeengekomen met Stichting Sporthal De Bongerd in vervolg op het burgerinitiatief “Doarpsskûte Haulerwijk”.

S.V. Haulerwijk
SV Haulerwijk is ontstaan uit een fusie tussen twee bestaande voetbalverenigingen. Met als gevolg dat een lang gekoesterde wens om de bestaande clubgebouwen te vervangen voor een nieuw clubgebouw op het sportpark te Haulerwijk een nieuwe impuls kreeg. Deze wens kon niet zonder financiële hulp van de gemeente worden gerealiseerd. Na een gedegen voorbereidingstraject heeft de raad medio 2021 hiervoor een budget beschikbaar gesteld op basis van de systematiek van de 1/3-regeling voor de realisatie van een nieuw, energieneutraal clubgebouw.

S.V. Oosterwolde
SV Oosterwolde is ook ontstaan uit een fusie van bestaande voetbalverenigingen met een voorgenomen herschikking van de accommodaties op sportpark Oostenburg te Oosterwolde. Na een gedegen voorbereidingstraject heeft de raad medio 2021 budget beschikbaar gesteld, op basis van de systematiek van de 1/3-regeling, voor de uitbreiding en verduurzaming van was- en kleed accommodatie van voormalig V.V. Dio. Daarnaast valt het clubgebouw van voormalig V.V. de Griffioen terug aan  de gemeente en krijgt S.V. Oosterwolde een stuk  grond voor de uitbreiding van de was- en kleed accommodatie. Hiervoor is een ruilovereenkomst opgesteld. K.V. Dio wordt geherhuisvest in het voormalig clubgebouw van V.V. de Griffioen en krijgt het voormalig hoofdveld van V.V. de Griffioen ter beschikking gesteld. Het huidige veld van K.V. Dio wordt door S.V. Oosterwolde in gebruik genomen.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
In 2019 is een nieuwe MOP opgesteld voor de 3 B's voor de periode 2019 tot en met 2033. Op basis hiervan wordt € 30.000 per jaar gedoteerd aan de voorziening. De jaarlijkse dotatie aan de voorziening voor de Steegdenhal bedraagt met ingang van 2017 € 15.500. De basis hiervoor is de MOP 2017-2026.

Per 1 januari 2019 is de sportvrijstelling in de Wet om de omzetbelasting verruimd. Door deze wetswijziging vervalt het recht op aftrek van btw voor planmatig onderhoud voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. Er is een Specifieke uitkering sport (SPUK) voor gemeenten om het btw nadeel (grotendeels) te compenseren. Het is nog niet duidelijk of de 3 B´s en de Steegdenhal als winst beogende exploitanten worden aangemerkt. Voorzichtigheidshalve hebben wij een SPUK aanvraag ingediend. Als ze wel winst beogende exploitanten zijn wordt de SPUK-aanvraag deels verlaagd en kan de btw alsnog gecompenseerd worden via het btw-compensatiefonds. In overleg met en op advies van de fiscaal adviseur is de btw voor planmatig onderhoud in 2021 voor de 3 B's en de Steegdenhal ten laste gebracht van het btw-compensatiefonds. Naar verwachting worden de exploitanten in 2022 door de fiscus aangemerkt als winst-beogende instellingen.

Sportterreinen
Beleidskader
Het specialistische onderhoud aan de grasvelden van de gemeentelijke sportterreinen wordt in opdracht van ons uitgevoerd. De basis van de onderhoudswerkzaamheden zijn de kwaliteitscriteria van de KNVB. Op basis hiervan voeren we planmatig onderhoud aan de sportvelden uit. Dit is vastgelegd in de notitie ‘Planmatig onderhoud grassportvelden’. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Het overige onderhoud voeren de sportverenigingen zelf uit. Hier krijgen de sportverenigingen een jaarlijkse vergoeding voor. U heeft in 2016 besloten het sportcomplex Waskemeer met een wetra-veld uit te breiden en het bestaande (halve) trainingsveld uit te breiden naar een volledig oefenveld.

Financiële gevolgen voor de jaarstukken
De aard en omvang van het planmatig onderhoud aan de grassportvelden is afgestemd op de beschikbare middelen. Per jaar renoveren we de toplaag van één veld. Elk jaar wordt er bekeken welk sportveld aan een toplaag renovatie toe is. De weersomstandigheden, bespelingsdruk, grasbezetting, vlakheid, beschikbaarheid overige velden op een complex zijn afwegingsfactoren die de basis vormen van een toplaagrenovatie. De kosten voor de uitbreiding van het sportcomplex Waskemeer zijn voor rekening van de gemeente.

De jaarlijkse kosten voor de renovatie van 1 grassportveld wordt gedekt uit de exploitatie. De omgevingsvergunning voor de uitbreiding van het trainingsveld en de aanleg van het wetra-veld van het sportcomplex in Waskemeer zijn eind mei 2020 door de gemeente verleend. In augustus 2020 is een voorlopige voorziening door de rechter afgewezen. Er liep een bodemprocedure (beroep) in deze zaak. Deze is in 2021 is afgerond waarbij de bezwaarmakers niet in het gelijk zijn gesteld. Daarna is het trainingsveld uitgebreid en is het het wetra-veld aangelegd, zijn beide velden opgeleverd en in gebruik genomen. Ook zijn ze dit jaar voorzien van automatische beregening (stond gepland voor 2022). Conform de planning voor 2021 zijn ook andere sportvelden van automatische beregening voorzien. De laatste velden worden in 2022 aangepakt waardoor een stevige kwaliteitsimpuls voor de sportvelden is gerealiseerd.

ICT
Zie paragraaf 10 OWO-samenwerking.

Paragraaf 4 | Financiering

Paragraaf 4 | Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4 | Financiering

De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van geldleningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. In deze paragraaf gaan we in op de vraag hoe we gelden zo optimaal mogelijk beleggen dan wel aantrekken.

Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn en Risicobeheer

Algemene beleidslijn
De financiële verordening Ooststellingwerf 2020 is door u op 16 december 2020 vastgesteld. In artikel 13 van deze verordening is de financieringsfunctie beschreven. De verordening berust op de bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico's. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rente typisch ‘kort’ gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet voor 2021 bedraagt € 6,2 miljoen (8,5% van het begrotingstotaal 2021 van afgerond € 72,6 miljoen). Onderstaand schema laat zien dat de kasgeldlimiet niet is overschreden.

Renterisiconorm
De renterisiconorm is bedoeld om te voorkomen dat wij in een bepaald jaar geconfronteerd worden met, in verhouding tot de vaste schuld, forse renteherzienings- en herfinancieringsproblemen. De norm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor Ooststellingwerf bedraagt de renterisiconorm € 14,5 miljoen. Dit betekent dat in 2021 de som van de vaste geldleningen waarvan de rente wordt herzien en de noodzakelijke herfinancieringen beneden de € 14,5 miljoen moet blijven. Onderstaand schema laat zien dat de renterisiconorm niet is overschreden.

x € 1.000
Kasgeldlimiet Rekening
2021
Kasgeldlimiet aanvang begrotingsjaar -6.200
Omvang netto vlottend schuld
1e kwartaal 12.218
2e kwartaal 14.584
3e kwartaal 11.241
4e kwartaal 8.011
x € 1.000
Rente risiconorm Rekening Begroting 2022 Mjb 2023 Mjb 2024
2021
Rente risiconorm 14.523 14.115 14.090 14.068
Aflossingen en renteherzieningen
Reguliere aflossingen geldleningen 8.768 3.569 1.371 3.873
Geldleningen met renteherzieningen -
Totaal Aflossingen en renteherzieningen 8.768 3.569 1.371 3.873
Ruimte (+) / Overschrijding (-) 5.755 10.546 12.719 10.195

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, grootte en rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld in leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties (sinds 1999 zijn we hiermee gestopt).

x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden Eigen leningen Woningbouw leningen
Bedrag Rente Bedrag Rente
Stand per 1 januari 36.300 0,84% 2.574 4,28%
Nieuwe leningen -
Reguliere aflossingen -8.700 -68
Vervroegde aflossingen
Stand per 31 december 27.600 0,59% 2.507 4,38%

Het gemiddelde rentepercentage begin 2021 is als volgt berekend: rente 2021 / stand 1-1-2021. Het gemiddelde rentepercentage eind 2021: rente 2022 / stand per 31-12-2021. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering. In 2021 is geen nieuwe lening afgesloten.

Uitgezette gelden

De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zijn om, in geval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen. We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, boeken we vordering af ten laste van het lopende boekjaar.

x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden Bedrag
Leningen aan woningbouwcorporaties 2.506
MFC Oldeberkoop 228
Volkskredietbank 119
Sportverenigingen 2
Dorpshuizen 13
Vereniging Toeristisch Recreatie Belang 20
Stichting Stimuleringsfonds (verzilverleningen) 300
Stichting Stimuleringsfonds (stimuleringsleningen) 200
Stichting Stimuleringsfonds (blijversleningen) 60
Stichting Stimuleringsfonds (duurzaamheidsleningen) 700
Stichting Stimuleringsfonds (startersleningen) 300
Stand per 31 december 2021 4.448

Overig
Schatkistbankieren
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Dit betekent dat we alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven het drempelbedrag van 0,75% van de begroting, moeten stallen bij het Rijk. Voor Ooststellingwerf betekent dit dat er gemiddeld een bedrag van € 563.000 (dit is 0,75% van het begrotingstotaal) op de gezamenlijke bankrekeningen mag staan. Per 1 juli 2021 is de regeling aangepast en is de drempel verhoogd naar 2% van het begrotingstotaal. Het saldo daarboven moeten we afstorten bij het Rijk. Zie de tabel in de bijlage voor het overzicht schatkistbankieren.

Liquiditeitsprognose
Twee keer per jaar onderzoeken we aan de hand van een liquiditeitsprognose in hoeverre we de huidige leningenportefeuille de komende jaren verder kunnen afbouwen door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.

Renteschema
Elk jaar moet bij de jaarrekening de werkelijke doorbelaste rentelasten worden vergeleken met de voorgecalculeerde doorbelaste rentelasten. Als de afwijking meer dan 25% is dan moeten we overgaan tot correctie. In 2021 is dit niet het geval, zie onderstaande tabel.

x € 1.000
Renteschema werkelijk 2021 Bedrag
a. Werkelijke lasten over de korte en lange financiering 431
b. Werkelijke externe rentebaten (idem) 188
Saldo rentelasten en rentebaten 243
c1. Werkelijke rente die aan de grondexploitatie moet worden doorgerekend 21
c2. Werkelijke rente van projectfinanciering 113
c3. Werkelijke rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening 114
voor is aangetrokken (=projectfinanciering)
20
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 223
d1. Werkelijke rente over eigen vermogen -
d2. Werkelijke rente over voorzieningen -
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 223
e. De aan taakvelden werkelijke toegerekende rente 249
Verschil -26

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5 | Bedrijfsvoering

De gemeente Ooststellingwerf wil met lef en passie werken aan duurzame en toekomstbestendige initiatieven. Groot en klein, van binnen en van buiten de organisatie. Met een mentaliteit die gebaseerd is op daadkracht, op 'meer doen, minder praten'. Vertrouwen in de kracht van medewerkers én inwoners is de basis onder het (samen)werken. We willen meer faciliteren dan regisseren, initiatief van buitenaf omarmen en zo het woon- werk-, en leefklimaat in Ooststellingwerf op continue basis verbeteren.

Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Terug naar navigatie - Interbestuurlijk toezicht en Human Resource Management

Interbestuurlijk toezicht
We geven uitvoering aan de Wet revitalisering generiek toezicht. Deze wet zorgt voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht (provincie - raad) naar horizontale verantwoording (college - raad). De provinciale toetsing vindt plaats op de volgende domeinen: Omgevingsrecht/Wabo, Ruimtelijke Ordening, Water en Riolering, Archief en Informatiestromen, Monumenten en Archeologie.

Human Resource Management
Het jaar 2021 stond vooral in het teken van corona en het inspelen op de gevolgen. Toch is het gelukt om ook te werken aan de uitvoering van het strategisch personeelsbeleid. Daarbij heeft het accent, als gevolg van corona, vooral gelegen op het onderdeel plaats- en tijdonafhankelijk werken van het strategisch personeelsbeleid. Dit onderdeel had extra urgentie omdat de dienstverlening zoveel mogelijk doorgang moest vinden. 

Corona heeft de digitalisering zo versneld en  de manier van werken blijvend veranderd. De organisatie heeft nagedacht hoe ze die opbrengst kan gebruiken voor het inrichten van het werk na corona. In 2022 gaan we verder aan de gang met de uitwerking daarvan. Hierbij staan we in nauw contact met de andere OWO-gemeenten die hier ook mee bezig zijn.

Een ander belangrijk onderdeel was het project Rake voorstellen. In 2021 is alles op alles gezet om invulling te geven aan de wens van de raad om de advisering te verbeteren. Medewerkers zijn getraind, er zijn hulpmiddelen beschikbaar in de vorm van formats, online trainingen en filmpjes en het BOB-model is geïntroduceerd voor complexe projecten. We houden de vinger aan de pols door periodiek de kwaliteit te peilen.

Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Financiën, Planning & Control & Juridische kwaliteitszorg

Financiën, Planning & Control
De financiële functie voorziet de gemeenteraad, het college en de organisatie van actuele en volledige financiële informatie voor de ondersteuning van de gemeentelijke beleidsontwikkeling en uitvoering. Deze functie is gericht op een duurzame en gezonde financiële positie van de gemeente. Kwaliteit, snelheid en toegankelijkheid spelen in deze processen een belangrijke rol. Het afgelopen jaar stond in het teken van het structureel op orde brengen van de begroting. Daarom is er een heroverwegingsproces geweest.

Juridische kwaliteitszorg (JKZ)
De juridische functie in de vakafdelingen en het cluster Bestuurlijk Juridische Zaken (BJZ) van team Bedrijfsvoering zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van het gemeentelijk handelen. Zij ondersteunen daarnaast het bestuur en de organisatie met juridische advisering bij beleidsontwikkeling en uitvoering. De juridische control berust bij BJZ.

Om deze kwaliteit te borgen blijven we investeren in kennis en kunde (door uitwisseling van informatie, casusanalyse, opleidingen en trainingen) en vroegtijdige betrokkenheid van de juridisch adviseurs van BJZ bij dossiers. We blijven inzetten op persoonlijke contacten met de collega’s in alle afdelingen en het actualiseren en aanvullen van de inhoud van het juridisch plein op intranet. We stimuleren de “informele aanpak”: eerst het goede gesprek. We zetten met goed resultaat (pre)mediation in. Dit blijkt uit de jaarverslagen van de Algemene en Sociale Kamer van de commissie van advies voor de bezwaarschriften en de klachtenfunctionaris.

Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid, Inkoop, Informatiebeveiliging en Privacy

Rechtmatigheid
Betrouwbaarheid en rechtmatig handelen binnen wet- en regelgeving is een belangrijk punt voor de gemeente. Jaarlijks leggen we in het Interne Controle plan de uitvoering van de verbijzonderde interne rechtmatigheidscontrole vast. De gemeente blijft zichtbaar werken aan de verbetering van processen zodanig dat afwijkingen gesignaleerd en gecorrigeerd worden. 

Inkoop

Zie paragraaf 10.

Informatiebeveiliging en privacy
Inwoners, ondernemingen en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat we zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens. Het is daarom van groot belang dat gegevens alleen onder strikte voorwaarden gebruikt worden en goed beveiligd zijn tegen onbevoegd gebruik. In 2020 is de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) in werking getreden, waarmee er één normenkader is ontstaan voor gemeenten, provincies, waterschappen en rijk. Ons informatiebeveiligingsbeleid is in 2021 geactualiseerd en continu gebaseerd op het treffen van technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in het kader van dit normenkader.

De beveiligingsfunctionaris (CISO) zorgt voor de coördinatie en toezicht op de naleving van beveiligingsmaatregelen en -procedures, voor elk onderdeel van het informatiebeveiligingsbeleid. Beveiliging van onze gegevens en sturen op houding en gedrag vraagt continu aandacht en investeringen. De gemeente heeft diverse instrumenten ingezet om de informatiebeveiligings- en privacybewustzijn te optimaliseren. De gemeente heeft in 2021 zichtbaar voldaan aan de normen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van onze dienstverlening via DigiD en aan de specifiek normen welke gelden voor de BRP en de waardedocumenten, Suwinet, BAG, BGT en BRO.

Burgers hebben op grond van de AVG het recht te weten welke gegevens van hen worden verwerkt, voor welk doel en met wie deze worden gedeeld. De privacyrechten van burgers zijn daarmee uitgebreid en de eisen waaraan persoonsgegevens moeten voldoen zijn verscherpt. Gegevensbescherming en privacy dringen door in alle processen binnen onze gemeentelijke organisatie. Privacy heeft een direct raakvlak met informatiebeveiliging en vraagt continue aandacht en investeringen. In 2021 hebben we zichtbaar gewerkt aan de inrichting van onze processen, systemen en interne organisatie conform de privacywetgeving. De gemeente beschikt over een register van verwerkingsactiviteiten en houdt deze actueel om daarmee te kunnen voldoen aan de verantwoordingsplicht en inzicht te kunnen geven aan burgers wanneer zij hun privacyrechten uitoefenen. De Functionaris Gegevensbescherming houdt onafhankelijk toezicht op de naleving van de privacyregels.

Communicatie en ICT

Terug naar navigatie - Communicatie en ICT

Communicatie
We spelen in op de belangrijke (online) trends en een eenduidige profilering van de gemeente over alle projecten en activiteiten heen. Niet alleen offline, maar we ontwikkelen ook online door, in beeld, tekst en video. We maken gebruik van animatie, infographics en film. Naast uitvoerende activiteiten richt communicatie zich ook dit jaar op het stimuleren, coachen en ontwikkelen van communicatiebewustzijn en -vaardigheden van de organisatie. Er kunnen steeds meer diensten online worden aangevraagd. We spelen een adviserende rol in de organisatieontwikkelingen en ontwikkelingen participatie. Communicatie is daarnaast actief onderdeel van de programma’s Omgevingswet, Samenleven, Duurzaamheid en Dienstverlening.

Informatie- en communicatietechnologie
Zie paragraaf 10 OWO-samenwerking.

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 | Verbonden partijen

Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen beschikbaar heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de partij. De gemeente heeft ook een financieel belang als de verbonden partij haar financiële problemen kan verhalen op de gemeente. Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. De verbonden partijen bestaan uit Gemeenschappelijke Regelingen, deelnemingen en overige verbonden partijen.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Elke verbonden partij draagt direct of indirect bij aan de beleidsdoelen van de gemeente. In de programma’s geven we aan op welke wijze de verbonden partij aansluit op het eigen beleid, de activiteiten en welke risico’s er zijn met betrekking tot de samenwerking. Deze paragraaf geeft een totaalbeeld van participaties in verbonden partijen en van de financiële aspecten.

Verbonden partijen zijn (participaties in) Gemeenschappelijke Regelingen, stichtingen en verenigingen en vennootschappen. Van bestuurlijk belang is sprake als de gemeente zeggenschap heeft door een zetel in het bestuur of door stemrecht. Onder financieel belang verstaan we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijtraakt in geval van faillissement van de verbonden partij. Of dat de gemeente voor een bepaald bedrag aansprakelijk wordt gesteld als de verbonden partij zijn/haar verplichtingen niet nakomt.

Deelname in een verbonden partij is een alternatief voor enerzijds het zelf uitvoeren van gemeentelijke taken of anderzijds het uitbesteden van deze taken. Het uitgangspunt is dat we alleen deelnemen in een verbonden partij als we daarmee een publiek belang dienen. Er kunnen verschillende redenen zijn om deel te nemen in een verbonden partij, bijvoorbeeld:

  • Efficiencyvoordelen: kostenvoordeel door samenwerking
  • Risicospreiding: het delen van (financiële) risico’s met andere partijen
  • Kennisvoordeel: gebruik maken van elkaars kennis en expertise
  • Bestuurlijke kracht/effectiviteit: deelnemers staan samen sterker
  • Katalysatorfunctie: de gemeente als belangrijke initiërende factor

We streven naar het efficiënt uitvoeren van gemeentelijke taken op basis van samenwerking. Waarbij de sturingselementen zoals transparantie, kaderstelling, verantwoording en controle voldoende gewaarborgd zijn.

SDF

Terug naar navigatie - SDF
Verband Gemeenschappelijke Regeling Centrumregeling samenwerking sociaal domein Friese gemeenten te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 18 Friese gemeenten nemen deel in deze GR. Er vindt ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats tussen gemeenten over (de uitvoer van) deze regeling.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Binnen de Centrumregeling Sociaal Domein Friese Gemeenten (uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein Friesland (SDF)) werken de Friese gemeenten samen aan de inkoop van specialistische jeugdhulp en het bijbehorende contractbeheer. Het algemene doel van de regeling is specialistische zorg en ondersteuning leveren aan inwoners van alle Friese gemeenten.
Financieel belang De centrumgemeente berekent de integrale kosten voor haar dienstverlening door aan gemeenten. De kosten voor de dienstverlening bestaan uit kosten voor instandhouding en kosten voor taakuitvoering. De kosten voor instandhouding worden onder gemeenten verdeeld op basis van inwoneraantal van elke gemeente met peildatum 1 januari van jaar t-1. De kosten voor uitvoering van taken worden verdeeld onder gemeenten op basis van het percentuele aandeel dat een gemeente toekomt in het totaal van aantallen cliënten op basis van de Jeugdwet. Onze bijdrage voor 2021 is begroot op € 113.000. Op dit moment is de afrekening nog niet bekend.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Het resultaat wordt verrekend met de bijdragen van de gemeente. Er is daarom geen sprake van vermogen.
Resultaat x € 1.000 € 0
Risico's Als het SDF de afspraken over de begroting niet haalt, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting van het SDF in de planning- en controlcyclus van het SDF.

VRF

Terug naar navigatie - VRF
Verband Veiligheidsregio Fryslân te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een gemeenschappelijke regeling met de 18 Friese gemeenten. Zowel bestuurlijk als ambtelijk bestaan er gremia waarin (één van de) OWO-gemeente(n) vertegenwoordigd is/zijn:
·         Deelname in Algemeen Bestuur (AB) van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Dagelijks Bestuur (DB) van de VRF (burgemeester Korthuis);
·         Deelname in Bestuurscommissie Veiligheid van de VRF (drie burgemeesters);
·         Deelname in Agendacommissie Veiligheid van de VRF (burgemeester Korthuis);
·         Deelname in Bestuurscommissie Gezondheid (drie portefeuillehouders);
·         Deelname in Agendacommissie Gezondheid (Heerenveen);
·         Deelname in POOK (Plenair Overleg Oranje Kolom) drie gemeentesecretarissen;
·         Deelname in ambtelijk regionaal overleg (zowel VRF-breed als in district Zuidoost) (3 Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers).
Gemeentelijk belang en openbaar belang Veiligheidsregio Fryslân (VRF) is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD Fryslân en andere partners. In de VRF werken zij samen aan brandweerzorg, publieke gezondheidszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zo willen we (gezondheids)risico’s zo veel mogelijk beperken en het beleid van gemeenten op het gebied van gezondheid en veiligheid bevorderen.
Financieel belang Bijdrage 2021 € 2.701.423:
1. Gezondheid € 193.863
2. Jeugdgezondheidszorg € 901.983
3. Veiligheid € 99.751
4. Brandweer € 1.505.826
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 3.615 1-1-2020 € 59.907
31-12-2020 € 6.075 31-12-2020 € 63.002
Resultaat x € 1.000 € 3.791 (2020)
Risico's Als de VRF zich niet houdt aan afspraken over de begroting, krijgen de gemeenten achteraf alsnog de rekening gepresenteerd. Dit risico beheersen we intern door periodiek de uitgaven te monitoren en bij bestuurlijk en ambtelijk overleg input te leveren. Daarnaast bespreken we de begroting en de jaarrekening van de VRF in de planning- en controlcyclus van de VRF.

SW Fryslân

Terug naar navigatie - SW Fryslân
Verband Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening Fryslân te Drachten
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Er nemen naast Ooststellingwerf nog 7 gemeenten deel. sociale werkvoorziening drachten. Vertegenwoordiging in dagelijks en algemeen bestuur: wethouder Bos
Gemeentelijk belang en openbaar belang De taken vanuit de voormalige Wet sociale werkvoorziening (WSW) moeten door ons als gemeente worden uitgevoerd. Op basis van efficiency en financiële redenen zijn deze taken uitbesteed aan de GR. Vanaf 1 januari 2015 is nieuwe instroom in de WSW niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat de WSW alleen nog van kracht blijft voor de huidige werknemers met een vaste aanstelling. Voor de toekomst heeft de GR besloten de WSW verantwoord en versneld af te bouwen, met aandacht voor de positie van de huidige werknemers. Dit doen we door een gezamenlijk beschutwerkbedrijf (met 8 deelnemende gemeenten) in stand te houden. Nieuwe activiteiten van Caparis N.V. komen niet voor rekening van de aandeelhouders. Verder streeft de GR naar het terugdringen van het subsidie- en exploitatietekort bij Caparis N.V. Vanaf 1-1-2020 zijn de activiteiten van de GR veranderd waarbij er geen sprake meer is van de uitvoering van de WSW. Door de gemeente is een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten met Caparis voor de uitvoering van deze activiteiten. Vanaf 2020 is daarom ook geen bijdrage aan de GR meer.
Financieel belang Onze exploitatiebijdrage voor de GR SW Fryslân voor 2021 bedraagt € 0
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
01-01-2020 € 458 01-01-2020 € 5.161
31-12-2020 € 0 31-12-2020 € 7.172
Resultaat x € 1.000 € 0 (2020)
Risico's Als gemeente lopen we het risico dat het subsidietekort oploopt in de komende jaren. Daarnaast zijn we verantwoordelijk voor uitstaande geldleningen van de GR.

Recreatieschap

Terug naar navigatie - Recreatieschap
Verband Recreatieschap Drenthe te Diever
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle 12 Drentse gemeenten en de gemeente Ooststellingwerf nemen deel. Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Jager-Wöltgens
Gemeentelijk belang en openbaar belang Het samenwerkingsverband heeft tot taak de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van recreatie & toerisme. Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder verband) worden opgepakt. “Samen is meer dan de som der delen”.
Financieel belang Bijdrage 2021: € 78.427
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 697 1-1-2020 € 670
31-12-2020 € 1.387 31-12-2020 € 813
Resultaat x € 1.000 € 6 (2020) (+571 incidenteel)
Risico's De financiële risico’s voor de Gemeenschappelijke Regeling zijn gering. De bijdrage is beperkt en de regeling heeft een financieel gezonde positie.

FUMO

Terug naar navigatie - FUMO
Verband Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) te Grouw
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Alle Friese gemeenten, de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân.
Vertegenwoordiging in algemeen bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Deelname aan de FUMO is wettelijk verplicht gesteld voor alle Friese gemeenten. Hiermee wordt beoogd de uitvoering van de milieuregelgeving te professionaliseren, te uniformeren en de afstemming met andere handhavingspartners (Justitie) te verbeteren. In het basistakenpakket is vastgelegd voor welke activiteiten (van bedrijven en instellingen) de FUMO haar werkzaamheden moet uitvoeren. De gemeente blijft het bevoegd gezag. De FUMO voert voor de gemeente gedeeltelijk het omgevingsrecht uit: de vergunningverlening en het toezicht van het milieucomponent van grote en complexe bedrijven en instellingen.
Financieel belang Bijdrage 2021 € 366.983
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 1.365 1-1-2020 € 4.781
31-12-2020 € 1.626 31-12-2020 € 5.556
Resultaat x € 1.000 € 325 (2020)
Risico's De Gemeenschappelijke Regeling brengt een inherent risico mee, dat alle deelnemers moeten bijspringen bij eventuele tekorten. We voeren toezicht op de uitvoering van de taken door de FUMO. Op bestuurlijk niveau in het Algemeen Bestuur. Op ambtelijk niveau door deelname aan de Controllersgroep en het Opdrachtgeversoverleg. We hebben enkel de wettelijk verplichte basistaken in de FUMO ondergebracht. Niet de plustaken. Daarmee zijn we niet aansprakelijk voor de risico’s die met de uitvoering van plustaken gepaard gaan.

Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit

Terug naar navigatie - Lokale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit
Verband Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Hûs en Hiem) te Leeuwarden
Gemeenschappelijke regeling
Deelnemers Een Gemeenschappelijke Regeling van deelnemende gemeenten op het gebied van de bouwkundige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân. Vertegenwoordiging in het dagelijks bestuur door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang De commissie Ruimtelijke Kwaliteit Hûs en Hiem, welstandadvisering en monumentenzorg heeft als doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeente te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Betrokken gemeenten moeten op grond van de nieuwe Omgevingswet een onafhankelijke commissie benoemen die zich uitspreekt over verbouwingen, sloop of verplaatsing van rijksmonumenten. Daarnaast adviseert deze commissie ook over meer kwaliteitsvragen dan monumenten alleen.
Financieel belang Voor de dienstverlening biedt de gemeente geen vergoeding aan deze GR. Leges die de GR - Hûs en Hiem bij de gemeente in rekening brengt worden één op één doorberekend naar de aanvrager. De Gemeenschappelijke Regeling is budgetneutraal.
Omvang van het vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 334 1-1-2020 € 82
31-12-2020 € 350 31-12-2020 € 81
Resultaat x € 1.000 € 8 (2020)
Risico's In feite loopt de gemeente geen risico. Kosten gemaakt door de commissie worden één-op-één in rekening gebracht bij de aanvrager. Daarnaast is de financiële positie van de regeling gezond. Wel is het zaak alert te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen. Bijvoorbeeld het teruglopen van de bouwactiviteiten in relatie tot de financiële crisis zoals we die in de afgelopen jaren hebben ervaren. Dit risico kunnen we verminderen door in te spelen en actief te reageren op ontwikkelingen en toekomstprognoses in de begroting. Zo kunnen we daar waar nodig bijsturen of zelfs maatregelen afdwingen om de kosten dekkend te maken voor de komende jaren. Dit alles conform de eisen en voorschriften zoals die zijn gesteld in de Gemeenschappelijke Regeling Hûs en Hiem. Gezien de huidige ontwikkelingen in de woningmarkt, zullen inkomsten naar verwachting de komende periode toenemen.

Omrin

Terug naar navigatie - Omrin
Verband Omrin:
a. Afvalsturing Friesland N.V. (OMRIN) te Leeuwarden
b. N.V. Fryslân Miljeu te Leeuwarden
Vennootschappen en Coöperaties
Invloed Gemeente is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders door wethouder Hijlkema.
Gemeentelijk belang en openbaar belang Omrin (Afvalsturing en Fryslân Miljeu) is het bedrijf van en voor gemeenten voor de reinigingstaken. Zij verwerkt het ingezamelde huishoudelijke afval en exploiteert de gemeentelijke milieustraat. Het bedrijf wil als totaaloplosser de gehele afvalketen bestrijken (van kringloop tot storten). Samen met de aandeelhouders wordt het beleid bepaald.
Financieel belang Aandelenkapitaal:
a. € 54.457
b. € 46.807
Het bruto dividend over 2020 bedraagt € 82.646 (Afvalsturing) en € 35.696 (NV Fryslan Miljeu)
Omvang van het vermogen x € 1.000 a. Eigen vermogen: a. Vreemd vermogen
1-1-2020 € 57.000 1-1-2020 € 142.008
31-12-2020 € 61.055 31-12-2020 € 132.770
b. Eigen vermogen: b. Vreemd vermogen
1-1-2020 € 8.286 1-1-2020 € 17.225
31-12-2020 € 9.426 31-12-2020 € 20.912
Resultaat x € 1.000 a. € 5.176 (2020)
b. € 1.384 (2020)
Risico's De risico’s zijn beperkt. Op beleidsniveau is voor ons voldoende vertegenwoordiging en beslissingsbevoegdheid aanwezig. De onderneming heeft een gezonde financiële positie.

BNG

Terug naar navigatie - BNG
Verband N.V. Bank Nederlandse gemeenten te Den Haag
Vennootschappen en Coöperaties
Gemeentelijk belang en openbaar belang De kerntaak van de BNG is om tegen lage tarieven krediet te verstrekken aan of onder garantie van Nederlandse overheden. Daarmee speelt de bank een essentiële rol in de financiering van door overheden gewenste maatschappelijke investeringen. De aandeelhouders van de BNG zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De burgemeester van Ooststellingwerf vertegenwoordigt de gemeente.
Financieel belang 18.720 aandelen a € 2,50 nominaal. Het dividend over 2020 is € 33.883
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 4.887.000 1-1-2020 € 144.802.000
31-12-2020 € 5.097.000 31-12-2020 € 155.262.000
Resultaat x € 1.000 € 228.000 (2020)
Risico's De onderkende risico’s voor de verbonden partij zijn minimaal. BNG publiceert op hun website het risicoprofiel. Daaruit blijkt dat door de topratings de bank in staat is tegen lage prijzen geld aan te trekken op de geld- en kapitaalmarkt. De BNG hanteert een strak kapitalisatiebeleid. De bank heeft een gezonde financiële positie.

SBMVO

Terug naar navigatie - SBMVO
Verband Stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed Oosterwolde
Stichtingen en Verenigingen
Gemeentelijk belang en openbaar belang De stichting Beheer Multifunctioneel Vastgoed beheert en exploiteert en houdt de voorziening (= de Kampus) in stand voor de huidige gebruikers (= het Stellingwerf College, Kunst & COO en de Openbare Bibliotheek). Maar ook voor culturele evenementen en overige activiteiten in het openbaar belang en voor de inwoners van Ooststellingwerf. De Stichting is volle eigenaar en is verantwoordelijk voor de meerjarige instandhouding van de Kampus.
Financieel belang De gemeente staat garant voor een lening van € 1 miljoen.
Vermogen x € 1.000 Eigen vermogen: Vreemd vermogen:
1-1-2020 € 65 1-1-2020 € 1.045
31-12-2020 € 71 31-12-2020 € 1.058
Resultaat x € 1.000 € 5 (2020)
Risico's Een risico is dat de Stichting door onvoorziene omstandigheden zijn taak niet meer kan uitvoeren (bijvoorbeeld als een van de huidige gebruikers ophoudt te bestaan). Dit risico wordt beperkt doordat indien nodig bestuurlijk overleg plaatsvindt. Daarnaast ontvangen wij als gemeente jaarlijks het jaarverslag van de Stichting, dat we aan de gemeenteraad ter decharge voorleggen. Ooststellingwerf staat garant voor de lening van € 1.000.000. Uit de jaarrekening van de Stichting blijkt dat de stand van de liquide middelen samen met de activa ongeveer 1,7 keer de hoogte van de lening is. Daarom is het financiële risico voor ons gering.

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Paragraaf 7 | Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7 | Grondbeleid

De gemeente is van actief grondbeleid overgegaan naar facilitair grondbeleid. Daarbij is de nadruk komen te liggen op de uitvoering van de wettelijke taken: volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (RO). Als dit in acht genomen wordt staat het grondbeleid ook ten dienste van algemene maatschappelijke taken op het gebied van economie, werkgelegenheid, natuur, cultuur, zorg en onderwijs. Het grondbeleid dient sturing geven aan de inzet en het gebruik van grond om zodoende de door de gemeente nagestreefde doelen te realiseren. Grondbeleid is daarmee een middel en geen doel op zich.

Faciliterend grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf geen grondexploitaties voert, maar dit overlaat aan private ontwikkelaars. Wij faciliteren dan door het uitvoeren van onze wettelijke taken, zoals het maken van een nieuw bestemmingsplan. Maar we kunnen ook faciliteren door het treffen van voorzieningen in de openbare ruimte of het aanleggen van nutsvoorzieningen. De kosten hiervan moeten we vervolgens op de ontwikkelende partij verhalen (Hfd 6.4 Wro). Dit doen we door het sluiten van een anterieure overeenkomst. Als dat niet lukt dient er een exploitatieplan opgesteld te worden.

Het nadeel van het hanteren van een facilitair grondbeleid is dat het ons afhankelijk maakt van derden. Indien de markt bepaalde door ons gewenste ontwikkelingen niet oppakt of niet volgens de gemeentelijke randvoorwaarden kan of wil realiseren, denk hierbij aan bepaalde woningbouwcategorieën, kunnen we actief grondbeleid inzetten. Hierdoor behouden we invloed op waar, wat en hoe wordt gebouwd. In de praktijk zal dat dan uitkomen op een vorm van samenwerking met de ontwikkelaar. Hierbij moeten de financiële risico’s, ook op langere termijn, wel aanvaardbaar zijn.

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

Het grondbeleid wordt uitgevoerd aan de hand van de Nota Grondbeleid: De Nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het te voeren grondbeleid van de gemeente Ooststellingwerf. Het beschrijft onder andere de diverse grondbeleidsinstrumenten die de gemeente tot haar beschikking heeft en er worden concrete grondbeleidskeuzes gemaakt. Ook geeft het richtlijnen voor het “in de markt zetten” van in exploitatie te brengen gronden. De methoden van prijsbepaling voor de toekomstige functie van de te verkopen grond staan beschreven, met als doel een zo marktconform mogelijke prijs. U stelt jaarlijks een notitie vast waarin de grondprijzen en de parameters staan.

Het grondbeleid vindt de grondslag in de volgende wettelijke landelijke/ internationale regelgeving:

  • Wet ruimtelijke ordening (Wro)
  • Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
  • Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
  • Wet voorkeursrecht Gemeenten (Wvg)
  • Wet Markt en Overheid
  • Gemeentewet (Gemw)
  • Staatssteunregeling Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).


Het realiseren van gebiedsontwikkeling en volkshuisvesting vraagt om een op maat gesneden aanpak. De aanpak die de Woonvisie 2017-2022 voorstaat, is om het beleid verder uit te werken in (flexibele) uitvoeringsagenda’s. In de toekomst moeten we meer aandacht hebben voor het 'managen' van de gevolgen van de demografische ontwikkelingen. Dit heeft gevolgen voor onze in te zetten grondposities. Onze grondposities hebben we nu (grotendeels) aangewend voor zonnepaneelvelden.

Doelstelling
Het gemeentelijk grondbeleid heeft tot doel de bestuurlijke en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Ooststellingwerf mogelijk te maken door aankoop, exploitatie en uitgifte van gronden dan wel door medewerking te verlenen aan ontwikkeling van plannen door private personen, bedrijven en instellingen.

De wijze waarop we het grondbeleid uitvoeren
Extern: het grondbeleid is gericht op:

  • Ruimtelijke kwaliteit.
  • Het stimuleren van plaatselijke economie.
  • Het inzetten op duurzaamheid.
  • Het opstellen van economisch beleid.
  • Het verbeteren van veiligheid en leefbaarheid.
  • Vraaggerichte aansluiting bij lokale initiatieven.


Intern: Het grondbeleid aanpassen aan de trends en ontwikkelingen in de samenleving.

  • Richt het grondbedrijf zich primair op de volkshuisvestelijke en wettelijke taken uit de Wro.
  • Voldoet het grondbedrijf aan de kwaliteitscriteria van het BBV.
  • Heeft het grondbedrijf een interne bezetting (fte) met voldoende kennis en kunde (functies) om de regie goed uit te kunnen voeren.
  • Is het grondbedrijf robuust, toekomstbestendig, gericht op continuïteit en in staat om te anticiperen op conjuncturele ontwikkelingen.
  • Is het grondbedrijf financieel transparant en gezond (inzet op maximale terugverdiencapaciteit).
  • Heeft het grondbedrijf nieuwe dwarsverbanden met de leefbaarheid.

 

Uitvoering

Terug naar navigatie - Uitvoering

Met de komst van de Omgevingswet (uitgesteld tot 1 januari 2022) moet in 2021 de nota grondbeleid worden aangepast. De consequenties voor het grondbeleid vloeien met name voort uit de Aanvullingswet Grondeigendom van de Omgevingswet. In de Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid geïntegreerd in het stelsel van het omgevingsrecht. Het gaat om de volgende instrumenten: voorkeursrecht, onteigening. Herverkaveling en kavelruil in landelijk en stedelijk gebied worden toegevoegd aan het instrumentarium. Verder wordt de bestaande regeling voor het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling gewijzigd.

Woningbouwopgave
In 2019 zijn met de provincie Fryslân afspraken gemaakt over het woningbouwvolume tot en met 2025. Het plan van aanpak woningbouw Ooststellingwerf met afwegingskader is in 2019 vastgesteld en is in uitvoering (zie thema 3.4). Er ziijn in regioverband Zuidoost Fryslân nog geen woningbouwafspraken over de periode 2020 tot 2030 met de provincie Fryslân gemaakt. Na overleg met de provincie Fryslân is onze woningbouwruimte, op basis de Woon(zorg)visie 2022-2026 verhoogd van 190 naar 320 woningen en geldt voor alle dorpen dat er binnenstedelijk vrij (= niet ten laste van de woningbouwruimte) mag worden gebouwd. Deze afspraak met de provincie is een punt van overleg binnen het regioverband. In het 1e kwartaal van 2022 komt de regio tot een afronding.  

Complexen grondexploitatie
Woningbouw

  • In Langedijke is nog een 1 kavel in optie, beoogde looptijd: 2022
  • In Elsloo is er nog een 1 kavel in optie, beoogde looptijd: 2022
  • In Donkerbroek-West: zijn alle kavels verkocht
  • De Kromten Waskemeer: fase 1 afgesloten 2018; fase 2 bestaat uit drie kavels. Het ontwerpbestemmingsplan ligt ter inzage, looptijd 10 jaar na start exploitatie fase 2.


Bedrijventerreinen

  • Oosterwolde Venekoten: prognose € 270.000 per jaar aan verkopen. Resterende looptijd 2035.
  • Haulerwijk De Turfsteker: uitgifte prognose: 1 kavel per jaar, resterende looptijd 2022.

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Winstnemingen grondexploitatie
Voor de lopende complexen hebben we geen hoog risico. In overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn de winsten die genomen konden worden toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondexploitatie (ARG). Dit overeenkomstig het in het BBV dwingend voorgeschreven systeem van de POC (percentage of completion).

Bij verkoop van gronden (kaveluitgifte) is de gemeente ook geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. Tot dusver hebben we nog geen vennootschapsbelasting hoeven te betalen. 

Algemene reserve grondexploitatie
Het doel van de ARG is om de winsten van de complexen toe te voegen en over deze reserve te beschikken indien een complex niet kostendekkend is (een soort vereveningsfonds). Ook renteverliezen ten gevolge van een langere looptijd van een complex komen ten laste van de reserve. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. We hebben sinds 2017 na het aanscherpen van de regels van het BBV de POC-methodiek moeten toepassen. Er wordt nu gekeken naar het "percentage of completion". De stand van de reserve is per 31-12-2021 € 1.007.000. Naast een bedrag van € 426.000 als ARG, is voor Masterplan ‘Oosterwolde Centrum – Venekoten Noord’ € 581.000 beschikbaar.

Budget strategische aankopen
Het budget strategische aankopen is feitelijk een jaarlijks mandaat van de gemeenteraad aan het college om snel strategische aankopen te kunnen doen. Het college kan strategische aankopen verrichten tot een bedrag van € 1.000.000 per jaar. De voorwaarden om het krediet aan te mogen spreken staan in de ‘Nota Grondbeleid’. (zie financiële verordening 2017 Ooststellingwerf ex artikel 212 Gemeentewet, artikel 16, derde lid).

Meerjarenbegroting grondexploitatie
Per complex (woningbouwgronden en industriegrond) houdt de gemeente een exploitatie bij waarin de huidige stand van zaken is opgenomen en een prognose wordt gegeven over de verdere looptijd van de exploitatie (doorgaans 10 jaar).

PAS en PFAS

Terug naar navigatie - PAS en PFAS

PAS
Het kabinet heeft als doel geformuleerd om voor het jaar 2030 de hoeveelheid stikstof op minimaal de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden te verminderen, tot een voor de natuur veilig niveau. Hiervoor is een wetsvoorstel ingediend. Tot op heden zijn er in onze gemeente geen bouwprojecten als gevolg van de PAS komen te vervallen, wat niet wegneemt dat we de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.

PFAS
De gemeente Ooststellingwerf heeft zich inmiddels aangesloten bij de tijdelijke PFAS regeling (1 juli 2020). Hierdoor kunnen bouwprojecten getoetst worden aan de tijdelijke regeling. We voldoen aan de wettelijke verplichting om een recente bodemkwaliteitskaart inclusief PFAS voor het grondgebied van de gemeente Ooststellingwerf te hebben. Deze bodemkwaliteitskaart dient als toetsingskader bij grondverzet.

Verschillende lidstaten, met Nederland als koploper, willen dat alle schadelijke PFAS-stoffen worden verboden. Er is hiervoor een Europese verordening in voorbereiding die in de komende 5 jaar van kracht zou moeten worden. Wat de impact van het verbod op de o.a. de bouw heeft wordt nu uitgezocht door de Europese wetenschappelijke comités.

Particuliere ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Particuliere ontwikkelingen

Particuliere ontwikkeling woningbouw

  • Bouw van 7 woningen aan de Meester van Ekstraat Haulerwijk zit in de afrondende fase. 
  • Alleen de 'kop' van het woningbouwproject de Wrongel in Oosterwolde dient nog te worden ingevuld.
  • In Appelscha is op het voormalige terrein van het miniatuurpark het woningbouwproject “Het Oldehof” opgeleverd.
  • Aan de Houtwal 13-14 Oosterwolde zijn  4 appartementen gebouwd.
  • Wolvegasterweg 10 (Willinghe prinsstraat) in Oldeberkoop. Het bestemmingsplan is vastgesteld. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid voor 6 appartementen en twee vrijstaande woningen (8 in totaal).


Particuliere ontwikkeling niet-woningbouw

  • Oosterwolde Venekoten Noord; In 2020 heeft een grote brand een groot terrein verwoest in de kop Venekoten-Noord. Dit particuliere terrein zal heringericht worden.
  • Oosterwolde Ecomunity: dit is een particulier initiatief, gericht op de realisatie van een hoogwaardig duurzaam bedrijvenpark met een kenniscentrum.

Prognose te verwachten resultaten

Terug naar navigatie - Prognose te verwachten resultaten

De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de huidige inzichten en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico's. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is van onzekerheden, die periodiek wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen.

x € 1.000
Bouwgronden in exploitatie Boek- Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbreng-sten Geraamd resultaat (eind-waarde) Genomen verliezen tm. 2021
waarde
31-dec-21
Grondexploitatie
38 Industrieterrein Venekoten geheel 2.308 93 4.067 -1.666 298
46 Haulerwijk Industrieterrein Beute 291 6 673 -377 1
47 Haulerwijk Industrieterrein Beute 2e fase 159 0 877 -718 87
104 De Kromten Waskemeer 55 52 162 -55
111 Langedijke Melman II -245 203 92 -135
117 Elsloo 26 145 228 -57
128 Donkerbroek-west -178 136 0 -42
Totaal - 2.416 634 6.098 -3.048 386

Paragraaf 8 | Gebiedsuitwerking

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Paragraaf 9 | Duurzaamheid

Terug naar navigatie - Paragraaf 9 | Duurzaamheid

In september 2017 heeft u de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vastgesteld. Voor de periode 2021 – 2025 worden de ambities van de Versnellingsagenda Duurzaam Ooststellingwerf 2030 vertaald in een Programma Duurzaamheid. Met dit programma gaan we verder met de lijn die we hebben ingezet met de Versnellingsagenda duurzaam Ooststellingwerf 2030 en het Uitvoeringsprogramma Biobased Economy 2016 – 2020. De focus ligt op drie thema’s:

  1. Energietransitie
  2. Klimaatadaptatie
  3. Circulaire economie

Voor de opgaven binnen deze thema’s hebben we de samenleving nodig. Door middel van participatie betrekken we onze inwoners en geven we ze een grote rol geven in het bedenken en uitvoeren van projecten en acties die bijdragen aan de opgaven. Hiervoor willen we aansluiten bij wat er leeft en speelt in de wijken en dorpen in onze gemeente. De uitvoeringsagenda van het Programma Duurzaamheid bevat concrete projecten en een financiële onderbouwing die aan u worden voorgelegd ter besluitvorming. De voortgang wordt gerapporteerd via de P&C-cyclus. 

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Doel: Ooststellingwerf energieneutraal in 2030
Opgaven:

  • Energiebesparing
  • Duurzame energieopwekking
  • Duurzame mobiliteit


Om energieneutraal te zijn mogen we in 2030 niet meer energie gebruiken dan we zelf duurzaam opwekken. Om dit te bereiken gebruiken we zo weinig mogelijk energie door energiebesparing. Als we energie gebruiken doen we dat zo efficiënt mogelijk. Het opwekken van energie doen we duurzaam en met zo laag mogelijk uitstoot van CO2. Hiervoor is onder andere in 2021 een Warmtetransitieplan opgesteld. Daarnaast zetten we in op duurzame vormen van mobiliteit.

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Doel: klimaatbestendig Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Vergroten klimaatbestendigheid
  • Verbeteren van bodemgezondheid
  • Vergroten van de biodiversiteit


Door de klimaatverandering is er meer kans op weersextremen met wateroverlast, hitte en droogte. Eén van de risico’s hiervan is een afname van de biodiversiteit. We zetten in op het afkoppelen van hemelwaterafvoer van het riool en het verminderen van de hoeveelheid verhard oppervlakte. We willen het regenwater langer vasthouden zodat het de tijd krijgt om te infiltreren in de bodem. Dit komt ten goede aan het grondwater en daarmee aan de watervoorraad voor de natuur, de biodiversiteit en de landbouw.

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Circulaire economie

Doel: meer gesloten kringlopen in Ooststellingwerf in 2030
Opgaven:

  • Biobased produceren
  • Afvalstoffen en grondstoffen
  • Kringlooplandbouw en voedsel


In een circulaire economie zetten we in op hergebruik van: allereerst producten, vervolgens materialen en ten slotte grondstoffen. In een circulaire economie worden producten zo gemaakt dat ze gemakkelijk zijn te hergebruiken en de samenstelling van producten zoveel mogelijk biologisch afbreekbaar is.

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën
x € 1.000
Financiën paragraaf 9 Duurzaamheid
Eenmalig
Resterend budget Biobased Economy (BBE), Reductie Regeling Energie (RRE), Reductie Regeling Energie Woningen (RREW) en klimaatmiddelen 140
Leer- en onderzoekscentrum Bodem (rijksbijdrage Regio Deal t/m 2023) 220
Structureel
Millenium en fair trade 3
Aanpak zwerfvuil- himmelwike 7
Mileueducatie 7
Zwerfafvalprojecten 29
Budget milieubeleid 64
Uitvoeringsbudget programma duurzaamheid 99
Daarnaast ook:
Duurzaamheidslening (refundable) 86
Stimulering duurzame initiatieven (refundable) 0

Paragraaf 10 | OWO-Samenwerking

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

OWO is het antwoord van de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Opsterland op nauwer samenwerken tussen de gemeenten. Door krachten en kennis te bundelen, kunnen we de kwaliteit verhogen, de kwetsbaarheid verminderen en kosten besparen. OWO bestaat uit drie samenwerkende gemeenten die naast de eigen afdelingen drie gezamenlijke afdelingen hebben. Hier werkt ongeveer één derde van alle medewerkers. De OWO-visie is begin 2021 door de drie gemeenteraden vastgesteld en bevat 10 topprioriteiten, waarvan in deze OWO-paragraaf de voortgang wordt beschreven.

We kijken terug op een goed OWO jaar, ondanks de andere werkomstandigheden en werkzaamheden die Covid-19 afdwong. Binnen het sociaal domein, onderdeel jeugd, is een drietal projecten ingericht op grip op de financiën, samenwerking en verdeling van werk. Daarvoor is een structuur neergezet en wordt er gebruik gemaakt van elkaars deskundigheid en de verbinding tussen drie gemeenten. OWO beleidsmedewerkers, managers en teamleiders in het Sociaal Domein werken goed samen. Er is focus op de verdeling van de uit te voeren taken binnen OWO-verband en vereenvoudiging van de overlegstructuur SDF.

Voor wat betreft de omgevingswet zijn er in 2021 vier uniforme raadsbesluiten in de drie OWO-gemeenten genomen. Deze besluiten zijn ambtelijk OWO-breed voorbereid en uiteindelijk door de drie gemeenteraden als hamerstuk vastgesteld. Het gaat om de besluiten inzake de verordening nadeelcompensatie, bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie.

In het kader van de energietransitie is eind vorig jaar in OWO samenwerking door de drie gemeenteraden de transitievisie warmte vastgesteld. De drie raden zijn gedurende het proces in een aantal gezamenlijke bijeenkomsten over de voortgang geïnformeerd. De besluitvorming heeft plaatsgevonden in de afzonderlijke raden. Bestuurlijke afstemming heeft plaatsgevonden in het bestuurlijk overleg van de OWO beleidstafel duurzaamheid.

De Europese openbare aanbesteding kernapplicatie is afgerond. Na een lang en intensief voorbereidings- en aanbestedingsproces met drie vragenrondes waarbij in OWO-verband intensief is samengewerkt, is de gunning aan Pink Roccade Local Goverment gedaan, waarmee de eerste fase van dit proces is afgerond.

Onderstaande informatie over 2021 is afkomstig van de drie OWO afdelingen (Beheer en Registratie, VTH en Bedrijfsvoering) en bestaat uit twee onderdelen. In deel 1 ‘Algemeen’ worden de onderwerpen benoemd die gelden voor alle drie OWO afdelingen en/of OWO-gemeenten, deel 2 ‘Topprioriteiten’ wordt een actualisatie gegeven van de stand van zaken van de uitvoering.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Covid-19
Voor het tweede jaar op rij is er grotendeels thuis gewerkt door de Covid-19 crisis. Dit vroeg net als in 2020 meer aandacht en zorg voor het welzijn van de medewerkers én ook om de verbinding met elkaar en met de organisatie te behouden. Dat heeft er enerzijds toe geleid dat het lage ziekteverzuimpercentage van de afdelingen Beheer & Registratie en VTH laag is gebleven en anderzijds dat de reguliere werkzaamheden met onverminderde kwaliteit zijn uitgevoerd én dat er gewerkt kon worden aan specifieke werkzaamheden.

In 2021 is gebleken dat digitaal werken en digitale informatievoorziening belangrijke en onmisbare pijlers zijn voor het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Door de Covid-19 beheersingsmaatregelen in 2021, is de werkplek van de gemeente aan verandering onderhevig. Het in hybride werken heeft zijn entree gemaakt en heeft ook in de kantoorgebouwen zijn effect op de kantoorwerkplek inrichting. Dit heeft tot een fundamentele verandering in het digitaal werken en thuiswerken geleid. 

Strategisch personeelsbeleid
Het invullen van nieuwe specifieke functies is in de huidige arbeidsmarkt niet gemakkelijk. Dit geldt ook voor de bestaande specialistische functies en de komende jaren komen hiervan meerdere posities vrij. In het afgelopen jaar hebben we het verloop in juist deze waardevolle functies op zien lopen. Dit maakte ons kwetsbaarder. Verschillende functies bleven in 2021 lange tijd open staan en moesten we middels kostbare inhuur borgen. 

Hieronder wordt een beeld gegeven van de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand van de drie afdelingen, ter toelichting op de noodzakelijk inhuur in 2021. Tevens geeft dit beeld onze uitdagingen op het personeelsbeleid voor de toekomst weer, waarop we in 2022  terug zullen komen in onze vooruitblik op het jaar 2023.

  • Beheer & Registratie
    De afdeling heeft in totaal 57 medewerkers (45,78 fte). 30% van het aantal fte gaat in de periode 2021 tot en met 2026 met pensioen. In de periode 2027 tot en met 2031 komt daar 17% bij. Dit laatste percentage kan hoger worden als medewerkers uit latere pensioenjaren, eerder met pensioen gaan.
  • Bedrijfsvoering
    De afdeling heeft in totaal 68 medewerkers in vaste dienst (63,95 fte). In de uitvoerende functies van de verschillende teams zien we grotendeels een leeftijdsopbouw van 60 plus. Dit brengt in de huidige én toekomstige werkomgeving een groot risico met zich mee. De huidige werkzaamheden zijn aan het veranderen van uitvoerend, naar controlerend en regisserend. Dit vraagt scholing en ontwikkeling. Gezien de ontwikkelbaarheid van juist deze groep medewerkers zien we daar in de komende 10 jaar een steeds groter wordend probleem ontstaan.
  • Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving
    De afdeling heeft momenteel 43 medewerkers in vaste dienst (41,18 fte).  Daarvan zit momenteel 3,64 fte in een flexibele schil. De uitstroom, als gevolg van pensionering de komende 3 jaren, is 11%. Hoofdzakelijk in 2022. De afgelopen 3 jaren was de uitstroom 27%. Als gevolg van een ander personeelsbeleid, aangejaagd door de krappe arbeidsmarkt en de hoge tarieven, is de flexibele schil teruggedrongen. Van de 27% instroom in het afgelopen jaar, was 20% jonger dan 40 jaar. 


Er wordt kritisch gekeken naar de ontwikkelingen in het werk, de pensioneringen etc. om te blijven voldoen aan de vier kernwaarden van de OWO samenwerking. De verwachting is echter dat we vanaf heden én de komende jaren meer moeten (blijven) investeren, om nieuwe en bestaande functies in te vullen en ingevuld te houden door middel van opleidingen, talentontwikkeling stimuleren, zij-, in-/uitstroom bevorderen, een OWO-traineeprogramma en het herijken van functies.

Los van bovengenoemde ontwikkelingen wordt ook onderzocht of bepaalde taken/functies waarvoor wordt ingehuurd, beter zelf uitgevoerd kunnen worden. Om de hogere kosten van inhuur te reduceren is ons voorstel voor de nabije toekomst om een pool van vaste medewerkers aan te trekken. En om daarnaast actief in te zetten op strategisch personeelsbeleid en de werving van nieuwe medewerkers met een ontwikkelpotentieel.

Aanbestedingen
In 2021 zijn twee grote Europese aanbestedingen opgestart en door Inkoop begeleid: de aanbesteding voor ons financiële pakket in de drie gemeenten en de aanbesteding voor een groot deel van onze ICT-applicaties. De aanbesteding van ons financiële pakket is afgerond en wordt geïmplementeerd. De aanbesteding van ICT-applicaties zal begin 2022 afgerond zijn. Hierna zal gefaseerd het ICT applicatielandschap geïmplementeerd worden. Vooruitblikkend: op de roadmap staan ook voor de andere omgevingen nog Europese aanbestedingen, die van de drie organisaties capaciteit en inzet zullen blijven vragen. Daarnaast zal er voor deze grote ICT projecten ingezet moeten worden op een projectteam met ervaring. Dit zal geworven moeten worden.

Topprioriteiten

Terug naar navigatie - Topprioriteiten

In de herijkte visie op de OWO samenwerking zijn onder de noemer ‘uitbouwen en doorontwikkelen’ 10 topprioriteiten opgenomen. De prioriteiten dragen nadrukkelijk bij aan de doelen van de samenwerking: doorontwikkeling, verdieping en optimalisatie. De regiegroep heeft zich uitgesproken met deze prioriteiten aan de slag te willen. Daarmee ligt er een solide basis voor de OWO-samenwerking. 

1a. OWO 2.0 – herijken OWO-afdelingen
1b. OWO 2.0 – zoektocht OWO-identiteit
Met het herijken van de visie is een hernieuwde solide basis gelegd onder de samenwerking.’ Samen zelfstandig’ is het motto. De OWO-samenwerking heeft daarmee opnieuw “smoel” gekregen. Deze visie en de uitwerking van onder andere de prioriteiten, geven koers en identiteit en vormen de start van OWO 2.0. In een continu ontwikkelproces is het belangrijk de doelen van de OWO-afdelingen scherp te houden. Drie afdelingen in drie verschillende huizen die samenwerken: welke overeenkomsten en welke verschillen zien we? De invulling van de OWO-identiteit is nog volop gaande.

2. Ambities en inrichting dienstverleningsconcept
In 2021 is een nieuwe visie op OWO gepresenteerd. Op basis daarvan zullen we de ambities op dienstverlening verder vormgeven, mogelijk via een OWO-dienstverleningsconcept. Samenwerking en onderlinge afstemming op generieke onderdelen is essentieel.

3. Doorontwikkelen inkoop- en aanbestedingsbeleid
In 2021 zijn de voorbereidingen gestart voor een verdere doorontwikkeling van de inkoopfunctie, waarover we in 2022 in het kader van de inrichting van een toekomstbestendige afdeling OWO-BV, de dialoog willen starten.

4. Datagedreven werken
Datagedreven werken is het sturen op basis van (onbewerkte) feiten en data om een beweging op gang te krijgen. De OWO afdelingen beschikken over veel en waardevolle data voor de samenwerkende gemeenten, waardoor dit thema in OWO-verband wordt opgepakt. In het Informatiseringsjaarplan 2021 is opgenomen dat de OWO gemeenten verder willen met Datagedreven werken. Door middel van het opstarten van praktische en concrete pilots wordt de organisatie vanaf de start  meegenomen om te zien wat er mogelijk is. Om grip te krijgen op de verschillende initiatieven, is de regievoering centraal neergelegd bij de afdeling OWO Beheer en Registratie binnen het team BVI. In 2021 is gestart met een pilot binnen het sociaal domein (OWO breed) en in Q1 2022 doen de OWO gemeenten mee aan een onderzoek van Data Fryslân naar verborgen criminaliteit. 

5. Positioneren verzekeringen
Bij het samengaan is het duidelijk geworden dat er bij de verzekeringsfunctie kansen zijn voor kostenbesparing en kwaliteitsverbetering. In de afgelopen twee jaren zijn de verzekeringsportefeuilles van de drie gemeenten op het moment van opnieuw moeten afsluiten, samengevoegd en op de inhoud op elkaar afgestemd. Hiermee zijn betere marktcondities in combinatie met verbeterde verzekeringscondities gerealiseerd. Dit blijven we doen. Daarnaast is het beleid geschreven waarmee wij de centrale adviespositie in de drie organisaties met de verschillende afdelingen verder kunnen gaan uitwerken en rollen.

6. Harmonisatie APV
Er is gezocht naar harmonisatie en verduidelijking van de drie verschillende APV-en. In het najaar van 2021 hebben de drie raden van de OWO-gemeenten een aangepaste APV vastgesteld. Daarmee is deze topprioriteit gerealiseerd. Een mooi OWO-resultaat, omdat de vastgestelde APV-en grotendeels geharmoniseerd zijn. Onder het komende regime van de Omgevingswet (2023) zal nogmaals een herziening van de APV plaatsvinden. Daarbij zal opnieuw gekeken worden naar kansen voor verdergaande harmonisatie en verduidelijking.

7. Actualiseren VTH-beleidsplan
Eind 2019 is voor de periode 2020-2024 een OWO-breed beleidsplan vastgesteld. Daarmee is ook deze prioriteit gerealiseerd. De drie gemeenteraden hebben kaders meegegeven voor dit beleidsplan. Het beleidsplan geeft richting aan de prioriteiten voor de afdeling OWO-VTH: een verschuiving van minder periodieke milieucontroles (onder andere veroorzaakt door verschuiving van deze taken naar de FUMO) naar meer tijd voor natuur, landschap en groen en meer aandacht voor de openbare ruimte. In 2021 is met de betrokken bestuurders invulling gegeven aan deze kaders. Er is begonnen met anders prioriteren. De coronacrisis is echter een dominante verstoorder geweest van dit proces, omdat uitgerekend de medewerkers die betrokken zijn bij aandacht voor natuur, landschap en groen, veel inzet moesten plegen rond de corona maatregelen. In 2021 is het thema ondermijning, onderdeel in het VTH-beleidsplan, opgepakt en is in OWO-verband gekeken naar de gezamenlijke “winstpakkers”. Dit thema zal in 2022 nadrukkelijk de aandacht vragen en krijgen.

8. Omgevingswet
Het motto van de Omgevingswet is ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’. Met de beoogde oorspronkelijke invoeringsdatum 1-1-2022 voor ogen, is hard gewerkt om tijdig te voldoen aan de minimaal gestelde eisen. Er zijn in de drie gemeenteraden noodzakelijke besluiten genomen. Diverse projectgroepen werken in OWO-verband aan de implementatie van de Omgevingswet zoals leges, Omgevingsplan, procesinrichting en inrichting van de applicaties en aansluiting op de landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Met name dit stelsel is er oorzaak van dat de invoeringsdatum wederom is uitgesteld. Eerst naar 1 juli 2022 en recentelijk naar 1 januari 2023. Niet alleen de DSO zorgt voor invoeringsproblemen. Er is nog steeds onduidelijkheid over taken die overgaan naar de omgevingsdienst FUMO. Voor zowel gemeenten als voor de FUMO is het daardoor nog niet mogelijk geweest een goede inschatting te maken van taken en financiële gevolgen. Binnen VTH wordt waar mogelijk wel voorbereiding getroffen voor de implementatie en overdracht van taken.

9. Informatieveiligheidsbeleid en privacy
Deze ambitie is in de achterliggende periode waargemaakt. De introductie van beveiligingsvraagstukken als gevolg van nieuwe wetgeving als ook de werkingssfeer van nieuwe lokaal georganiseerde functies, zoals bijvoorbeeld Chief Information Security Officer (CISO) en Privacy Officer (PO) zijn vanaf 2018 ingebed. Deze zijn hiermee een regulier onderdeel van de werkzaamheden, onderlinge afstemming en coördinatie geworden. Beleidsmatig zijn de lokale CISO’s en PO’s hiervoor verantwoordelijk. 

De beveiligingsvraagstukken/cybercriminaliteit hebben echter een vlucht genomen. Hierdoor zijn ook een aantal geplande ICT-projecten in de tijd verschoven. In het afgelopen jaar is de kwetsbaarheid gebleken om inbraakpogingen te kunnen signaleren en daarmee ook deels te kunnen voorkomen. Het is zeker dat dit de komende jaren een nóg groter deel van het takenpakket rondom onze ICT omgeving zal gaan innemen. Daarnaast zijn er nieuwe vraagstukken en verplichtingen uit bijvoorbeeld nieuwe wetgevingen bij gekomen, zoals de Omgevingswet. Uiteraard speelt daarbij de automatisering en digitalisering van werkzaamheden en processen een majeure rol. De afhankelijkheden van ICT, het gebruik van data en de gevolgen ervan zijn in de afgelopen jaren in sneltreinvaart exponentieel gegroeid. Het belang en de positionering van ICT is daarmee aan het wijzigen van een ondersteunend, afhankelijk en volgend proces naar een beleid makende, integraal werkende en sturende procesvoering. 

10. Innovatie
Hierbij gaat het om het in een kort tijdsbestek ontwikkelen van nieuwe oplossingen voor actuele problemen, gekenmerkt door een experimenteel en innovatief karakter. Innovatiedrang en -behoefte vraagt om een andere aansturing, anders denken en anders werken. Het is zoeken naar een nieuwe balans tussen beheer en innovatie met consequenties voor cultuur, werkzaamheden en competenties van medewerkers.

Er is in het tweede Covid-19 jaar wederom hard gewerkt aan het zorgen voor het werken vanuit huis of andere plekken buiten de kantooromgeving. Digitaal werken en digitale informatievoorziening zijn belangrijke en onmisbare pijlers van het functioneren van onze drie OWO-gemeenten. Video conferencen, hybride vergaderen en thuiswerken zijn aan de orde van de dag. Alle medewerkers en bestuurders zijn uitgerust met laptops om dit mogelijk te maken. De thuiswerkomgeving en mogelijkheden zijn opgeschaald, Zoom video conferencen en Teams zijn ingezet, de MiCollab-app wordt breed gebruikt. Tevens hebben we de raadsvergaderingen en besluitvormingen in ondersteuning en uitvoeringsvorm digitaal door kunnen laten gaan middels Starleaf.

Paragraaf 11 | Corona

Paragraaf 11. Corona

Terug naar navigatie - Paragraaf 11. Corona

In 2020 zijn we wereldwijd getroffen door het coronavirus. Deze pandemie heeft de afgelopen jaren een enorme impact op ieders leven gehad. Ook de gemeente Ooststellingwerf kreeg hier uiteraard mee te maken. Via raadsmededelingen en de P&C hebben wij u geïnformeerd over de beleidsmatige en financiële gevolgen. In de diverse programma's zien we de (financiële) gevolgen van de coronapandemie terugkomen. In deze paragraaf geven wij een totaaloverzicht van de coronaeffecten voor Ooststellingwerf in 2021. Ook geven we verantwoording over de ontvangen coronamiddelen.

Impact Corona op de Gemeente

Terug naar navigatie - Impact Corona op de Gemeente

De gemeente heeft ook in 2021 een belangrijke rol in het beperken van de schade van de crisis voor onze inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties. In de verschillende programma's staat beschreven welke inzet hiervoor is gedaan. Daarom beperken we ons in deze paragraaf tot een opsomming van de belangrijkste en opvallendste activiteiten en maatregelen:

  • Tijdelijke prikpoli ingericht in gebouw Rikkingahof.
  • Sporthal ingericht voor de griepprik in het najaar 2021.
  • Bekostigen huisvesting van de toegang-voor-testen-locatie in Oosterwolde.
  • Meerkosten corona aan aanbieders van jeugdzorg zijn vergoed.
  • Inwoners die niet over vervoer beschikten en een uitnodiging ontvingen voor een corona inenting hebben we via onze Wmo vervoerder vervoerd naar de priklocatie.
  • We hebben aan Wmo aanbieders (hulp bij het huishouden, begeleiding, vervoer) de werkelijke meerkosten vergoed voor noodzakelijke corona maatregelen. Denk aan spatschermen, mondkapjes etc.
  • Vanwege wachtlijsten bij de GGZ werd er eerder en meer (tijdelijke) Wmo zorg ingezet. De wachtlijsten zijn gedeeltelijk te relateren aan corona wegens personeelsuitval (naast bezuinigingen in het voorliggende veld).
  • Voor hulpmiddelen hebben de HOWO-gemeenten in 2021 ingestemd met een hogere indexatie aan Medipoint in 2022. Als gevolg van corona zagen zij zich geconfronteerd met stijgende lasten, onder andere op het gebied van materieel, personeel en transport.
  • We zijn gesprekken gestart met aanbieders hulp bij het huishouden vanwege personeelstekort. Deels wegens de krappe arbeidsmarkt maar deels ook vanwege uitval van personeel door corona.
  • Ook in het tweede coronajaar heeft het Gebiedsteam gebruik gemaakt van digitale aanvraagformulieren en digitale plannen. Wanneer noodzakelijk, om voortgang in een casus te houden of om crisis te voorkomen, gaan huisbezoeken of zorg overleggen gewoon door. Waar mogelijk worden aanvragen telefonisch en digitaal afgehandeld en verloopt contact telefonisch en via beeldbellen. Op de momenten dat er vanuit de landelijke regels meer ruimte werd geboden zijn de “live” contacten met de inwoners onmiddellijk opgeschaald.  
  • Het Gebiedsteam heeft de Tijdelijke Overbruggingsregelingen Zelfstandige Ondernemers (TOZO-regeling) en de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Lasten (TONK) uitgevoerd. De TOZO is per oktober 2021 beëindigd en is onderdeel geworden van de BBZ.
  • Voorbereiden inhaalslag huisbezoek bij ouderen 75+ en overbelaste mantelzorgers.
  • Vanuit het Coronaherstelplan project ‘Verbeteren positieve gezondheid’ is € 30.000 besteed aan extra inzet van VraagElkaar voor tegengaan eenzaamheid in coronatijd.
  • Voorbereiden Stimulans Positieve gezondheid voor iedereen vanaf 15 jaar. Dit project is nog niet uitgevoerd ivm derde Coronagolf.
  • Er is uitgebreid aandacht gegeven aan de rol van budgetadvies bij schuldenproblematiek.
  • Het jongerenwerk en de buurtsportcoaches hebben afgelopen tijd actief ingezet op activiteiten voor jeugdigen binnen wat mogelijk was. Ook heeft het actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd plaatsgevonden waarbij er met jongeren initiatieven werden georganiseerd. De jeugdigen ontwikkelden met dit programma hun talenten doormiddel van trainingen, workshops en in de praktijk. Daarnaast leverden ze een positieve bijdrage voor anderen in de samenleving of aan een maatschappelijk doel in de coronatijd.
  • Van het jongerenwerk hebben we signalen binnen gekregen, dat onder jeugdigen sprake zou zijn van eenzaamheid. Dit is niet alleen corona gerelateerd. Er is door het jongerenwerk een start gemaakt met het onderzoeken van deze eenzaamheid en welke aanpak hiervoor nodig is.
  • Er is een overleg over signalen m.b.t. jeugd en corona (maar ook reguliere signalen) in het leven geroepen. Als er signalen waren in dit overleg zijn concrete acties uitgezet.
  • Ook in 2021 zijn er waar nodig afspraken gemaakt met scholen, Gebiedsteam en kinderopvang over de procedure en oplossingen voor kinderen met gedrags- en sociaal-psychische problemen die thuis niet te handhaven zijn, maar ook voor kinderen die thuis niet veilig zijn.
  • Er is tijdens de lockdowns kinderopvang geregeld voor ouders in vitale beroepen.
  • In 2021 is er opnieuw aandacht geweest voor de mantelzorgers. Tijdens de week voor de Mantelzorger is er aan hen persoonlijk een presentje en cadeaubon overhandigd. Het gebiedsteam heeft ook een belronde langs de mantelzorgers gedaan om te kijken waar extra ondersteuning nodig was
  • Om de financiële gevolgen van de coronamaatregelen op te vangen is aan diverse maatschappelijke organisaties financiële noodsteun verleend.
  • De dorps- en wijkbudgetten zijn in 2021 verdubbeld.
  • Regelmatig overleg digitaal met (sport)verenigingen en sportaanbieders gezamenlijk. Daarnaast  ook 1 op 1 contacten digitaal / telefonisch met (sport)verenigingen en sportaanbieders. Veelal samen met Buurtsport van St. Scala.
  • Overleg met sportscholen, samenwerking in projecten met sportscholen. Veelal samen met Buurtsport.
  • Extra financiële steun voor dorpshuizen (12 dorpshuizen, totaal € 72.000).
  • De huur van de gymlokalen is niet geïnd omdat gebruik niet mogelijk was.
  • Verlenging looptijd bestaande lokale steunmaatregel voor kunst en cultuur.
  • Vouchers te besteden bij lokale ondernemers voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar.
  • Er zijn ondernemers die een betalingsregeling of uitstel van betaling hebben gekregen als het gaat om gemeentelijke belastingen.
  • Financiële bijdrage aan de campagne Koop Lokaal.
  • Via de ‘klankbordgroep ondernemers’ is voortdurend contact geweest met ondernemers in onze gemeente om snel in te kunnen spelen daar waar het mogelijk en nodig was.
  • Ook in 2021 hebben functionarissen van het bedrijvenloket ondernemers een helpende hand geboden bij interpretatie van de coronamaatregelen en de mogelijkheden voor financiële ondersteuning. Diverse ondernemers hebben hierdoor alsnog financiële steun kunnen krijgen.
  • In winkelgebieden zijn afspraken gemaakt over routing; met horeca bedrijven zijn in de periode dat de terrassen open mochten maatwerk afspraken gemaakt over het vergroten van terrassen.
  • De Bosbergtoren is tijdens de zomervakantie met behulp en onder toezicht van torenwachters open gegaan. De uitvoering is gedaan door mensen uit de bijstand die daarmee een betaalde baan hebben gekregen.
  • Diverse nieuwsbrieven aan ondernemers en plaatselijk belang zijn uitgegaan. Ook een papieren versie.
  • We communiceren over de landelijke coronamaatregelen. Daarnaast is in de persoonlijke en algemene communicatie aandacht voor de verschillende beleidsterreinen. Hiervoor maken we gebruik van verschillende kanalen.

Overzicht Corona-gerelateerde voor- en nadelen per programma

Terug naar navigatie - Overzicht Corona-gerelateerde voor- en nadelen per programma

Per programma hebben we in het onderdeel ‘toelichting belangrijkste afwijkingen’ de voor- en nadelen gerelateerd aan corona aangegeven. De coronacompensatie is verantwoord in programma 6. Onderstaand geven we een totaal overzicht van de voor- en nadelen gerelateerd aan corona per programma.  

Coronagerelateerde voor- en nadelen 2021
Programma 1 Bedrag Voor-/ nadeel
Meer lasten
Voorschoolse voorzieningen peuters - 3.000 nadeel
WMO vervoer priklocaties - 35.000 nadeel
Meerkosten jeugdzorg corona - 32.000 nadeel
Subsidie activiteiten jeugd corona - 20.000 nadeel
WMO overig - 8.000 nadeel
ANWB AutoMaatje (2021) - 25.000 nadeel
Wijk- en dorpsbudgetten - 60.000 nadeel
Bestrijding eenzaamheid (VraagElkaar) - 30.000 nadeel
TONK - 49.000 nadeel
Jongerenvouchers - 42.000 nadeel
Noodsteun dorpshuizen - 72.000 nadeel
Noodsteun cultuur - 6.000 nadeel
Minder baten
Huur gymzalen - 13.000 nadeel
Minder lasten
Onderhoud sportterreinen 10.000 voordeel
Totaal saldo programma 1 - 385.000
Programma 2 Bedrag Voor-/ nadeel
N.v.t
Totaal saldo programma 2
Programma 3 Bedrag Voor-/ nadeel
Meer lasten
Omgevingsvisie - 13.000 nadeel
Regeling voor dorpen met een recreatieve functie - 24.000 nadeel
Noodsteun Estafette - 20.000 nadeel
Campagne Koop Lokaal - 2.000 nadeel
Minder baten
Bosbergtoren - 4.000 nadeel
Totaal saldo programma 3 - 63.000
Programma 5 Bedrag Voor-/ nadeel
Meer lasten
VTH - 9.000 nadeel
Rampenbestrijden - 5.000 nadeel
Minder lasten
Integrale veiligheid 5.000 voordeel
Totaal saldo programma 5 - 9.000
Programma 6 Bedrag Voor-/ nadeel
Meer lasten
Verkiezingen - 76.000 nadeel
Communicatie - 32.000 nadeel
Bedrijfsvoering - 4.000 nadeel
Personeel - 122.000 nadeel
Minder baten
Overige leges - 8.000 nadeel
Minder lasten
Huisvesting 84.000 voordeel
Meer baten
Uitvoeringskosten TOZO 60.000 voordeel
Nog te bestemmen posten 2.339.000 voordeel
Totaal saldo programma 6 2.241.000
Totaal nadeel programma 1 t/m 6 - 714.000
Totaal voordeel programma 1 t/m 6 2.498.000
Totaal saldo programma 1 t/m 6 1.784.000

Overzicht Corona compensatie regelingen

Terug naar navigatie - Overzicht Corona compensatie regelingen

Onderstaand geven we een overzicht van het saldo ultimo 2020, de corona compensatie regelingen in 2021, de benutting in 2021 en de reservering voor 2022. 

Overzicht coronabudget
2021 2022
Budget ultimo 2020 836.000
Budget 2021 beschikbaar gesteld in 2020 619.000
4e coronacompensatiepakket (meicirculaire 2021) 368.000
5e coronacompensatiepakket 2021 (septembercirculaire 2021) 309.000
5e coronacompensatiepakket 2022 (septembercirculaire 2021) 141.000
6e coronacompensatiepakket 2021 (decembercirculaire 2021) 207.000
6e coronacompensatiepakket 2022 (decembercirculaire 2021) 54.000
Lasten 2021 - 555.000
Reservering lasten 2022 - 596.000
Saldo 1.784.000 1.383.000
Reservering coronagerelateerde lasten 2022
Activiteit Bedrag Toelichting
ANWB AutoMaatje (2022) - 24.000 College voorstel 1 juni 2021
Huisbezoek ouderen/overbelaste mantelzorgers - 15.000 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Stimulans positieve gezondheid - 216.000 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Actieve benadering van zelfstandig ondernemers - 5.000 Corona herstelplan, raadsmededeling #916
Kwijtschelding huur i.v.m. geen gebruik Boekhorst/Bongerd - 14.000 Noodsteun, raadsmededeling #971
Wijk- en dorpsbudgetten 2022 - 16.000 Amendement #183
Medipoint 2022 - 3.000 Overleg college 23-11-2021
Bijdrage toegang voor testen Oosterwolde - 3.000 Overleg college 23-11-2021
Noodsteun verenigingsleven - 300.000 Noodsteun, raadsmededeling #1064
Totale reservering - 596.000

Algemene middelen

Terug naar navigatie - Algemene middelen

Via het gemeentefonds hebben wij in 2020 en 2021 bedragen ontvangen voor de compensatie van meer lasten en minder baten, die corona gerelateerd zijn. Ontvangsten via het gemeentefonds zijn algemene dekkingsmiddelen en daardoor in principe vrij besteedbaar. Insteek was tot op heden dat wij deze middelen zoveel mogelijk wilden inzetten voor de gevolgen van corona. Het resterende saldo ultimo 2020 bedroeg € 836.000. In 2020 hebben we voor 2021 een bedrag van € 619.000 ontvangen. In 2021 hebben we voor 2021 een bedrag van € 884.000 en voor 2022 een bedrag van € 195.000 ontvangen. Het saldo van de meer/minder lasten en minder baten in 2021 bedraagt € 555.000. Per saldo resteert er ultimo 2021 een budget van € 1.784.000 voor 2021 en € 195.000 voor 2022. Voor 2022 ligt er een reservering op dit budget van € 596.000. Rekening houdend met deze reservering bedraagt het resterende corona budget ultimo 2021 € 1.383.000. Gezien de ontwikkelingen rond corona is het voorstel om dit resterende budget vrij te laten vallen in de algemene reserve. Voor 2022 is dan € 791.000 beschikbaar voor corona compensatie. Dit bedrag bestaat uit de reservering van € 596.000 en € 195.000 aan middelen die in 2021 voor 2022 beschikbaar zijn gesteld. Wij gaan ervan uit dat dit bedrag toereikend is om de reeds in gang gezette/geplande acties af te ronden. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, dan komen wij met een raadsvoorstel voor aanvullend budget. 

Specifieke middelen

Terug naar navigatie - Specifieke middelen

Dit betreffen in 2021 een drietal regelingen, die specifiek worden gecompenseerd door het rijk.

Specifieke uitkering TOZO
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De regeling is voor zelfstandig ondernemers, waaronder zzp’ers. Het voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt. En in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Als gemeente voeren we deze regeling zelf uit. In 2021 hebben wij per saldo € 604.000 uitgegeven aan levensonderhoud en bedrijfskapitaal. Hiervoor worden we door het rijk volledig gecompenseerd.

Specifieke uitkering zwembaden
Vanwege de coronamaatregelen was het economisch niet rendabel, maar maatschappelijk wel zeer wenselijk dat zwembaden in 2021 geopend waren. Om de financiële gevolgen te verzachten heeft onze gemeenten voor het eerste half jaar 2021 een compensatie aangevraagd om zwembaden in onze gemeente met een exploitatietekort te compenseren. Er is een compensatie aanvraag ingediend en verleend van € 49.000. Dit bedrag is als voorschot uitbetaald aan de zwembaden met een exploitatietekort. 

Specifieke uitkering naleving controle coronatoegangsbewijzen
Voor de controle van coronatoegangsbewijzen heeft onze gemeente een specifieke uitkering ontvangen van € 3.000. Deze middelen zijn met name ingezet voor extra inzet van BOA's.